(Leica M6TTL, 28mm Color-Skopar, Fuji Superia 200ISO)
Arches National Park, Moab, UT, USA
Las Vegas moet je ervaren hebben om te kunnen vatten. Niets van wat ze erover vertellen, is een goede voorbereiding voor de waanzin die The Strip heet. De Las Vegas Strip is een 4 mijl (een kleine 6 km) lang stuk van de Las Vegas Blvd, en bestaat voornamelijk uit hotels (annex casino’s annex shopping malls). Het begint in het noorden met de Stratosphere, een gebouw dat weggelopen lijkt uit de cartoonserie The Jetsons, en eindigt in het zuiden met Mandalay Bay. Geen van beide hebben we bezocht, al trok Mandalay Bay ons (lees: Henri) zeer sterk aan met een –volgens de boekjes– 4ha groot zwembad.
Wij hebben gedurende drie dagen wel zowat dagelijks het grootste stuk van die Strip afgewandeld, vaak hoppend van het ene hotel naar het andere, om er ons te laten overdonderen door de onwaarschijnlijk schitterende uitspattingen van kitsch en fakeness.
Toen we er de 27e (juli) ’s avonds toekwamen, een dag eerder dan voorzien, zijn we eerst en vooral naar het Las Vegas Outlet Center getrokken. Let’s get it over and done with, zo dachten we toen nog. We beginnen met shopping, dan hebben we tijd voor de rest. Bovendien lag het Outlet Center een stevige eind voorbij de Strip, en gezien we de wagen pas de dag nadien moesten binnenbrengen, kwam dat extra goed uit. We hebben het ganse Center doorgewandeld, en het viel precies binnen de verwachtingen: heel erg groot, een aantal bekende merken (waaronder Nike!), en we zijn er perfect in geslaagd onze VISA-kaart grotendeels in onze portefeuille te houden. (Nadien zijn we in de lokale Colruyt binnengestapt (Food 4 Less), om een voorraadje drank (pepsi max, melk, cranberry juice, water, fruit) in te slaan voor de komende dagen.)
De volgende dag ontdekten we evenwel Fashion Show. We brachten er zowat de helft van de dag door, en ik heb er in de Apple Store kunnen prutsen op de iPhone. Boven de shopping mall zweeft een gigantische schijf, die een schaduw werpt over het onderliggende plein. Niet dat zo’n schaduw veel uithaalt in de >40°C droge lucht.
Lang hoeft men evenwel niet door te brengen in die hitte: in de vele hotels (annex casino’s annex shopping malls) ligt de temperatuur beduidend lager, en op de weinige terrassen is een nevelsysteem voorzien dat continu verfrissing biedt. Voeg daarbij de gigantische hoeveelheid verlichting, en ik wel zelfs niet weten wat de ecologische voetafdruk van the Strip voorstelt.
Want die Strip is eigenlijk een gigantisch attractiepark. Een beetje voorbij Fashion Show bevindt zich Treasure Island, waar zich aan de voorkant twee piratenschepen bevinden. Dagelijks worden daar (gratis) shows opgevoerd. Vroeger waren het piratengevechten, maar tegenwoordig, zo mochten we ondervinden toen we er met Henri op de avond van de eerste volle dag (28/07) bleven kijken, zijn de piraten vrouwelijk en wordt een soort soft-erotische show opgevoerd. Voornamelijk gebaseerd op suggestie, want zelfs in dit ‘oord des verderfs’ moet men zich verantwoorden aan de eerder hypocriete Amerikaanse moraliteit.
Aan de overkant bevindt zich The Venetian, geïnspireerd op –u raadt het al– Venetië, compleet met water en bijhorende gondels en (zingende!) gondeliers, de Brug der Zuchten, en het San Marcoplein. En een shopping mall natuurlijk, waar de verlichting constant op valavond ingesteld staat, en waar de stenen glinsteren alsof ze net beregend werden. Hoewel het buiten een stralende hemel was, is het plafond niet van glas, maar werd het beschilderd met blauwe lucht en witte wolkjes. Romantiek, the American way.
Hierboven de ingang van The Venetian (buiten), inclusief kanalen en gondels; en hieronder het San Marcoplein, in de shopping mall (binnen) waar men 6 dollar betaalt voor 1 bol ijs, en 1 dollar extra als die bol op een hoorntje moet. Linksonder op die foto is de aanlegplaats voor de gondels.
The Venetian is een van de duurdere hotels, samen met het Bellagio (foto hieronder, waar je rechts nog een van de gebouwen van het Caesars Palace ziet). In het water voor het hotel bevinden zich de Fountains of Bellagio, een gigantische muzikale fontein, die zorgt voor een licht-, klank- en waterspel.
Aan het plafond in de lobby ‘groeien’ de Fiori di Como, een kunstwerk van Dale Chihuly (foto linksonder). Tegenover het Bellagio bevindt zich Paris Las Vegas, waar vanzelfsprekend een typische bistro en de Eiffeltoren niet mag ontbreken. (Op halve grootte, die Eiffeltoren, maar enkel omdat de McCarran International Airport te dichtbij was, en een replica op ware grootte daarom te hoog was.)
Wij verbleven helemaal in het noorden, het eerste hotel voorbij de Stratosphere, in Circus Circus. We hadden het hotel uitgekozen met Henri in gedachten, en bij aankomst bleek dat het hotel best wel wat opsmuk kan gebruiken. We zaten niet in het hoofdgebouw, maar in één van de bijgebouwen, die evenwel dicht bij het zwembad lagen. We zaten er op de eerste verdieping (second floor), hadden een raam dat niet op slot kon, en een kamer die eigenlijk minder interessant of comfortabel (maar wel duurder) was dan de meeste motelkamers waar we ondertussen al hadden in verbleven. Niet (heel) erg, we hadden het ding enkel nodig om in te slapen (en ons te wassen).
De hoofdingang zag eruit als een circustent, maar eens je daar binnen was, moets je eerst nog het casino door, voor je tot de eigenlijke lobby kwam, die helemaal aan de andere kant van het hotel lag. Ook daar kon je met de wagen langs rijden, ontdekten we achteraf, maar die ingang was veel minder spectaculair natuurlijk.
In het casino waren er op regelmatige tijdstippen circusartiesten aan het werk, zoals deze trapezisten die boven de hoofden van de gokkers halsbrekende toeren uithaalden..
Zelf hebben we natuurlijk ook een gokje gewaagd. We hadden op voorhand afgesproken om niet meer dan tien dollar te vergokken (het zijn er twaalf geworden, omdat ik nog wat kleingeld had dat ik op de luchthaven heb vergokt), en we hebben er zesentwintig uit gehaald: veertien dollar winst!
Oh, en Vegas is niet alleen bekend om the Strip, maar om de eenvoudige manier om in het huwelijk te treden. Er waren niet alleen casino’s en shopping malls in elk hotel, maar er was ook steeds minstens één Wedding Chapel. Las Vegas is tenslotte the Marriage Capital of the World, waar jaarlijks gemiddeld zo’n 150.000 huwelijken worden voltrokken. Maar we hebben bijzonder weinig trouwers gezien (drie, vier?). (En nee, we zijn er zelf niet getrouwd.)
(Leica M6TTL, 28mm Color-Skopar, Fuji Superia 400ISO)
Onderweg van Salt Lake City naar Moab (Arches National Park) zijn we gestopt voor lunch in Green River. Op Main Street aten we onze eerste burger van de vakantie in Ben’s Café. Green River –Main Street althans– leek ons voor een groot deel verlaten, op twee drukke truckstops vlak bij de op- en afritten van de autosnelweg na.
Natuurlijk heb ik gelopen in de USA. In het begin heb ik mijn schema gewoon gevolgd –tenminste, op tijd en niet op afstand, want ik had afstand- en hartslagmeter thuis gelaten. Net zoals mijn goede schoenen, met half in het achterhoofd dat ik wel eens wou zien wat ze in Niketown te bieden hadden. Nikes –of enig ander merk– heb ik niet gevonden in de woestijn, en toen we in het erm… meer gepopuleerde Vegas kwamen, was het er zodanig warm, dat ik het lopen daar wel heb gelaten.
Mijn eerste run, goed voor een kleine veertig minuten, heb ik afgelegd in Salt Lake City, UT. We verbleven er in Hotel Little America –dat, zoals het cliché kon voospellen, allesbehalve ‘little‘ was. Ik heb er een tiental ‘blokken’ ver gelopen, naar rechts gedraaid, opnieuw naar rechts, en hetzelfde tiental ‘blokken’ teruggekeerd. Verloren lopen in geometrisch Amerika is er niet bij. Ik herinner mij dat ik het toen reeds behoorlijk warm vond, om half zeven ’s ochtends. Bijzonder grappig, vind ik die indruk nu.
De tweede run was de ochtend na onze tweede overnachting, deze keer in het Super 8 Motel in Moab, UT vlakbij het Arches National Park. Iets warmer al, deze keer, en ik herinner mij dat ik Tessa vertelde dat mijn t-shirt enkel droog was gebleven omdat hier lopen een beetje was zoals in de constante luchtstroom van een haardroger lopen. De wegen waren er ook minder geometrisch, dus ben ik na twintig minuten gewoon op mijn stappen teruggekeerd.
De derde –en laatste– run heb ik gelopen in Page, AZ (na een nacht in alweer een Super 8 Motel, tussen een bezoek aan Four Corners Monument en Monument Valley, en Grand Canyon National Park in). Het was het langste (en warmste) parcours, dat mij van ons hotel tot in de woestijn rond Lake Powell bracht, waar ik een schitterende zonsopgang heb gezien.
Ook tijdens ons kort verblijf aan zee heb ik (één keer) een veertigtal minuten gelopen, maar het was pas gisteren dat ik opnieuw mijn vertrouwde parcours kon afleggen (zondag was ik afgemat door een verlate jetlag, en het leek mij niet ideaal mijn training zo te hervatten). Fan-tas-tisch. Ik heb er ongelooflijk van genoten, opnieuw die ronde af te kunnen leggen. En ik kan niet wachten om morgen opnieuw te gaan lopen. Het is bijna een fysisch gemis, mijn lichaam dat smeekt om te worden afgemat.
Nog tot het einde van de maand ga ik op dezelfde manier doordoen (d.w.z. een afstand van zo’n 7 km lopen), en dan ga ik beginnen met een schema voor de 10k (die ik ondertussen eigenlijk al lang met gemak kan lopen). Heerlijk.
In de lobby van het hotel bevond zich een Information Stand. De vrouw zag mij al van ver aankomen.
“Do you need assistance, Sir?”, vroeg ze toen ik op een paar passen van haar was verwijderd.
“Actually yeah, I do.” (Ik was ondertussen al helemaal mee met de local speak, vandaar de ‘yeah‘ waar de subtielere ‘yes‘ ruimschoots had volstaan.) “Would you happen to know whether there is an Apple Store somewhere on the Strip?”
Ze keek me niet begrijpend aan. “An apple store? Like the fruit? What kind of apples are you looking for, Sir.”
“Erm, well, it’s more Apple as in Apple Computers,” corrigeerde ik voorzichtig.
“Oh!”, stootte ze uit. “You sound just like my daughter who tells me all kind of stuff I don’t know nothing about when I get home.” Ze ging net zeggen dat ze geen idee had waar ik dat kon vinden, toen een jongere collega ons toeriep: “at Fashion Show! It’s all at Fashion Show.”
Fashion Show is de grootste shoppping mall op de Strip. De Strip is de Las Vegas Boulevard, de drukste weg in Vegas, waarlangs alle (belangrijke) casino’s/hotels gevestigd zijn. Wij logeerden in Circus Circus, helemaal op de noordkant van de Strip, en het zuiden werd afgesloten met Mandalay Bay. Er waren nog wel wat hotels voor en achter, maar ik had niet het gevoel dat die nog ergens voor meetelden. Fashion Show lag daar ergens tussenin, eigenlijk nog redelijk dicht bij ons hotel. Er was een stuk braakliggend grond, een McDonalds, een hotel dat aan het begin van juli er na 65 jaar mee was opgehouden (Frontier, 1942 – 2007), een tijdelijk (?) office voor de in aanbouw zijnde Trump Building, en dan was er Fashion Show. De eerste volle dag dat we in Vegas waren hebben we er grotendeels in doorgebracht.
De shopping mall telt three floors (een gelijkvloers en twee verdiepingen), waar je honderden winkels vindt, voornamelijk kledingszaken. Op de tweede verdieping (third floor) was er een food court vol junk food ketens. De Apple Store bevond zich op het gelijkvloers, helemaal achteraan. De winkel was eerder aan de kleine kant (geen verdieping hier), maar had alles in huis wat je je op Applevlak kon wensen. Inclusief de iPhone. Tessa zou er tijdens de laatste dag van ons verblijf de MacBook aanschaffen (nog goedkoper dan de studentenprijs in België) waarop ik deze tekst zit te tikken.
De iPhone had een plaatsje gekregen, prominent vooraan in de winkel, waar ik straal voorbij was gelopen, om met Tessa de verschillende laptop modellen te overlopen. Henri had er evenwel al onmiddellijk een in zijn handen, en voor ik het goed wist, zo vertelde Tessa even later, had hij al YouTube video’s afgespeeld en een route geplot van Salt Lake City (onze eerste nacht in de USA) naar Vegas.
Het is een fantastisch toestel, die iPhone, en de weinige beschikbare exemplaren vliegen dan ook de winkel uit. “How to buy an iPhone“, stond er op een officiële pancarte bij de ingang. “Be here when the store opens at 9 a.m. We receive new iPhones daily, but only in limited supply.” Hoe het toestel werkt? Net zoals in de reclame. Slide to unlock, slide to scroll, internet, adresboek, sms, verander de oriëntatie van de tekst (landscape naar portrait en omgekeerd) door het toestel te draaien, enz. Het is redelijk plat –platter dan de meeste GSMs in elk geval– en het scherm wordt niet vuiler dan het scherm van een gsm. Tekst tikken en op links klikken kan een beetje moeilijk zijn voor mensen met grotere vingers, maar het is zeer zeker werkbaar vor iedereen. Een stylus zou misschien een asset zijn, maar misschien bestaat die mogelijk ondertussen al. Ik heb het niet geprobeerd, en evenmin gevraagd. De hebbeding-factor is –ondanks de prijs– onmetelijk hoog. Er kwam geen Amerikaan voorbij of het stond op zijn verlangenlijstje.
In elk geval: I touched the iPhone. En dat voelde zeer goed.
Mijn madam kreeg dit in haar inbox:
Gezocht: gemotiveerde dokter (die eventueel nog specialiseert)!
Voor het VTM programma “Toast Kannibaal“, waarin een vlaams gezin 3 weken bij een authentieke stam gaat leven, zijn we op zoek naar een enthousiaste dokter met zin voor avontuur.
Het is de bedoeling dat je zorgt voor de deelnemende families en crew als er zich medische problemen voordoen. Daarbuiten richt je een soort veldhospitaaltje in waar de lokale bevolking, die meestal geen enkele toegang tot medische hulp heeft, gratis op consultatie kan komen. Wij zorgen voor heel wat medicatie om hen te behandelen.
Vergoeding af te spreken.
Tom Cloeckaert
0477 51 84 01
leenentom [at] hotmail [punt] com
Stel nu voor dat (1) het gezin van die dokter mee mocht en (2) die dokter zich kon vrijmaken, dan zou ik daar wel ongelooflijk veel goesting in hebben. Met welk een prachtige foto’s zou ik niet naar huis kunnen komen.