de bron: de decodering

Eigenlijk is het heel eenvoudig: gans het verhaal is terug te brengen tot “gij moet vinden dat het goed klinkt”. Want uiteindelijk is het de gebruiker die tevreden moet zijn met het systeem dat hij zich aanschaft.

Zo eenvoudig is het echter nooit. Want de aanschaf van een systeem is afhankelijk van een aantal beperkingen. De ruimte waarin wordt geluisterd, de persoonlijke smaak én de ervaring van de luisteraar, en, in niet te onderschatten mate, het budget.

We maken het ons gemakkelijk, en vertrekken opnieuw van een concrete vraag:

Maar laten we er bij je volgende stukje van uitgaan dat de opname quasi perfect is of dat een perfecte opname naar een lossless formaat gekopieerd werd naar de Mac. Wat dan? Wat maakt jouw cd-speler tot zo’n goede lezer? Is er een hoorbaar verschil met het afspelen van lossless formaten via computer?

Strikt genomen? Ja.

Muziek wordt tegenwoordig digitaal opgeslagen. Zowel de cd als (al dan niet lossless) mp3/4 bestanden bestaat uit een serie eentjes en nullen, die op een of andere manier terug in muziek moeten worden omgezet. Als we uitgaan van lossless bestanden, is het in grote mate die omzetting die de kwaliteit van de muziek zal bepalen.

Daarvoor gebruiken we een DAC, een digital-to-analog converter, die de eentjes en nulletjes naar een analoog signaal (stroom) zal omzetten. Die stroom wordt in de versterker… versterkt, en naar de luidsprekers gestuurd. In dit proces zijn er dus minstens vier factoren waar we rekening mee moeten houden: (1) de omzetting van het signaal, (2) de versterking van het signaal, (3) de weergave van het signaal en (4) het transport van het signaal. Ik ga er niet té diep op in, en beperk mij min of meer tot de omzetting.

Waarom is mijn cd-speler beter dan uw (of mijn) mac? Hierbij zijn o.a. deze twee zaken van belang: jitter en de DAC. Het zijn alletwee verschrikkelijk technische zaken, waarbij door verkopers en het soort audiofielen dat liever over hun toestellen spreekt dan naar muziek luistert, met veel plezier met allerlei cijfers wordt gegoocheld. We laten die cijfers hier buiten beschouwing. (Een goede, min of meer technische, ‘introductie’ over jitter is te vinden bij TNT: DIGITabilis: crash course on digital audio interfaces.)

De DAC die in computers zit is (bijna) altijd minder goed dan de DAC in een cd-speler; bovendien zit er in de computer allerlei andere electronica die zorgt voor interferentie met een verder onafgeschermde DAC, wat resulteert in (soms) hoorbare storing in het audiosignaal. Ideaal is een scheiding tussen transport (de cd-lezer) en DAC. In dat opzicht is de G5 een van de betere bronnen, gezien de superieure digitale optische uitgang. Verbind dat met een goede DAC, en u bent al een heel eind op goede weg. Dus ja, het optisch signaal van de mac verbinden met een digitale versterker zorgt voor een beter geluid.

Nog beter is er een dedicated DAC tussen steken, en een analoge (normale) versterker gebruiken. Ook in een digitale versterker treden interferenties op de DAC door de andere eletronica. Bijkomend voordeel is dat als je ooit wilt upgraden, je niet alles moet vervangen.

Samengevat, het is niet alleen de lezer (die eigenlijk pas écht in High End ter sprake komt), maar voornamelijk de conversie die de kwaliteit van de muziek zal bepalen. En pas dan beginnen we aan zaken zoals versterking, weergave (luidsprekers) en transport (kabels).

Wordt vervolgd.

(Lees ook: Utilizing the G5 iMac Optical Output, Parts 1-3)

3 gedachtes over “de bron: de decodering”

  1. Wijs. Er zijn er zo nog; o.a. een met buizen ipv transistoren. Maar de prijs blijft inderdaad een onverantwoord groot probleem.

Reacties zijn gesloten.