[FF05] Verlengd Weekend

Verlengd Weekend is de vooropener van het filmfestival. Een Vlaamse komedie.

En jawel, Verlengd Weekend ís overduidelijk een Vláámse film. Er wordt gewerkt met een opeenstapeling van clichés, de nadruk ligt bij de gewone man in de straat, en er is Jan Decleir. De gebruikte clichés werken echter wonderwel, en Jan Decleir wordt bijgestaan door Wouter Hendrickx, Koen De Bouw en Veerle Baetens (niet dat Decleir enige bijstand nodig heeft). Binnen die context functioneert ook de mooie dynamiek tussen de verschillende personnages onderling.

Christian (De Bouw) heeft net vrouw en kinderen uitgewuifd, en kijkt reeds uit naar een bezoekje zijn minnares Lisa (Baetens). Nauwelijks is Christian echter het huis terug binnen gekeerd, als er wordt aangebeld. Wanneer hij de deur opent, dringen twee gemaskerde mannen (Decleir en Hendrickx) het huis binnen, en kluisteren hem aan zijn bureaustoel. Hij wordt verplicht een aantal documenten te ondertekenen, wanneer plots zijn minnares het huis binnentreedt. Waarop de situatie dreigt uit de hand te lopen (zoals dat hoort).

still uit de film

Misschien roept ook bij u het epitheton ‘Vlaamse komedie’ verschrikkingen op zoals Oesje en Koko Flanel, waarin Vlaanderens Grootste Komieken het beste van zichzelf in verlengde versie mogen geven. Dat werkt niet. Verlengd Weekend is echter het bewijs dat Vlaamse komedie ook anders kan, en kan zonder schroom geplaatst worden tegenover de betere Hollywoodproductie. Vermijd deze film indien u fan bent van goedkope, platvloerse humor, maar ga hem vooral zien wanneer u op zoek bent naar het ietwat subtielere werk. De film is niet echt origineel te noemen, maar u bent wel verzekerd van anderhalf uur goed entertainment.

Verlengd Weekend, van Hans Herbots met Koen De Bouw, Jan Decleir, Wouter Hendrickx en Veerle Baetens. Te zien, vanavond 10 oktober om 20u in Kinepolis, en vanaf 12 oktober in de Vlaamse zalen.

(Zie ook collega i.’s verslag op gent.blogt, en de infopagina op de site van De Nieuwe Vlaamse Film.)

[FF05] De Oesterprinses

de oesterprinses Hoewel hij amper 55 jaar oud is geworden, heeft Ernst Lubitsch toch 74 films gedraaid. De Oesterprinses (Die Austernprinzessin) dateert van 1919, en de grappen en fratsen die erin voorkomen kunnen dan ook bezwaarlijk vernieuwend worden genoemd. De plot- en stijlelementen zijn (ondertussen) klassiek: persoonsverwarring, dronkenschap, en vooral overdrijving. De film is een satire op de nieuwe rijken: de dochter van de schatrijke Oesterkoning wil per se een prins als man, maar trouwt met diens onbenullige vriend, een knecht.

‘Stille’ films waren natuurlijk niet stil: er was geen geluidsband, maar de voorstelling werd opgeluisterd door op zijn minst een pianist, en vaak werden er ook ‘geluidseffecten’ voorzien bij de vertoning. De Oesterprinses schreeuwt om muziek en geluid, niet in het minst door de uitbraak van een ‘foxtrotepidemie’ tijdens de bruiloft. Peter Vermeersch heeft met zijn ‘big band’ een grote meerwaarde aan de film gegeven: film en geluid vormen een perfecte synthese. Noch de film, noch het geluid (de muziek) overstemmen elkaar, maar vullen elkaar perfect aan. Uiterst zelden ook krijgt de toeschouwer zo’n diversiteit aan muziekgenres te horen, van opera tot klassiek tot jazz tot foxtrot (in de epidemie waarvan sprake), zonder dat er ook maar een moment sprake is van chaos. De muziek is perfect getimed, de overgang naadloos, en de ‘live band’ enthousiast.

De scènes mogen dan niet ‘nieuw’ zijn, Vermeersch is erin geslaagd –door toevoeging van zijn muziek– deze film opnieuw grappig te maken. Het publiek heeft ervan genoten, en wij kunnen u dan ook alvast deze live uitvoering aanraden.

En dat treft, want u kan de Oesterprinses, met live band, nog aan het werk zien op zaterdag 8 oktober om 20u in de Theaterzaal van de Vooruit. Nadien trekt de productie naar Boedapest en De Singel, en voor 2006/2007 naar de Opéra de Paris. Een perfecte vooropening van het filmfestival.

Tickets voor zaterdag zijn te verkrijgen bij Vooruit (09 267 28 28) en kosten 10 EUR (vvk) en 12 EUR (kassa).

(Deze entry is ook terug te vinden op gent.blogt)

films 200509

Zie ook vorige maand:

* te vermijden / ** genietbaar / *** onderhoudend / **** aanrader // ***** onmisbaar

Waarbij de vijf sterren slechts uitzonderlijk worden gegeven; de eigenlijke rating is dus een score van 1 tot 4.

  1. Tenebre (Dario Argento) **
    When you have eliminated the impossible, whatever remains, however improbable, must be the truth. Helaas gedubbed in het Engels, en dat zorgt voor hilarische momenten. Anders geen slechte genrefilm.
  2. Ju-on aka The Grudge (Takashi Shimizu) **
    In het begin zeer spannend, maar de herhaling gaat al gauw vervelen. Ook het einde is wat slapjes. De regisseur heeft in 2004 een hollywood-remake met Sarah Michelle Gellar gemaakt.
  3. Enemy of the state (Tony Scott) **
    Het blijft bijzonder grappig om te zien hoe ze van een stilstaand beeld een 3D beeld kunnen maken, inclusief een veronderstelde drop-off in een shopping bag. In CSI zijn ze daar ook heel sterk in. Extrapolatie heet het daar veelal.
  4. Azumi (Ryuhei Kitamura) **
    Japansche smijt- en vechtfilm. Genietbare pulp, maar weinig origineel.
  5. La Flor De Mi Secreto (Pedro Almodóvar) ***
    Zeker niet Almodóvars beste, maar met een interessante structuur. De ganse film is eigenlijk niets minder dan een pulpverhaal zoals het hoofdpersonnage aan de lopende band schrijft. Het heeft de nodige Almodóvar-ingrediënten, maar mist de inventiviteit en de twist van zijn ander werk. Intellectuele pulp ware misschien de beste omschrijving –als zoiets al zou bestaan.
  6. Donnie Darko (Richard Kelly) ****
    Eén van Hollywoods pareltjes. Zoals er bij IMDB staat: High schooler Donnie is plagued by visions of a giant, evil rabbit who orders him to commit acts of violence and predicts the impending end of the world. Te plaatsen naast American Beauty en Magnolia.
  7. Catch Me If You Can (Steven Spielberg) **
    Goh ja. ’t Is geen documentaire, ’t is geen fictie, maar het is wel een film die veel te lang duurt. Ontelbare keren beter (in hetzelfde non-fiction, non-documentary genre) is het debuut van Niels Mueller: The Assassination of Richard Nixon. Maar ja, die film is niet van Steven Spielberg natuurlijk.

films 200508

Zie ook vorige maand:

* te vermijden / ** genietbaar / *** onderhoudend / **** aanrader // ***** onmisbaar

Waarbij de vijf sterren slechts uitzonderlijk worden gegeven; de eigenlijke rating is dus een score van 1 tot 4.

  1. Bin-jip (Ki-duk Kim) ****
    Zeer de moeite waard. Zie ook deze bespreking.
  2. Le dîner de cons (Francis Veber) **+
    Typsich Franse film, van Francis Veber, met o.a. Thierry Lhermitte. Eerst een boek, dan een toneelstuk, dan een film. Franse komedie is je ding of niet.
  3. Politiki kouzina (Touch of Spice) (Tassos Boulmetis) **+
    Onderhoudende film van de Griekse regisseur Tassos Boulmetis. Een beetje magisch-realistisch, heeft het vooral van sfeer, maar ook de verhaallijn mag er zijn. Denk Como agua para chocolate (hoewel ik Laura Esquivels boek-versie beter vond dan de film).
  4. Soylent Green (Richard Fleisher) *+
    Soylent Green is people! Maar behalve voor het einde, de bizarre sterfscène, en tot toch wel verschrikkelijk grote naïviteit Van Charlton Heston, of om historisch redenen, is deze film niet echt aan te raden.
  5. 2046 (Kar Wai Wong) **+
    Een (nodeloos) complex liefdesverhaal. Zeer mooie fotografie, maar ik had de film veel beter gevonden zonder al die dingen in de toekomst erin.
  6. The Island (Michael Bay) *
    Absoluut te vermijden. Zie ook deze bespreking.
  7. The Interpreter (Sydney Pollack) ***+
    Oerdegelijke, klassiek aanvoelende film. Zie ook deze bespreking.
  8. Eternal Sunshine of the Spotless Mind (Michel Gondry) ***+
    Hij blijft goed, ook na de tweede keer (als je al alles weet). Zie ook deze bespreking (tijdens het filmfestival vorig jaar).

the interpreter

Kijk, zo hebben we ze graag. Sydney Pollack mag dan wel geen wereldschokkende thema’s aansnijden of zijn verhaal louter op al even schokkende effects baseren, met The Interpreter heeft hij toch maar een oerdegelijke film neergepoot.

De setting, de rustige fotografie, het verhaal: de film heeft alles in huis om een klassieker te worden. The Interpreter past perfect in het soort films dat we kennen van het einde van de jaren ’50 – begin ’60, zoals Hitchcocks The Man Who Knew Too Much en North by Northwest (dat zich gedeeltelijk ook in de UN HQ building afspeelt), of Mark Robsons The Prize, met thema’s als spionage, persoonsverwisseling, en waarbij gebruik wordt gemaakt van vaak fictieve maar realistische (politieke) achtergronden.

still from the movie

Interessant om weten is bovendien dat de scenes wel degelijk in het UN gebouw werden gefilmd (iets waar Hitchcock destijds geen toelating voor kreeg), al moesten de opnames in het weekend plaatsvinden, waardoor de crew veel tijd moest spenderen aan het opbouwen en afbreken van het materiaal ter plaatse.

Het verhaal komt verschrikkelijk bekend voor, en dat –samen met het realisme– speelt ongetwijfeld mee in de appreciatie van deze film. Silvia Broome (Nicole Kidman), een tolk bij de UN, hoort per toeval een gesprek waarin plannen worden gesmeed om een staatshoofd ter vermoorden. De taal waarin dat gebeurt is Ku, de landstaal van Matobo, waarvan de president enkele dagen later op de UN wordt verwacht om er een toespraak te houden. Broome licht de politie in, maar de inspecteur die op haar zaak wordt gezet, Tobin Keller (gespeeld door Sean Penn), vindt het maar moeilijk haar te geloven. Bovendien blijkt Broome ook niet helemaal onpartijdig te staan tegenover Matobo.

still from the movie

Wat volgt is een zeer realistische politieke thriller, die noch spectaculair, noch traag is. De kijker gaat volledig in het verhaal mee, en dat hebben we zeker ook te danken aan de acteerprestaties van Kidman en Penn. (Als u de kans krijgt, ga dan vooral ook het schitterende The Assassination of Richard Nixon zien, met Penn in de hoofdrol.) The Interpreter is misschien niet meteen een verrassende film, maar wel een verademing. Het vakmanschap druipt eraf, en dat is iets wat tegenwoordig helaas steeds meer een zeldzaamheid wordt. Een aanrader (voor hij uit de zalen verdwijnt).

The Interpreter (2005), van Sydney Pollack met Nicole Kidman en Sean Penn, gezien in de Decascoop aan Ter Platen. De trailer kan u hier bekijken.

(Deze entry is ook terug te vinden op gent.blogt)

the island

Wat, zo vroeg ik mij nadien af, heeft mij in godsnaam bezield om uitgerekend naar deze film te gaan kijken? Het moet Scarlett Johansson geweest zijn, die we eerder nog in Lost in Translation bijzonder wisten te appreciëren. Of het weinige dat we dachten te weten over de film, en ons een beetje aan Logan’s Run of zelfs Gattaca deed denken. Of nee, laten we het toch maar op Scarlett Johansson houden.

Waarschuwing: slight spoilers ahead. Als u, tegen beter weten in, toch van plan bent deze film te bekijken –wat ik u ten stelligste afraad– leest u misschien beter niet verder. Niet dat er veel plot te vinden is.

still from the movie

Het thema van de film kwam reeds menigmaal (en vele keren beter) aan bod in Science Fiction literatuur en films, en werd ondertussen reeds volledig uitgehold. Vroeger ging het nog om robotten en artificiële intelligentie, vandaag gaat het om klonen. We moeten immers meegaan met onze tijd, en in onze tijd worden mensen gekloond voor organ harvesting.

Lincoln Six Echo (Ewan McGregor) en Jordan Two Delta (Scarlett Johansson) zijn twee zulke een klonen. Levende klonen, want hoewel het initieel de bedoeling was de klonen in vegetatieve toestand te ‘bewaren’, bleken de organen hierdoor af te sterven, waardoor het noodzakelijk was de klonen te laten ‘geboren’ worden.

Ze krijgen een verhaaltje opgedist over een besmetting op aarde, en hoe zij de enige overlevenden zijn. Slechts één plaats op aarde is nog besmettingsvrij: het eiland. Op geregelde tijdstippen is er een loterij, waarbij de winnaars naar dat eiland mogen vertrekken. In werkelijkheid worden ze gedood, zodat hun organen kunnen worden getransplanteerd. Alles verloopt vlot, tot een van de klonen, Lincoln Six Echo, vreemde dromen krijgt en zich vragen begint te stellen. De dromen zijn niets minder dan het geheugen van zijn ‘sponsor’ (ofte ‘het origineel’) dat zich in hem ontwikkelt (yeah right).

still from the movie

Lincoln Six Echo slaagt erin te ontsnappen, en samen met Jordan Two Delta, gaat hij op zoek naar zijn ‘sponsor’. Tot zover het eerste deel. Wat volgt is een spektakelfilm, met de gewoonlijke rommel: achtervolgingen, vuurgevechten, ontploffingen, crashes, doden, gewonden.

In gans de film worden de clichés niet gespaard, zo ook niet de verschrikkelijk voorspelbare verwisseling van de ‘sponsor’ en de kloon, en het einde, waarin alles vanzelfsprekend afloopt zoals u het al van bij het begin van mijlenver ziet aankomen. Bovendien lijkt er een heleboel niet te kloppen: het geheugen wordt genetisch doorgegeven; klonen die eerst de meest eenvoudige handelingen met moeite kunnen uitvoeren kunnen nadien probleemloos high-tech toestellen, voertuigen en wapens bedienen; sexuele driften worden onderdrukt door seksualiteit te verzwijgen (zonder drugs of psychologie), al worden mannen en vrouwen zoveel mogelijk gescheiden, en worden vrouwen wel zwanger. En ga zo maar door.

Deze film is zowel inhoudelijk, als visueel, als eigenlijk op elk ander vlak waardeloos. Zelfs Scarlett Johansson zag er stukken beter uit in Lost in Translation. Onvoorwaardelijk te vermijden.

The Island (2005), van Michael Bay met Scarlett Johansson en Ewan McGregor, gezien in de Decascoop aan Ter Platen.

(Deze entry is ook terug te vinden op gent.blogt)

Bin-jip

Bin-jip is de derde in het rijtje die ik van regisseur Ki-duk Kim heb gezien. Louter fotografisch is hij misschien iets minder interessant, maar ook qua sfeer is er een duidelijke verschuiving t.o.v. de andere twee (Samaritan Girl en The Isle). Hoewel het aspect geweld nog steeds in het verhaal aanwezig is, komt Bin-jip veel meer over als een poëtische, magisch-realistische film.

Tae-suk rijdt Korea rond op zijn motor. Overdag hangt hij flyers aan de deuren van huizen, zodat hij ’s avonds kan zien welke (tijdelijk) onbewoond zijn. Daar breekt hij in, maar enkel om voor zichzelf in onderdak te voorzien. Als tegenprestatie ruimt hij op, doet de was, en repareert hij gebroken huishoudtoestellen.

still from the movie

Wanneer één van de huizen toch niet leeg blijkt te zijn, ontmoet hij Sun-hwa, die door haar echtgenoot onderworpen en mishandeld wordt. Wanneer de echtgenoot later thuiskomt, slaat Tae-suk hem neer, en samen met Sun-hwa vlucht hij op zijn motor. Wat later worden ze echter betrapt, moet Sun-wha opnieuw naar haar echtgenoot, en wordt Tae-suk in de gevangenis opgesloten. (De rest moet u zelf maar gaan zien.)

Bin-jip betekent ‘leeg huis’; de Engelse titel van de film is 3-Iron. Ki-Duk Kim verklaart het zelf als volgt:

It was last October when the idea first came to me. I was removing a flyer that was pasted over the keyhole on my front door when it suddenly occured to me that the houses that had these ads intact must have been empty. The image of an empty house that no one enters led to a story of a very lonely person cut off from others. An I wanted to make a film about a man who goes in and fills that emptiness with warmth. People who play golf would know that the 3 iron is the least used club. Imagine the 3 iron stuck in and expensive leathery golf bag but only rarely used. Its image parallels that of an abandoned person or an empty house. At the same time it is the tool with which Tae-suk rescues Sun-hwa and so signifies a hopeful change as well.

still from the movie

Hoewel de ganse film tussen Tae-suk en Sun-hwa geen woord wordt gezegd, is de eenheid en de passie tussen beide protagonisten compleet. Bin-jip is een optimistische, dromerige film, die het volledig moet hebben van de sfeer. Het gebrek aan dialoog is absoluut geen tekortkoming, maar toont nog maar eens de kracht van het beeld over het woord aan. U zal zich geen moment vervelen.

(Opnieuw) een aanrader.

Bin-jip (2004), van Ki-duk Kim, gezien in de Sphinx aan de Sint-Michielshelling (Korenmarkt). De trailer kan u hier bekijken.

(Deze entry is ook terug te vinden op gent.blogt)

films 200507

Zie ook vorige maand:

* te vermijden / ** genietbaar / *** onderhoudend / **** aanrader // ***** onmisbaar

Waarbij de vijf sterren slechts uitzonderlijk worden gegeven; de eigenlijke rating is dus een score van 1 tot 4.

  1. Lost in Translation (Sofia Coppola) ***+
    Dit overtrof vele, vele keren mijn verwachtingen. Toegegeven, mijn verwachtingen waren enorm laag, maar dit is echt wel een geslaagde film. Hollywood, maar toch verteerbaar. Zeker de moeite waard.
  2. La Niña Santa (Lucrecia Martel) *
    Forget about it. Zie ook deze bespreking.
  3. War of the Worlds (Steven Spielberg) **
    Nice try. Maar mist vanalles. Een verhaallijn bijvoorbeeld. Of nuances. Zie ook deze bespreking.
  4. My Summer of Love (Pawel Pawlikowski) ***
    Hebt u het gezien? De sterren lopen op. Geslaagde film, die wegblijft van de clichés. Mooie fotografie. Zie ook deze bespreking.
  5. Samaritan Girl (Ki-duk Kim) ***+
    Ik denk dat ik fan begin te worden van Ki-duk Kim. Een soms dromerig-onschuldige film, sterk contrasterend met het thema. Zie ook deze bespreking.
  6. Charlie and the Chocolate Factory (Tim Burton) ***
    Ik ben fan van Johnny Depp, en weet ook Tim Burton best te smaken. Een geslaagde verfilming, hilarisch en vaak borderline slapstick. Vol verwijzingen, o.a. naar 2001 a Space Odyssey. Te plaatsen in de categorie Mars Attacks!. (Ik kijk zeer erg uit naar Corpse Bride.)

Samaritan Girl (Samaria)

Ki-duk Kim, de regisseur van Samaritan Girl, is een bezig baasje. De laatste vijf jaar heeft hij maar liefst 10 films gemaakt, waaronder The Isle, Spring, Summer, Autumn, Winter… and Spring, en Bin-jip. Die laatste gaan wij overigens volgende week bekijken.

Typerend voor zijn films is alvast de prachtige fotografie en, tenminste in de films die wij hebben gezien, een lichte penchant voor het schokkende. Al wordt dat dan weer wel met zulk een evidentie voorgesteld, dat ook het publiek er makkelijk over gaat.

still from the movie

In Samaritan Girl zijn twee meisjes op zoek naar geld om een reis naar Europa te bekostigen. Daartoe laat een van beiden (Jae-Young) zich prostitueren, terwijl de andere (Yeo-Jin) de zaken behartigt. Alles gaat goed tot Jae-Young door de politie betrapt wordt. Om haar onder een arrestatie uit te komen, springt Jae-Young glimlachend uit het raam op de derde verdieping. Ze is net niet dood, en met hevige verwondingen wordt ze door haar vriendin op de rug naar het ziekenhuis gedragen. Als Jae-Young toch nog komt te overlijden, besluit Yeo-Jin, als boetedoening, alle vroegere klanten opnieuw op te zoeken om met hen te slapen en hun geld terug te geven.

Kim toont met grote vanzelfsprekendheid potentieel schokkende situaties, zonder te vervallen in sensatiezucht. De film gaat over verlies, schuldgevoel, religie zelfs, en onschuld. Er is het verlies van een vriendin voor Yeo-Jin, het verlies van (de onschuld van) een dochter voor Yeong-ki (Yeo-Jins vader), en de manier waarop met dit verlies wordt omgesprongen. Dit klinkt allemaal behoorlijk beladen, maar op geen enkel moment wordt deze film moralizerend. Meer nog, het is absoluut niet nodig met deze interpretaties rekening te houden om van de film te kunnen genieten.

Een aanrader.

Samaritan Girl (2004), van Ki-duk Kim, gezien op DVD, maar draait momenteel ook in Studio Skoop aan het Sint-Annaplein.

(Deze entry is ook terug te vinden op gent.blogt)

My Summer of Love

Derde keer goede keer? My Summer of Love is in elk geval de beste film uit het rijtje deze week. Zoals in de eerste film gaat het ook hier om een bildungsfilm, een adolescente zoektocht naar zichzelf. Evenmin wordt hier een boodschap uitgedragen, al gaat het wel een duidelijk afgelijnde episode in het leven van Mona, het hoofdpersonnage.

Mona leeft samen met haar broer op het Engelse platteland. Ze raakt echter totaal van hem vervreemd wanneer hij zich bekeert en zijn pub omvormt tot een geloofscentrum. Tamsin is een decadent en verwend meisje, dat net van school werd gestuurd, en de zomer op de landhuis van haar ouders moet doorbrengen.

beeld uit de film: moped

Wanneer de meisjes elkaar ontmoeten, klikt het meteen. Het is vooral de verveling die beide meisjes steeds dichter naar elkaar toe drijft, en de Summer of Love wordt al gauw een zomer vol experimenten en spelletjes. Regisseur Pawlikowski slaagt er echter wonderwel in om dit alles met veel evidentie neer te zetten zonder in clichés te vervallen. Hoewel daar mogelijkheden genoeg toe waren.

Want ondanks de verscheidenheid aan onderwerpen die worden aangeraakt, is Summer of Love geen film die ’te veel’ wil zijn. Het verhaal blijft gefocused op Mona en Tamsin, met een sterke bijrol voor Mona’s broer Phil. De ontknoping is verrassend, zij het niet geheel onverwacht, en de film is uitgewerkt tot een passend geheel.

My Summer of Love is gebaseerd op het gelijknamige boek van Helen Cross (haar debuut), dat we meteen op onze boekenstapel hebben bijgelegd. Maar vooral Pawlikowski is duidelijk een regisseur om in de gaten te houden. Mooi.

My Summer of Love (2004), van Pawel Pawlikowski, gezien in de Sphinx aan de Sint-Michielshelling (Korenmarkt). De trailer kan u hier bekijken.

(Deze entry is ook terug te vinden op gent.blogt)