Onder het motto: het hoeft niet altijd een Franse film te zijn die in Amerika een remake krijgt, gingen wij gisteren naar De battre mon coeur s’est arrêté, een remake van Fingers (James Toback, 1978), door Jacques Audiard, met in de hoofdrol Romain Duris (die we nog kennen van L’auberge espagnole).
Tom (Thomas) werkt in de immobiliën; d.w.z. hij koopt en verkoopt gebouwen, waarbij enige fysieke overredingskracht hem niet vreemd is. Die duistere kant blijkt hij van zijn vader te hebben, voor wie hij, meestal tegen zijn zin, ook wel eens echt louche zaakjes opknapt. Zijn succesvolle carrière krijgt een wending als hij –totaal onverwacht– de impressario van zijn overleden moeder (een pianiste) tegen het lijf loopt. Wanneer die hem immers voorstelt bij hem auditie te komen doen, stelt Tom plots alles op het spel om concertpianist te worden.
De film handelt over de tweestrijd tussen het rauwe milieu waarin Tom is terecht gekomen, versus de zachtere kant van de kunstwereld; over Toms keuze tussen de wereld van zijn vader, tegenover die van zijn moeder. Vrij van alle moralisme wat in dit verhaal zou kunnen betrokken worden, en dat maakt er de film natuurlijk alleen maar beter op.
Romain Duris levert een heel sterke en geloofwaardige vertolking af, en de opbouw naar de auditie toe blijft tot op het laatste moment spannend. Het einde van de film is opgevat als een addendum, dat Toms keuze en overtuiging aanzienlijk bevestigt.
Absoluut de moeite waard.
(Fingers, de oorspronkelijke film, heb ik niet gezien, maar gezien de commentaren, hoef ik daar niet rouwig om te zijn.)
De battre mon coeur s’est arrêté, van Jacques Audiard. Gezien in Studio Skoop.
(Dit artikel staat ook op gent.blogt)