My Summer of Love

Derde keer goede keer? My Summer of Love is in elk geval de beste film uit het rijtje deze week. Zoals in de eerste film gaat het ook hier om een bildungsfilm, een adolescente zoektocht naar zichzelf. Evenmin wordt hier een boodschap uitgedragen, al gaat het wel een duidelijk afgelijnde episode in het leven van Mona, het hoofdpersonnage.

Mona leeft samen met haar broer op het Engelse platteland. Ze raakt echter totaal van hem vervreemd wanneer hij zich bekeert en zijn pub omvormt tot een geloofscentrum. Tamsin is een decadent en verwend meisje, dat net van school werd gestuurd, en de zomer op de landhuis van haar ouders moet doorbrengen.

beeld uit de film: moped

Wanneer de meisjes elkaar ontmoeten, klikt het meteen. Het is vooral de verveling die beide meisjes steeds dichter naar elkaar toe drijft, en de Summer of Love wordt al gauw een zomer vol experimenten en spelletjes. Regisseur Pawlikowski slaagt er echter wonderwel in om dit alles met veel evidentie neer te zetten zonder in clichés te vervallen. Hoewel daar mogelijkheden genoeg toe waren.

Want ondanks de verscheidenheid aan onderwerpen die worden aangeraakt, is Summer of Love geen film die ’te veel’ wil zijn. Het verhaal blijft gefocused op Mona en Tamsin, met een sterke bijrol voor Mona’s broer Phil. De ontknoping is verrassend, zij het niet geheel onverwacht, en de film is uitgewerkt tot een passend geheel.

My Summer of Love is gebaseerd op het gelijknamige boek van Helen Cross (haar debuut), dat we meteen op onze boekenstapel hebben bijgelegd. Maar vooral Pawlikowski is duidelijk een regisseur om in de gaten te houden. Mooi.

My Summer of Love (2004), van Pawel Pawlikowski, gezien in de Sphinx aan de Sint-Michielshelling (Korenmarkt). De trailer kan u hier bekijken.

(Deze entry is ook terug te vinden op gent.blogt)

War of the Worlds

Het vraagt veelal durf of domheid om een klassieker aan te pakken. In zeldzame gevallen kan dat hele mooie resultaten opleveren, maar, u hoort me al aankomen, dit is er niet zo een. Begrijp me niet verkeerd, Spielbergs War of the Worlds is geslaagd entertainment, maar ook niet meer dan dat. Verschillende stijlen worden door elkaar gehaspeld, denkfouten worden niet weggewerkt, en het einde, tsja, dat einde: het is en blijft Hollywood.

Het gelijknamige boek van H.G. Wells, The War of the Worlds, werd reeds –met wisselend succes– herhaaldelijke keren bewerkt: verschillende verfilmingen, een musical, een stripverhaal, maar vooral de radiobewerking van Orson Welles. Voor de recente filmversie was een budget van 132 miljoen USD uitgetrokken.

beeld uit de film: tripods

De film wil teveel ineens zijn, en mist daardoor focus of visie. Het is een science fiction film met gedateerde elementen (waarschijnlijk in een poging authetiek over te komen, getuige de off-screen commentaar aan het begin en op het einde), maar tegelijkertijd heeft het veel meer weg van een rampenfilm. De aliens zijn vaak slechts een aanleiding om vooral het menselijke aspect te beklemtonen (hoe gedraagt men zich in dergelijke omstandigheden), maar het wordt allemaal niet uitgediept.

Helaas is deze film ook een post-9/11 vehikel. In het huidige tijdsbeeld passen aliens precies veel minder goed dan terroristen, en het is jammer dat zulks ook in een Hollywoodspektakel moet worden benadrukt. Wanneer het dochtertje –pas met papa en broer op de vlucht geslagen– vraagt “dad, are those the terrorists“, dan wordt het er voor mij niet makkelijker op mij in de film in te leven. Vergeef mij, maar dergelijk realisme heeft in deze film niks te zoeken.

Het gaat wel vooruit (zelfs de episode in de kelder): de 116 minuten zijn voorbij voor u er erg in hebt. De denkfouten en inconsistentie neemt u er dan maar bij.

War of the Worlds (2005), van Steven Spielberg, gezien in de Decascoop aan Ter Platen (speelt ook in de Studio Skoop aan het Sint-Annaplein).

(Deze entry is ook terug te vinden op gent.blogt)

takelen (6)

Het was weer lang geleden, maar vandaag had er weer iemand prijs.

Mensen, ’t staat er in ’t groot op: niet parkeren voor mijn (garage)poort. Anders koopt ge maar een brilleke. Of twee. (Of betaalt ge 250 EUR aan de staat, mij ook goed.)

(BTW tegen alle verwachtingen in: tijdens de Feesten geen enkele keer een wildparkeerder gehad.)

La Niña Santa

Om niet meteen in een Groot Zwart Gat™ te vallen na de Gentse Feesten, besloten we gisteren nog maar eens een filmpje mee te pikken. Keuze te over, en gezien de (review)sterren en de synopsis, opteerden we voor La Niña Santa. Een vergissing, zo bleek.

Het Heilige Meisje uit de titel is Amalia, die samen met haar (gescheiden) moeder in La Ciénaga woont, waar ze een hotel uitbaten, en waar op het moment van het verhaal, een artsencongres plaatsvindt. Na koorrepetities krijgt Amalia met haar vriendin Jose(fina) onderricht in geestelijke roeping en geloof.

still van de film: Amalia

Wanneer Amalia na zo’n sessie op straat naar een theremin speler staat te kijken, voelt ze hoe een man achter haar zich op een intieme manier tegen haar aanduwt. Later blijkt dat de man Dr. Jano is, een getrouwd man, tot wie haar moeder zich aangetrokken voelt. Amalia heeft meteen haar roeping gevonden, en volgens de synopsis wordt haar missie de man van zijn zonden te verlossen. Nergens in de film wordt echter gewag gemaakt dat de man een zondaar zou zijn, en ik kan me niet van de indruk ontdoen dat Amalia’s motivatie vooral te vinden is in de nieuwsgierigheid van haar ontluikende sexualiteit.

Had men mij verteld dat de film was gemaakt door een man, ik zou het onmiddellijk hebben geloofd. De film zit vol puberclichés van oudere mannen die voor tienermeisjes vallen, hartsvriendinnen die –vanzelfsprekend– lesbisch geïnclineerd zijn, geen voorhuwelijkse sex, en dan toch weer wel, etc. Hoewel er best wel mooie scènes in voorkomen, zit de verhaallijn veel te wankel en vooral voorspelbaar in elkaar. Al moet ik toegeven dat de regisseur erin geslaagd is het einde niet te verpesten (en zoals u onderhand misschien wel weet, is dat voor mij een belangrijk criterium).

Niettemin blijft La Niña Santa een in de reviews gehypte en overschatte film, die rustig voortkabbelt (zoals het water in het zwembad van het hotel), maar niet weet te boeien. Het is een (te) subtiele opeenstapeling van clichés en zal hoogst waarschijnlijk door een aantal katholieke onderwijsinstellingen worden aangewend als klasfilm. Om gauw te vergeten.

La Niña Santa (2004), van Lucrecia Martel, gezien in Studio Skoop aan het Sint-Annaplein.

(Deze entry is ook terug te vinden op gent.blogt)

we blijven bijleren

We blijven nog even aan de toog hangen, dank zij de Evaluatie van Dimi.

Configuratie:

  • ISO: ik heb schrik van ISO 1600 (3200 zit al evenmin op de D70), voornamelijk voor de ruis. Totaal ongegrond waarschijnlijk, maar ik heb me beperkt tot 800.
  • RAW: absoluut. RAW+JPG zelfs, zodat ik er rap eens doorheen kan browsen op de computer achteraf. Kwestie van de onscherpe er al meteen uit te halen. Al ben ik er een beetje van aan het terugkomen. Zeker na het artikel Joey Terrill: from Hasselblad film to Canon digital bij Rob Galbraith te hebben doorgenomen, in het bijzonder dit stukje daaruit:

    Terrill shoots all his work in RAW format only. He decided never to shoot RAW+JPEG after running a test where he shot in that mode, segregated the Color Matrix 4, Standard tone curve JPEGs without looking at them first, converted the RAWs to his visual taste, and then compared them. “The difference was so extreme, and the JPEGs looked so bad to my eye,” he says, “that from that point forward I never wanted to see the JPEGs because they might influence the way I converted the RAWs. [The JPEGs] were incredibly contrasty.”

  • Mode: SP (TV) mode: in het begin heb ik met AP (AV) mode gewerkt. Nadien ben ik op vol manueel overgeschakeld (na telkens eerst een testshot of drie te hebben genomen), wat ruwweg neerkwam op ISO 800, 1/60, f/2.8 De 70-200 heeft wel VR, supersnelle focus (ook bij weinig licht), en was vastgeschroefd op een monopod. Grappig wel, was dat ik een paar keer de VR van ‘Normal‘ naar ‘Active‘ heb verschoven (normaal gezien enkel te gebruiken als je zelf in beweging bent), omdat ik door de bassen stond mee te trillen. Ik heb er het resultaat nog niet op nagekeken.
  • White Balance: stel ze zelf in, het spaart veel tijd uit. Zet het op kunstlicht als je in kunstlicht fotografeert, en laat het niet in Auto mode staan, zoals ik de eerste twee dagen heb gedaan. Vergeet het nadien wel niet terug te zetten.
  • Een goede RAW converter: momenteel gebruik ik Capture-One (in errm evaluatie-versie) van Phase One. Er kruipt veel werk en veel tijd in, maar het loont de moeite. Ik heb nog niet eens tijd gehad om er me deftig in te verdiepen in ik denk dan ook dat ik nog geen 10% van de mogelijkheden heb benut. Verschrikkelijk praktisch om de Auto White Balance te corrigeren.
  • Oordopjes

Gemist:

  • Een snelle image browser voor RAW files. ACDSee is daarvoor tergend traag. Ik heb er ondertussen een gevonden, Photo Mechanic (verschrikkelijk duur), en een dezer ga ik ook BreezeBrowser eens bekijken. iView is misschien praktisch om te organiseren, maar ik mis toch een aantal dingen (zoals het linken van JPG en RAW, wat bij Photo Mechanic wel gebeurt).
  • Een geheugentank (volgend jaar misschien).
  • Een tweede body met daarop een breedbeeld lens (zie ik er niet echt komen; die lens misschien wel, de tweede body niet): bijna al mijn foto’s zijn close-ups. Ik heb er een paar met de 50mm genomen, maar het is een verschrikkelijke bedoening tijdens het concert de lenzen te verwisselen, en als je dan nog alleen maar tijdens de eerste twee nummers foto’s mag maken, heb je er gewoon geen tijd voor.

En ik vergeet wel nog wat. Vergeet niet Dimi’s Evaluatie te lezen!

vakantieblues

Hebt u dat ook? Het wereldvreemde gevoel nadat u wordt verplicht uw vakantiecocoon opnieuw om te ruilen voor uw dagdagelijkse bestaan?

Bijna had ik deze ochtend in Noord de trein terug naar Gent genomen. Ik heb nog zoveel te doen; zoveel foto’s te editeren, een website te maken, boeken te lezen, films te zien, naar de Feesten gaan. Al zijn ze echt wel gedaan nu, zo wist een wazig koppel mij op het perron –met evenveel spijt als ikzelf– te vertellen.

Hoe lang gaat het duren, vraag ik mij dan af, wanneer ik de troosteloze gelaten, op het randje van het depressieve af, rond mij op de zitjes in de trein zie plaatsnemen, voor ook ik mij terug in die routine schik. Bladen worden uit de tas gediept, in neuzen wordt gepeuterd, zuchten worden geslaakt: het voorbije weekend is alweer twee dagen geleden, en het komende weekend nog veel te ver weg. En het weer helpt ook al niet.

“Meneer,” zo eiste een vermoeide vrouw, “laat mij alstublieft eens door. Sommigen onder ons moeten gaan werken.” Wat me dan weer deed denken aan het BNF, waar een ex-collega van Tessa ons wist te vertellen, nadat hij me vooraan aan het werk had gezien: “Ik kom naar Blue Note voor de jazz. Maar iedereen zijn goesting natuurlijk.”

BNF / fin

Met de bekendmaking van de winnaar van Jong Jazztalent in Gent, is ook het Blue Note Festival afgesloten. Winnaar dit jaar is het Carlo Nardozza Quintet, met op de tweede en derde plaats El Stick en Olivier Juprelle. Olivier Juprelle heb ik gemist (ik heb er twee gemist dit jaar, Juprelle en het Adriaan Van de Velde Quartet), El Stick vond ik fantastisch, en het Carlo Nardozza Quintet heeft inderdaad verdiend gewonnen (foto’s volgen nog).

Rest nog een follow-up review voor gent.blogt te schrijven, (vooral) de foto’s van BNF te selecteren en voor internet klaar te stomen (PhaseOne + mijn standaard photoshop acties), en de accreditatieaanvraag voor Jazz Middelheim in te sturen (inderdaad, ik heb de smaak te pakken). Wish me luck.

(BTW: voor wie het nog niet door had, het Robin Verheyen Trio houdt u maar best in de gaten.)

hosting

Priorweb blijft aanmodderen, dus ondertussen heb ik maar een account bij Dreamhost besteld.

Hun goedkoopste plan, Crazy Domain Insane!, kost nog 110 USD per jaar (exclusief setup kosten, die er evenwel niet bijkomen als je een jaar vooruit betaalt). Vergelijk het echter met Priorweb, waar ik 120 EUR per jaar betaal voor 250 MB diskspace, 10 GB bandwith, 5 MySQL databases, en hosting voor 1 domein, dan krijg je bij Dreamhost 2400 MB diskspace, 120 GB bandwith, een onbeperkt aantal MySQL databases, en hosting voor 3 domeinen.

Komt daar nog bij dat ik even heb gegoogled op dreamhost promo code, uitgekomen ben bij ene Jesse Ruderman, en het getal “777” heb ingegeven als coupon code, waardoor ik voor al die faciliteiten nu slechts 9,95 USD voor het eerste jaar betaal.

Zeg nu zelf.

(De verhuis van volume12.net zit er nog niet in. Ik ga dreamhost eerst testen met december.org –al komt er geen nieuwe december.org site– en een nieuw project.)

meer geheugen (ter)

Vanochtend heb ik een 200GB Maxtor Firewire HD bijgekocht. Ondertussen staat het ding (via Retrospect Express) al twee uur te backuppen aan 125,5 MB/min –wat mij niet echt snel lijkt.

Normaal gezien doe ik een backup met ditto via de command line

time sudo ditto -rsrcFork "/Volumes/fotofoto" "/Volumes/backup/fotofoto"

en ik heb de indruk dat het op die manier toch sneller ging. Misschien dat ik PsyncX eens probeer.