“Papa, wilde gij dat hier alstublieft naar beneden meedragen?”
Heel even keek ik hem gefronst aan, maar al gauw daagde het. Het is vaderdag vandaag, en hij heeft zijn verrassingen boven op zijn kamer weggestoken. Dat en zijn jommekes naar beneden dragen, zou van het goede een beetje teveel geweest zijn. Eigenlijk had hij heel erg graag ontbijtkoeken gehaald, maar dat zag ik niet echt zitten.
—
“Kind krijgt steeds minder vrijheid”, las in woensdag in DM (enfin, donderdag, want de krant van woensdag zat pas donderdag in de bus). Waar de speelactiradius –de veilige zonen waarin ouders hun kinderen laten spelen– van een achtjarige in 1970 nog een straal van 840 meter had, is die in 2007 voor 79 procent van de ouders gekrompen tot 20 meter.
En dat klopt. Geen haar op mijn hoofd dat eraan zou denken Henri dezelfde vrijheid te geven die ik had, tijdens mijn preteen jaren. Wij gingen met de fiets de ganse buurt door, de straat uit, de velden in. Nu mag hij ook doen wat hij wil, maar ik moet hem kunnen zien, of weten dat hij bij iemand is die ik vertrouw. “L’enfer c’est les autres“, ruk ik hier maar even uit de context.
—
Een papieren, zelfgemaakte puppet on a string, twee tekeningen, een kaartje, een brief die hij eerst heeft voorgelezen, en een heleboel knuffels. Geen ontbijtkoek die daar tegenop kan.