Ligeti kende ik enkel van de scores bij Kubrik (Eyes Wide Shut en 2001 A Space Odyssey), en van een aantal liederen die ik had gehoord tijdens Spinrag (niet zo lang geleden). Ik was daar toen echter zodanig over te spreken dat ik dit concert voor geen geld wou missen. Meer nog, ik besloot zelfs om –voor de eerste keer– naar de inleiding van het concert te gaan. Een goede keuze: niet alleen had ik mij op die manier verzekerd van een goede plaats, maar de informatie die door Filip Rathé (dirigent, artistiek leider) werd verstrekt, bleek allesbehalve overbodig.
Wat ik vooral zal onthouden van dit concert is niet zozeer de complexiteit van de composities an sich, maar vooral de geconcentreerdheid en de passie van de muzikanten, én het enthousiasme van het publiek (dat duidelijk wist waarvoor het getekend had).
Tijdens het eerste gedeelte (Monument – Selbstportrait – Bewegung; voor twee piano’s) werden de pianisten begeleid door twee muzikanten die minstens net zo aandachtig als zijzelf de noten van het blad aan het lezen waren, …om tijdig de bladzijden te kunnen omslaan. De concentratie bij de muzikanten was enorm. De partituur diende zo snel te worden gespeeld dat het mij niet zou verwonderd hebben indien diezelfde begeleiders met doekjes het zweet van het voorhoofd van de pianisten hadden gedept, en er ook nog eens in de coulissen masseurs hadden gewacht om de handspieren terug los te kneden. Het tempo was fenomenaal, en het eerste deel bleek, vooral na de inleiding, tóch zeer toegankelijk.
Slebstportrait bijvoorbeeld, voluit Selbstportrait mit Reich und Reily (und Chopin ist auch dabei), verwijst naar het ‘oude’ minimalisme, en vooral naar de Phase Shifting techniek van Reich (cfr zijn compositie Drumming). Chopin kwam pas op het einde van het stukje kijken, in een paar nep-citaten. Schitterend!
Het tweede deel was het Trio voor Viool, Hoorn en Piano, met het Hoorntrio (opus 40) van Brahms als voorbeeld. Gecomponeerd naar aanleiding van de 150e verjaardag van Brahms (in 1983) is het stuk niet alleen opgezet als hommage aan de componist, maar zijn de vergelijkingen met het voorbeeld vanzelfsprekend (de compositie, maar ook de bezetting, die uitgaat van de ongeventileerde hoorn). Het wordt aanzien als toegankelijk, en werd destijds door de avant-garde afgedaan als een terugkeer naar de conservatieve muziek. Tot groot ongenoegen van Ligeti.
Na de pauze kregen we nog het Concerto voor Piano en Orkest (met de typerend nadrukkelijke aanwezigheid van de percussie). Ligeti beschouwde dit werk als zijn artistieke credo: mijn onafhankelijkheid van zowel de criteria van de traditionele avant-garde als die van het gangbare postmodenisme.
Het stuk werd gecreëerd in twee fasen: de eerste drie delen in 1985-86, de laatste twee werden pas achteraf toegevoegd, omdat voor Ligeti het derde deel niet volstond als slotbeweging.
Hoewel het als complexer werd beschreven dan het Trio voor Viool, Hoorn en Piano, vond ik het veel makkelijker om te volgen, of toch er bij te blijven; veel intrigerender en interessanter.
Filip Rathé had tijdens zijn inleiding nog verschrikkelijk fascinerende zaken te vertellen. Hoe de Ligeti flirt met de grens van de virtuositeit, en die grens graag overschrijdt; hoe hij, zoals Schumann, in de partituur schrijft so schnell als möglich
om even later toe te voegen noch schneller
; of bij de hoornpartij oben
en in de marge daarbij vermeldt es ist möglich!
, de muzikant daarbij bezwerend nog meer dan het beste van zichzelf te geven. De grenzen worden steeds verlegd. Waar vroeger Shostakovich nog werd beschouwd als aartsmoeilijk, wordt het nu aan muziekstudenten als oefening meegegeven. Binnen afzienbare tijd is het de beurt aan Ligeti.
Laat mij toch maar even klagen over de schabouwelijk slechte zitjes in de Bijlokekapel (keuze tussen keiharde, misvormde uitklapstoeltjes, of houten ‘koor’plaatsen waarschijnlijk zo gemaakt om ervoor te zorgen dat de geestelijken destijds zo min mogelijk zouden gaan zitten tijdens de eredienst). Dringend tijd om daar iets aan te doen.
Edoch, niet alleen de muziek, maar zoals reeds vermeld ook de uitstraling, het enthousiasme, de concentratie en het plezier van de muzikanten maakten van dit concert een uiterst geslaagd optreden. Blij dat ik erbij was.
Portret György Ligeti, door het Spectra Ensemble olv Filip Rathé. Gehoord én gezien op 14 april in De Bijloke.
(Deze entry is ook terug te vinden op gent.blogt)