overdrijven

President Bush’s re-election campaign insisted on knowing the race of an Arizona Daily Star journalist assigned to photograph Vice President Dick Cheney. The Star refused to provide the information.

Danny Diaz, a spokesman for the president’s re-election campaign, said the information was needed for security purposes.

“All the information requested of staff, volunteers and participants for the event has been done so to ensure the safety of all those involved, including the vice president of the United States,” he said.

Diaz repeated that answer when asked if it is the practice of the White House to ask for racial information or if the photographer, Mamta Popat, was singled out because of her name.

Die kans is niet onbestaand natuurlijk. Maar om daar meteen een racial issue van te maken. Door de subjectieve berichtgeving van de Arizona Daily Star (ADS) beschikken we waarschijnlijk niet over alle informatie, maar een bezoekje aan het discussie op sportsshooter.com geeft ons het volgende:

Our newspaper is right across the courtyard from them and it could be easily assumed that we would be covering VP Cheney’s visit -and we did. The fact is, we were also telephoned by the Bush-Cheney camp to verify my race and gang, my name is as anglo as they come. When I arrived at the event, I was subject to name verification. I was searched, they used a metal detector on me, two secret service guys searched my bag and a bomb/drug dog inspected my bag as well. I do not believe race had a thing to do with it.

En nog:

I don’t like these invasions anymore than the next person, but saying that this was racial profiling when our reporter is a white male and I am a white male, well, I just don’t see it, folks.

Ik vraag mij af wat het meest verontrustende is: dat je, wanneer je om distinctive features vraagt (en huidskleur is dat, mag je toch wel aanneemen), meteen van racisme beschuldigd wordt, of het feit dat iedereen die controles zomaar for granted neemt.

Read my lips: no more privacy.

et dieu créa…

Bij het vorige stukje (over de Coubertin) wou ik nog bijvoegen dat we best de Coubertins dwaling om vrouwen uit de sport te weren (om esthetische redenen !) met de mantel der liefde bedekken.

De man leefde tenslotte zo’n eeuw geleden, en ik vermoed de menschen in ’t Vaticaan ook nog: Het feminisme heeft voor vijandigheid tussen mannen en vrouwen gezorgd, zo de essentie van het gezin ondermijnd en tot de promotie van het homohuwelijk geleid. [DM]

Het blijft lachen.

Straks eens de volledige tekst (37 bladzijdekens) opsnorren. Want men zal (hopelijk) wel weer van de meest controversiële stukken de headlines gemaakt hebben. Toch?

olympisch

Sport is aan mij niet besteed. Niet dat ik het verafschuw of beschimp, het is gewoon niet mijn ding. Ook de olympische spelen kunnen mij niet onmiddellijk bekoren, al ben ik weer zeer onder de indruk van het artikel in DS over Baron Pierre de Coubertin (opgevoed door de jezuïeten, jaja).

Een heerlijk idee van sport als bezieling, perfect passend in het (laat) romantische gedachtengoed. Echte sport, want (bijvoorbeeld) voor de 1.200m zwemmen werden de atleten per boot in zee gedropt en de zwemmer die als eerste opnieuw de kust bereikte, won.

Later blijkt de Coubertin ook een realist, want:

Dat hij de “bedreigende” bui van de commercie al zag hangen blijkt uit zijn afscheidsspeech in 1925, toen hij zich als IOC-voorzitter terugtrok: “Markt of Tempel! De sportlieden zullen moeten kiezen. Sportlieden kiest!”.

Later zou hij daar nog een bitter grapje over maken: “Indien reïncarnatie bestaat, dan zien jullie mij misschien wel op een dag terugkomen om datgene te vernietigen waar ik zoveel energie heb ingestoken om het op te bouwen.”

(Kopen, die krant!)

leesvoer

Drie boeken om aan de vorige twee lijstjes toe te voegen:

  1. The Coma van Alex Garland. Ugh. Geen woorden aan vuil maken. Waardeloos. Maar schone illustraties.
  2. De rest is geschiedenis van Luc De Vos: had ik gekocht omdat ik ’s mans columns wel kon appreciëren. Niet slecht, maar niet onmiddellijk een aanrader.
  3. Deception Point door Dan Brown. Helemaal al geen blijver, maar wel ontspannend, en snel uitgelezen. Ondanks alle hype rond The Da Vinci Code, vind ik Brown best te pruimen. So what als zijn schrijfsels vol historische fouten zitten. Het gaat om fictie (willing suspension of disbelief). Brown is –in zijn genre– een aanrader, net zoals Clancy dat was, en Grisham, en Cornwell. En Crichton (die dat eigenlijk nog steeds is).

Helaas moet ik nog altijd met hetzelfde afsluiten: ik ben nog altijd bezig aan Cryptonomicon. Pagina 506 van 918, en op pagina’s 505 en 506 vermeen ik net de sleutel tot de oplossing van het boek te hebben ontwaard. Of ontcijferd, om in de sfeer te blijven.

diefstal

Twee gerelateerde links: Mezzoblue: Design theft en
Natuurlijk moet je betalen voor Erasmusbrug in het NRC Handelsblad [via] (login nodig, maar te omzeilen via de Google identity switch)

Het artikel in het NRC is van Frank Kuitenbrouwer (bekend van o.a. het boekje Turbotaal), en is gerelateerd aan een eerder artiekl uit het AD dat te lezen is op het Architectenweb [ook al via].

Portretrecht slaat dus duidelijk niet alleen op personen maar ook op objecten (in casu kunst, in de breedste zin van het woord)? Mogen we eigenlijk nog wel iets fotograferen?

zwart zien

Voilà, ’t is beslist. Na lang over en weer gepeins, getwijfel en geschipper, heeft Henri de knoop voor ons (mij) doorgehakt (or so he thinks).

Het wordt een zwarte Triumph Daytona 955i.

Lang getwijfeld aan een gele, voor de zichtbaarheid, maar dan toch maar niet voor gegaan wegens iets té flashy.

Ook getwijfeld aan de Thruxton 900 –ik had er mee gereden tijdens de proefdagen, en het ding rijdt echt wel formidabel. (“Papa, ik zou graag hebben dat je die motor koopt met die twee uitlaten.”) Edoch, het leek mij geen ideale machine om lange afstanden mee af te leggen, en ook al niet om het circuit mee op te zoeken.

Nen zwarten dus. En vermoedelijk schoon op tijd om mee te kunnen op de Three Level Track Day op 23 augustus (vooral zien dat hij uit rodage is tegen dan).

nearly new

De schoonouders hebben minder geluk gehad. Hoewel hun wagen ongeveer evenveel kilometers heeft gekend als de onze, en hij even oud was (maar een jaar later gekocht –en nu ook verkocht), stonden ze aan het begin van een kostophoping.

Ttz op een bepaald moment begint een auto meer te kosten dan hij nog zou opbrengen: een aandrijfriem komt los, een deur laat het afweten, een barst in het glas van de voorruit, om maar iets te zeggen. Ze hebben hem (de alfa) dan ook maar wijselijk ingeruild voor een (bijna) nieuwe.

Blinkend zwart, net iets meer dan 8.000 km op de teller, voorzien van alle snufjes (maar geen lederen zetels): een Mercedes C. Niet meteen mijn ding, maar wel iets waar ze lange tijd mee zullen doen (de voornaamste vereiste).

(En terwijl Tessa op spoed een aantal slachtoffers uit Ghislenghien opving, mochten Henri en ik mee hem afhalen.)

ook nog

Ook nog vergeten te vermelden (I’m catching up… again): Motorrijders meest kwetsbaar, blokletterde DS dinsdag.

Van alle weggebruikers zijn motorrijders het meest kwetsbaar. Dat blijkt uit cijfers van het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV). Ook het voorbije weekeinde is daar weer een illustratie van. Terwijl in 2002 het aantal doden in het verkeer daalde met twaalf procent, steeg het aantal dodelijke slachtoffers bij motorrijders datzelfde jaar met acht procent. Het BIVV noemt de situatie “zorgwekkend” en heeft een sensibiliseringscampagne opgezet voor motorrijders, en ook voor automobilisten.

En daarbij wordt een tabel van de evolutie geleverd, en de volgende informatie: Waar er in 1990 nog ongeveer 140.000 motoren op de Belgische wegen rondreden, is hun aantal in 2001 gestegen tot bijna 300.000. Dat is meer dan een verdubbeling. Het aantal door motoren afgelegde kilometers is zelfs verdrievoudigd.

De tabel voegt de dodelijke en de ernstig gewonde slachtoffers samen, dus ik kan de stijging (van de dodelijke slachtoffers) in 2002 niet meteen nakijken. Edoch, als de data bekijken, dan zien we, dat voor een verdubbeling van het aantal motoren, het aantal slachtoffers (motorrijders) met 3,4% gedaald is (van 1005 naar 971) voor diezelfde periode. In absolute cijfers zijn er duidelijk minder slachtoffers dan 10 jaar eerder. Niet een al te slecht resultaat, zou ik zeggen.

(Toegegeven, de mortaliteit ligt hoger, maar dat is inherent bij een ongeval tussen een sterkere en een zwakkere weggebruiker –bij voetgangers ligt die mortaliteit nog hoger.)

Tot slot kan ik nog even meespreken over het volgende:

Een klassieke ongevalssituatie bestaat erin dat een autobestuurder die naar links wil afslaan, een motorrijder uit tegenovergestelde richting niet of te laat ziet en hem de pas afsnijdt. Vooral ervaren bestuurders blijken onvoldoende bedacht op de aanwezigheid van motorrijders. De motorrijders daarentegen hadden de chauffeur doorgaans wel gezien, maar hadden zijn plotse manoeuvre niet verwacht.

En dan kan ik nu van mijn zeepdoos stappen.

soms blijf je

De huidige reclame van Belgacom is van de meest geestdodende en minst motiverende die ik de laatste tijd heb gezien. De slogan “soms blijf je beter waar je bent” wordt vergezeld door boodschappen van gefnuikte pogingen om vooruit te komen.

Waarschijnlijk zoek ik het allemaal te ver, en is de bedoeling gewoon om de verdwaalde medemens vooral in eigen stal te houden, maar op welk een deprimerende wijze. “Probeer vooral niks nieuws, want je slaagt toch niet in wat je ambieert.” Nice going, Belgacom.