uitgelezen

Helaas, hoe mooi die titel ook mag zijn, ik had geen enkel van de besproken boeken gelezen. Wat de pret niet mocht bederven natuurlijk, want moderator Fien Sabbe had er bij de panelleden op aangedrongen zo min mogelijk over de plot weg te geven. De panelleden van dienst, Marc Reynebeau (Slimme Mens), Annelies Beck (Gouden Uil jurylid), David Van Reybrouck (De Plaag) en Jos Geysels (De Morgen), hadden onder het thema Oorlog & Vrede drie boeken meegekregen. Eenmaal door de file heengeraakt, kwam bovendien Stijn Meuris de pauze verluchten met muziek, en de hekken sluiten met een column.

Het leesvoer – Philippe Claudel: “Grijze zielen” (Les Âmes grises), Wibke Bruhns: “Het land van mijn vader: geschiedenis van een Duitse familie” (“Meines Vaters Land” Eine deutsche Familiengeschichte), en Geert Mak: Gedoemd tot kwetsbaarheid. In chronologische volgorde spelen de taferelen zich af tijdens WOI, WOII, en heel recent de moord op Theo Van Gogh. To cut to the chase, de laatste twee boeken werden grotendeels afgewezen (met nuance voor Mak), en “Grijze zielen” werd weerhouden, onder voorbehoud van maniërisme en bordkartonnen karakterisering (door Van Reybrouck).

De tips van de panelleden (“Signalementen”) na de pauze waren achtereenvolgens crisisgroup.org (DVR); Philip Roth: The Plot Against America (AB); Edward P. Jones: The Known World (MR); en Philippe Claudel: J’abandonne (“Zonder mij”) (JG). Waarmee ik meteen weer weet wat mijn Frans boek voor volgende maand wordt (of toch welke auteur).

Wie er niet was heeft (een beetje) ongelijk, maar het kan helpen toch ietwat voorbereid naar de les te komen (niet dat het een noodzaak is). Vandaar, volgende keer worden besproken: Carlos Ruiz Zafon: De schaduw van de wind; Tom Naegels: Los; Meg Rosoff: How I Live Now (“Hoe ik nu leef”). Two down, one to go. Volgende sessie: dinsdag 24 mei, 20.00 in de Balzaal van de Vooruit. Toegang gratis.

Met dank aan Bertha Coutts voor het signalement (misschien moet ik Lady Chatterley’s Lover ook maar eens lezen).

(En voor wie het zich afvraagt, mijn gezaag beperkt zich tot het ongeloof bij de bevestiging van een cliché: de linkse intelligentsia rookt. Maar laat u dat vooral niet van diezelfde les afleiden.)

overflow

Aaarrgghh. Ik had het nooit gedacht, maar het is wel degelijk mogelijk al uw avonden te vullen met het ‘culturele’ aanbod in Gent. Ik ontdek net het Time Festival.

Ttz ik wist wel dat het festival bezig was –het is schier onmogelijk naast de fluogroene affiches in onze stad te kijken– maar ik had mij nog niet over het programma gebogen. Twee avonden per week weg, was wat mij betreft alvast genoeg, maar deze week loopt het de spuigaten een beetje uit.

  • Het begon zondag, met jazz bij Opatuur
  • Maandag, rustdag (foto’s bewerken).
  • Gisteren, dinsdag, Uitgelezen, in de Vooruit (entry en/of gezaag daarover volgen)
  • Vandaag, woensdag: Zotteg(h)em, in het kader van dat Time Festival. Met achteraf DJ Gert Dooreman! Al heb ik nog niet beslist of ik effectief ga (ik ben verschrikkelijk moe).
  • Morgen, donderdag: Gershwin – Ravel – Fauré – Honegger in de Bijloke
  • Vrijdagavond-zondagnacht: London

Heb ik al gemist: Walter Hus (16/4); ga ik missen, want reeds iets anders: Futhark (INT) (22/04), Max Nagl (AT) – Wumm!Zack! (28/04).

En dan heb ik nog maar naar de gratis stuff in het meeting point aan de Minnemeers gekeken (volledig programma alhier).

jazz bij Opatuur

“Dat is er ene voor de guestlist. Ga maar binnen hoor.”

– Dank u. Ik ben…

“Jaja, ik weet het. Ga maar door jong.”

Ah bon. Ik weet niet welke reputatie ik heb, maar ze ging mij duidelijk vooraf.

“Wat ons betreft moogt ge inderdaad foto’s nemen, maar eigenlijk hangt dat meer af van de muzikanten, dus ge vraagt het best nog eens aan hen.” Maar ook voor hen was er geen enkel probleem; “het maakt toch niet te veel lawaai hé?”

Opatuur is een archetypisch jazzcafé, al zou ik niet weten waar ik die vergelijking vandaan haal, want ik had nog nooit een voet in jazzcafé binnengezet. Het beantwoordde in elk geval aan de verwachtingen: lichtschuw, rookgevuld, rijkelijk voorzien van mannen met baarden die mijmerden in hun trappist, in afwachting van het de aanvang van het concert. De schaarse vrouwen maakten ofwel deel uit van het decor, of waren door manlief (net niet bij de haren) meegesleurd, of kwamen recht uit de akademie binnengewandeld.

opatuur

De binnenkant van het café heeft sinds de oprichting geen daglicht meer gezien, hooguit wat verf, maar het ademt wel uit alle hoeken en kieren sfeer uit. Het is er heel gezellig, met een intimistich klein podium, waardoor het contact met de muzikanten direct is. Geen valse idolatrie, iedereen komt voor de muziek en de sfeer.

Zo was het zondag de beurt aan Hans Van Oost (gitaar), Piet Verbist (bas), en Bart Defoort (sax). Gezien mijn beperkte bekendheid met de anders toch wel uitgebreide Belgische jazz scene, kende ik het trio enkel van naam (en faam). De gitaar is echter een van mijn favoriete instrumenten in de jazz (naast xylofoon en hammond organ), dus ik zat al meteen goed. Van Oost speelde bovendien een zeer begeesterde en virtuoze set, vol glijdende gitaarsolo’s. Hoewel Verbist en Defoort minsterens even impressionant waren.

opatuur

Een verschrikkelijk groot voordeel van jazzcafees zoals Opatuur is het detail dat je te horen krijgt in de muziek. De nabijheid van het publiek laat de muzikanten toe technieken te gebruiken waarvan de subtiliteit in een grote zaal compleet verloren zou gaan. Denk maar aan het aanblazen van de sax, de hogere stille noten van de bas, en de onversterkte elektische gitaar.

Slechts dit: Opatuur is niet ideaal voor mensen met propere longen of andere allergieën (zoals ikzelf). De rook was er bijna letterlijk te snijden, de ventilatie onbestaand. Ben je echter bereid dat ongemak erbij te nemen, dan staat je gegarandeerd een bijzonder aangename avond te wachten. Waarbij 10 EUR voor dit optreden alvast geen cent te veel betaald is.

Hans Van Oost (gitaar), Piet Verbist (bas), en Bart Defoort (sax) gehoord op 17 april bij Opatuur; toegang 10 EUR. Volgende optredens op 1, 15 en 22 mei. Citadellaan 17, 9000 Gent

(Deze entry is ook terug te vinden op gent.blogt.)

[Update:] Voor de geïnteresseerden: deze week meer foto’s van het optreden op The Parallax View.

ontbijt

De koeken komen mij mijn oren uit. Of wacht, ik ging zo niet beginnen.

Wat ik verschrikkelijk mis, is mijn ontbijt. Tijdens de week eet ik graag cereals, maar gezien het reeds volstrekt goddeloze uur waarop ik naar het station moet vertrekken, is daar helaas geen tijd voor. Heel erg luid hoort ge mij dan weer niet klagen, want ik ben net zo vroeg als ik ’s ochtends vertrek, ’s avonds in Gent terug.

In het begin was het overigens heel plezant: toekomen in Noord, op een week (of twee) alle ‘bakkers’ in de grote hal proberen, en van dan af elke dag een variëteit koeken mee naar het werk sleuren (twee of drie). Meestal beperk ik mij tot een croissant en een chocoladekoek, maar niet zelden komt daar nog een ronde suisse of een strikske bij. Maar ik ben het beu; die luchtkoeken uit het Noordstation komen mij de strot uit. Vettig en opgeblazen, smaken ze allemaal hetzelfde, of ze nu croissant of chocolade- dan wel boterkoek mogen heten.

Ik ben nochtans een ontbijtmens. Ik kan ’s avonds gerust zonder eten (en zou dat waarschijnlijk ook doen, had ik niet minstens 1 hongerige mond te voeden), maar ben van het principe: de belangrijkste maaltijd eet je best zo vroeg mogelijk (en dan bouw je af). Als ik (’s ochtends) thuis ben, ga ik graag naar Himschoot aan ’t station, of Bonjour Marie aan de Ajuinlei, of bij Bloch in de Veldstraat. Koffie verkeerd (lait russe) of cappuccino, een eitje, een pistolet en/of een van Blochs heerlijke koffiekoeken, en ik ben gezwind voor de rest van de dag.

(Het zondags ontbijt thuis is een geschikt subsituut.) Misschien moet ik maar eens proberen mijn eigen melk en cereals naar het werk mee te brengen.

circuitair

Het seizoen komt eraan, tijd om een planning op te maken.

100% zeker:

  • 13/06/2005 te Folembray – TLTD – via BMC

90% zeker:

  • 16/05/2005 te Folembray – TLTD – via RAD
  • 7/07/2005 te Croix – TLTD
  • 31/08/2005 te Croix – TLTD

Kanshebbers:

  • 13/08/2005 te Folembray – TLTD
  • 19/09/2005 te Folembray – TLTD
  • ergens een dagje Zolder

TLTD: Three Level Track Day; te kiezen uit RECE (Rij-Ervaring door Circuit-Ervaring), RACE (Voor wie sneller wil leren rijden op circuit), en Vrij Rijden. De eerste keer is dat zeker RECE, daarna misschien (waarschijnlijk) RACE; het tempo ligt wel beduidend hoger. Georganiseerd door Aktief (Motoren & Toerisme); behalve het dagje Zolder, dat wordt georganiseerd door Motorsportschool Zolder.

marktonderzoek

Maandagochtend, tijd voor een klein marktonderzoek.

de blauwe tomaat

  1. Wie herinnert zich de blauwe vruchten nog, die enige tijd geleden de abribussen er als VLD wachthokjes lieten uitzien?
  2. Wie heeft de URL die op de affiches stond genoteerd of onthouden?
  3. Wie heeft daarop de site bezocht? (www.ikhouvanblauw.be)
  4. Wie heeft de link gelegd tussen die blauwe vruchten en de huidge reclamecampagne Alléén de beste tomaten zijn blauw.? (Elvea)

trendspotting

Three column-layout is the new black.

  • Asterisk (uitleg 01 02)
    D. Keith Robinson
  • Zog (entry)
    Michel V.
  • En mijn eigen rejects:
    ontwerp een ontwerp twee
    ontwerp drie

Het systeem van Keith ziet er zeer bruikbaar uit, met de drie kolommen op de homepage, en dan twee voor de indiviual entries. (Niet dat hij de eerste zou zijn die met dat ‘principe’ op de proppen kwam. “Er is niets dat u al niet is voorgedaan.”)

verhoorblad (bis)

“DAAR! DAAR IS HIJ!” loeide de vrouw. Ze stevende recht op mij af, de wagon door, met in haar kielzog maar liefst drie controleurs. Ze waren waarschijnlijk reeds de halve trein doorgelopen op zoek naar de schuldige. Ik kromp ineen.

“Eerst heeft hij in mijn gat genepen, en dan heeft hij aan mijn borsten gevoeld. HIJ DAAR!”, en ze wees naar de man die, aan de andere kant van het gangpad, tegenover mij zat. Ik zat weer rechtop, maar de man keek haar met open mond aan, zich in het geheel niet bewust van het gevaar dat hem had bereikt.

PETS.

De weinige hoofden die zich nog niet naar het drama hadden gekeerd, draaiden zich nu vol verwachting in onze richting. De vrouw had zonet de man een draai rond zijn oren gegeven. Zijn krant was op de grond terecht gekomen, en zijn bril op de schoot van de man naast hem. Op zijn wang tekende zich langzaam de rode afdruk van haar hand af. Iedereen hield de adem in.

“KLOOTZAK!”

Ze probeerde opnieuw naar hem uit te halen, maar een van de controleurs, een anders goedlachs man met zwarte krullen (ik had hem al eerder gezien), slaagde erin haar hand te grijpen voor ze haar doel een tweede keer bereikte.

“LAAT MIJ LOS! LAAT MIJ GODVERDOMME LOS! IK VERMOORD HEM! VERKRACHTER!”

De drie controleurs, twee mannen en één vrouw, slaagden er met moeite in de vrouw in bedwang te houden. De man wist niet waar kruipen.

Geen van de medereizigers bewoog. Ook ik hield me stil, hoewel ik de vrouw bij het binnenkomen reeds had herkend. Hoe kon het ook anders, woensdag nog had ze tegen mijn schenen geschopt, en vruchteloos getracht mijn lid te doorboren.

De vrouw (M. uit B.) trachtte zich uit de grip van het drietal los te wrikken. “Mevrouw, als u niet kalmeert, zullen wij u moeten opsluiten.”

“LOOOOOOOOOOOOOOOS! LAAT! MIJ! LOS!”

Ze was erin geslaagd de man bij diens vest te grijpen, en de contoleurs, die hun krachten zagen afnemen, probeerden haar van hem weg te duwen. “Mevrouw, wij hebben u gewaarschuwd!” Uiteindelijk slaagden ze erin de vrouw in de toiletten op te sluiten, waar de vrouwelijke conducteur, door de deur heen, op haar probeerde in te praten. De sasdeur werd gesloten, maar wij konden de vrouw nog steeds horen.

De controleur met de zwarte krullen keerde terug, en richtte zich tot de ontstelde man. “Gaat het meneer?” De man was ondertussen lijkbleek geworden (waardoor de rode handafdruk nog beter zichtbaar was geworden), maar slaagde er niettemin in te knikken. “Kan u even meekomen alstublieft? Mijn collega verwittigt momenteel de politie, zij zullen ons in Gent op het perron opwachten.” Dat klonk helaas bekend; maar Gent was nog zo’n 15 minuten verwijderd.

Toen hij terugkwam, heb ik hem van mijn wedervaren met de vrouw verteld. De politie kan aan de hand van haar naam zeker de verhoorbladen terugvinden, zo verzekerde ik hem. Pas twee dagen geleden. Nee, ik gaf hem liever mijn naam niet.

Bij aankomst in Gent, heb ik nog eens bemoedigend naar hem geglimlacht, en heb me vervolgens rap uit de voeten gemaakt. De controleurs hielden de uitgang langs de toiletten versperd tot ze eerst de vrouw, een weinig gekalmeerd, door de politie hadden laten uitstappen. De man volgde gedwee.

und Chopin ist auch dabei

Ligeti kende ik enkel van de scores bij Kubrik (Eyes Wide Shut en 2001 A Space Odyssey), en van een aantal liederen die ik had gehoord tijdens Spinrag (niet zo lang geleden). Ik was daar toen echter zodanig over te spreken dat ik dit concert voor geen geld wou missen. Meer nog, ik besloot zelfs om –voor de eerste keer– naar de inleiding van het concert te gaan. Een goede keuze: niet alleen had ik mij op die manier verzekerd van een goede plaats, maar de informatie die door Filip Rathé (dirigent, artistiek leider) werd verstrekt, bleek allesbehalve overbodig.

Wat ik vooral zal onthouden van dit concert is niet zozeer de complexiteit van de composities an sich, maar vooral de geconcentreerdheid en de passie van de muzikanten, én het enthousiasme van het publiek (dat duidelijk wist waarvoor het getekend had).

Tijdens het eerste gedeelte (MonumentSelbstportraitBewegung; voor twee piano’s) werden de pianisten begeleid door twee muzikanten die minstens net zo aandachtig als zijzelf de noten van het blad aan het lezen waren, …om tijdig de bladzijden te kunnen omslaan. De concentratie bij de muzikanten was enorm. De partituur diende zo snel te worden gespeeld dat het mij niet zou verwonderd hebben indien diezelfde begeleiders met doekjes het zweet van het voorhoofd van de pianisten hadden gedept, en er ook nog eens in de coulissen masseurs hadden gewacht om de handspieren terug los te kneden. Het tempo was fenomenaal, en het eerste deel bleek, vooral na de inleiding, tóch zeer toegankelijk.

Slebstportrait bijvoorbeeld, voluit Selbstportrait mit Reich und Reily (und Chopin ist auch dabei), verwijst naar het ‘oude’ minimalisme, en vooral naar de Phase Shifting techniek van Reich (cfr zijn compositie Drumming). Chopin kwam pas op het einde van het stukje kijken, in een paar nep-citaten. Schitterend!

Het tweede deel was het Trio voor Viool, Hoorn en Piano, met het Hoorntrio (opus 40) van Brahms als voorbeeld. Gecomponeerd naar aanleiding van de 150e verjaardag van Brahms (in 1983) is het stuk niet alleen opgezet als hommage aan de componist, maar zijn de vergelijkingen met het voorbeeld vanzelfsprekend (de compositie, maar ook de bezetting, die uitgaat van de ongeventileerde hoorn). Het wordt aanzien als toegankelijk, en werd destijds door de avant-garde afgedaan als een terugkeer naar de conservatieve muziek. Tot groot ongenoegen van Ligeti.

Na de pauze kregen we nog het Concerto voor Piano en Orkest (met de typerend nadrukkelijke aanwezigheid van de percussie). Ligeti beschouwde dit werk als zijn artistieke credo: mijn onafhankelijkheid van zowel de criteria van de traditionele avant-garde als die van het gangbare postmodenisme. Het stuk werd gecreëerd in twee fasen: de eerste drie delen in 1985-86, de laatste twee werden pas achteraf toegevoegd, omdat voor Ligeti het derde deel niet volstond als slotbeweging.

Hoewel het als complexer werd beschreven dan het Trio voor Viool, Hoorn en Piano, vond ik het veel makkelijker om te volgen, of toch er bij te blijven; veel intrigerender en interessanter.

Filip Rathé had tijdens zijn inleiding nog verschrikkelijk fascinerende zaken te vertellen. Hoe de Ligeti flirt met de grens van de virtuositeit, en die grens graag overschrijdt; hoe hij, zoals Schumann, in de partituur schrijft so schnell als möglich om even later toe te voegen noch schneller; of bij de hoornpartij oben en in de marge daarbij vermeldt es ist möglich!, de muzikant daarbij bezwerend nog meer dan het beste van zichzelf te geven. De grenzen worden steeds verlegd. Waar vroeger Shostakovich nog werd beschouwd als aartsmoeilijk, wordt het nu aan muziekstudenten als oefening meegegeven. Binnen afzienbare tijd is het de beurt aan Ligeti.

Laat mij toch maar even klagen over de schabouwelijk slechte zitjes in de Bijlokekapel (keuze tussen keiharde, misvormde uitklapstoeltjes, of houten ‘koor’plaatsen waarschijnlijk zo gemaakt om ervoor te zorgen dat de geestelijken destijds zo min mogelijk zouden gaan zitten tijdens de eredienst). Dringend tijd om daar iets aan te doen.

Edoch, niet alleen de muziek, maar zoals reeds vermeld ook de uitstraling, het enthousiasme, de concentratie en het plezier van de muzikanten maakten van dit concert een uiterst geslaagd optreden. Blij dat ik erbij was.

Portret György Ligeti, door het Spectra Ensemble olv Filip Rathé. Gehoord én gezien op 14 april in De Bijloke.

(Deze entry is ook terug te vinden op gent.blogt)