FF2008: dag 5 (10/10)

De trein der traagheid, zo kon het dagje filmfestival gisteren wel omschreven worden. Bij het begin van de laatste film, O’Horten (Bent Hamer), was ik er even van overtuigd dat ik afstevende op een loungy film vol sfeerbeelden van Noorse sneeuwlandschappen en treinen –een schitterende begingeneriek– maar de film bleek ook andere dan treinbeelden te bevatten. Meer zelfs, veel treinen kwamen er niet echt meer in voor, na die generiek. O’Horten is een trage, absurde vertelling, die niets te bewijzen of leren heeft, maar waar u desgewenst veel uit kan halen (dat hoeft niet, dat hoeft niet, serieus). Bovendien krijgt het bonuspunten voor het einde, dat eerst leek te verzeilen in een cliché, maar daarna schitterend wordt opengetrokken. Geen film om als laatavondvertoning te bekijken, daarvoor is hij te traag, maar ik zou hem u zeker niet ontraden.

Ook in La ragazza del lago (Andrea Molaioli) ligt het tempo niet meteen hoog. Het is geen favoriete film geworden, daarvoor is het verhaal wat te dunnetjes, maar er zitten mooie momenten in. Geen blijver, maar een degelijke middelmaat voor wie van die weinig spanning bevattende thrillers houdt. Komt ooit nog wel op Canvas terecht.

Absoluut waardeloos, en dat is de eerste film op dit filmfestival die deze omschrijving verdient, is Mollycam (Aage Rais-Nordentoft). Deze film is een samenraapsel van de grootste YouTube zever en homemade pronofilmpjes die her en der op internet verspreid staan. U vindt overigens fragmenten terug op YouTube: mollycam90 (ik heb ze niet herbekeken). Op zijn best is het slechte porno, maar mijn gezelschap vond dat ik zelfs daarmee te vriendelijk was voor dit onding. Manipulatief tienertje leidt tienerbloot-geïnteresseerde politieman om de tuin, geeuw ik u even toe. Zelden zo’n brol gezien.

14 films dusver.

FF2008: dag 4 (09/10)

Veel goeds, gisteren op het Filmfestival, en daardoor voelen we ons geneigd wat kieskeuriger/strenger te zijn.

Stella (Sylvie Verheyde) is een prachtig stilleven, een beslissende momentopname in het jonge leven van een meisje dat haar studies in de middelbare school begint. Stella’s ouders hebben een café, waar het meisje op een nogal volkse (soms marginale) manier leeft. Als ze voor het eerst naar het middelbaar gaat, komt Stella tot het besef dat dit haar kans is op een ander leven. De portrettering in deze film is sober, al is het jammer van de manier waarop bepaalde clichés over de sociale context toch nog worden aangehaald en daardoor een beetje bevestigd lijken. Niettemin een geslaagde film van een veelbelovende cineaste.

Vicky Cristina Barcelona is een typische Woody Allen film. Het belangrijkste aan de film is het verhaal en de dialoog, en wel dermate dat de dialogen in het begin redelijk gekunsteld of gemaakt overkomen. Voor je het weet ben je echter geheel in de film en het verhaal ingewerkt, en onderga je het spervuur van spitsvondige verbaal wederwoord. Rebecca Hall (Vicky) en Scarlett Johansson (Cristina) doen ook niet meteen pijn aan de ogen natuurlijk. Savage Grace was al goed, maar dit is de voorlopige topper van het festival.

Al zal het behoorlijk moeilijk worden om een rangschikking te maken. Gisteren zag ik immers ook Caos Calmo van Antonio Luigi Grimaldi, met Nanni Moretti die ook heeft meegeschreven aan de bewerking van het boek van Sandro Veronesi (dat bij deze op mijn “te lezen” stapel terecht komt). Dit is een rustige (de calmo), gestaag voortvloeiende film, heel puur en delicaat. Niet te missen.

Toen ik de synopsis van de nieuwe Atom Egoyan, Adoration, onder ogen kreeg, kon ik niet wachten om de film te zien. Een leerling schrijft een opstel over een terrorist, waarbij hij pretendeert alsof zijn vader de terrorist in kwestie was. Fictie en realiteit lopen in elkaar over. Tot zover de veelbelovende synopsis van de synopsis, maar de essentie, of het ogenschijnlijk dilemma van dat verhaal eindigt al nog voor de eerste helft van de film voorbij is. De prent is grotendeels gevuld met filosofische beschouwingen over goed en slecht en vooroordelen, en de plot kent nog een interessante wending, maar het laatste beeld in de laatste scène is zo’n gigantisch cliché dat het meteen ook alle voordeel van de twijfel voor de rest van de film teniet doet. Een ontgoocheling.

FF2008: filmdrukte

Bij Het Project kunt u dagelijks terecht voor een FilmFestivalFlash, waarin de onvolprezen Patricia (aka nobutterfly) en ikzelf elkaar in tandem zullen aflossen. En geregeld worden er ook reeds heuse filmbesprekingen gepost. De oogst dusver, na drie dagen persvisies.

Dag 1 (06/10)

Transsiberian van Brad Anderson was een behoorlijke ontgoocheling. Geadverteerd als de nieuwe Hitchcock, én van de regisseur die ons het pareltje van The Machinist had bezorgd, hadden wij voor deze film hoge verwachtingen. Misschien iets té hoog, want de verwachtingen werden generlei ingelost. Hitchcock it ain’t, en dit omschrijven als een slechte Bondfilm is een belediging voor de Bondfilms. Zeer positief was de manier waarop met de Russische tongval werd omgesprongen, vele keren geloofwaardiger dan Eastern Promises van vorig jaar. Allez, het is geen sléchte film, maar ik heb niet het gevoel dat ik een stukje filmgeschiedenis had gemist als ik hem niet had gezien (i.t.t. The Machinist bijvoorbeeld).

Dag 2 (07/10)

Het lichtpunt van dag 2 was zonder enige twijfel Savage Grace van Tom Kalin. Lichtpunt is een ongelukkig gekozen term, want licht of luchtig of positief is deze film allerminst. Dit is een heel confronterende film, die taboes niet uit de weg gaat en desondanks de serene aanpak daarvan, u toch eerder ongemakkelijke filmmomenten zal bezorgen. Het meest beklemmende aan deze film ontdekte ik pas achteraf: Savage Grace is gebaseerd op feiten. Truth is tranger than fiction nietwaar, maar ik ga eerst nog wat research plegen alvorens ik u diets maak wat voor een manipulatieve bitch Barbara Daly Baekeland is. En als die familienaam u bekend in de oren klinkt: Barbara Daly Baekeland is de vrouw van de kleinzoon van Leo Baekeland, de Belg –de Gentenaar— die het bakeliet heeft uitgevonden. (Volgende week in de bioscoop.)

Met August (Austin Chick) kelderde het niveau al meteen de dieperik in. Deze film gaat over de dot-combubble, en ik kon mij gedurende de vertoning niet ontdoen van de impressie dat niemand in deze film zal geïnteresseerd zijn. En wel om de eenvoudige reden dat hij redelijk onbegrijpbaar is voor wie de periode zelf niet (van dichtbij) heeft meegemaakt. Holle frasen, onbegrijpelijke terminologie, veel beloftes en meer hot air dan in een montgolfier; jawel, zo herkennen wij de internethype op het einde van de jaren 90. En eerlijk? Ik heb niet de minste zin om die periode opnieuw te beleven.

The Visitor (Thomas McCarthy) was de officiële openingsfilm. Die is traditioneel een ietsje controversieel, maar totaal binnen de perken; de goede middelmaat ongeveer (alweer). The Visitor is een brave, stichtelijke film, die echter net dat beetje té naïef-utopisch is om echt goed te kunnen zijn. Schop de mensen nog eens een geweten, laat ze zien dat niet alles rooskleurig is in de wereld, en dat ze het eigenlijk heel erg goed hebben, en dan kunnen ze ’s avonds braaf naar huis gaan, om de les de volgende dag alweer te zijn vergeten. Niks ergs, maar niet meteen een film die u moet gezien hebben. Het verhaal is niet eens half slecht (alle naïveteit ten spijt), en een betere fotografie had gans de film meteen beter gemaakt.

Dag 3 (08/10)

Hola! Laat mij dit even herhalen: hola! Als Savage Grace al goed was, dan zitten we voor Rupert Wyatts The Escapist aan onze eerste verhaaltechnische hoogvlieger. Het verhaal werd doormidden gesneden en die twee verhaallijnen werden in de montage door elkaar verweven. Spannend én goed gestructureerd, gaat The Escapist over een ontsnapping uit een gevangenis. Het deel voorbereiding en het deel ontsnapping werden aldus in elkaar gevlochten, waardoor de (vertel)kwaliteit van beide helften van het verhaal hoger worden getild dan bij een normale (lineaire) vertelling. Met een zeer geslaagd einde, dat ik voor één keer niet van mijlenver heb zien aankomen –en ik ben normaal gezien de eerste om zo’n eindes door te hebben. Zien!

Ook de hoge verwachtingen die ik had voor Fien Troch –na haar bijna fenomenaal debuut– werden met Unspoken grotendeels ingelost. Deze film bevat zo mogelijk nog meer miserie, droefnis en depressie dan Een ander zijn geluk, en ook hier gaat het opnieuw over een kind dat aan zijn ouders werd ontrukt. De film draagt onmiskenbaar de Troch-stempel die herkenbaar blijft uit de vorige film, al mag u niet veronderstellen dat ze gewoon doorgaat op dezelfde manier. Zeer de moeite waard. (Komt in 2009 in de zalen.)

Ach, elke filmfestivaleditie moet zijn hoeveelheid Hollywoodnonsens hebben. Die hebben we deze keer al vroeg op het festival gevonden, met How to lose friends & alienate people (Robert B. Weide). Heel eenvoudig en snel verteld: The Devil Wears Prada, maar dan met een man in de hoofdrol.

Op naar dag 4!

filmfestival 17/10

De eindspurt is ingezet: vier films, vandaag, en pizza achteraf.

Sleuth: ok, ok, dus ik ben fan van Michael Caine, én van Kenneth Branagh, en Jude Law is ook al niet meteen de slechtste acteur die ik mij zo meteen voor de geest kan halen. Allez, ttz ik ben eengroot fan van Branaghs Shakespeare verfilmingen (al heb ik ze niet allemaal gezien), en Caines acteren kent weinig variatie, waar ik gek genoeg toch maar niet genoeg kan van krijgen (dat zal een andere acteur mij niet lappen). Heel geslaagde acteerprestaties, maar de verfilming van een toneelstuk, blijft in dit geval een verfilmd toneelstuk. En als ik toneel wil zien, ga ik wel naar het theater.

It’s a free world is de nieuwste van Ken Loach. Sociaal drama, in een wereld die niet wit of zwart maar alle schakeringen van grijs bevat. Een zeer lovenswaardige houding, maar van al dat grijs gaat de wereld niet sneller draaien. Ik wil maar zeggen, het lijkt of men tegenwoordig steeds banger wordt om een standpunt in te nemen en daardoor soms op tenen te trappen. Du choc des idées jaillit la lumière, weet u wel. Schrijnende film, een beetje deterministisch, of modern naturalisme misschien, iets wat er zeker vot zal ingaan bij de fans. Terecht.

We own the night is een poltiefilm, maar toch weer niet, wist Roel Van Bambost te vertellen tijdens de introductie. De zaal zat afgeladen vol actieve 55-plusser, die van Roel aan het einde van de film altijd mochten applaudisseren als ze hem (de film dus) goed vonden. Wat natuurlijk prompt gebeurde, zo voorspelbaar was het wel. Niet vernieuwend of verrassend, een politiefilm zoals u er al zeven hebt gezien, maar wel vakkundig gemaakt en onderhoudend.

Slippery Slope is een pornofilm zonder de porno. De titel roept meteen associaties op met Tiroler films uit de jaren 70 (Die Liebestollen Dirndl von Tirol, Das Love-Hotel in Tirol), en de plot en de daarbij horende dialogen zijn van een gelijkaardig niveau. Alle clichés zitten erin, van de frigide feministe die sexueel openbloeit tot de hoogbegaafde porno-actrice-met-kind, en alles wat zich daartussenin bevindt. Te verwaarlozen.

zes

Zes film staan er op het programma vandaag. Tussen 10u tot 23u50 heb ik Small Gods, La Antena, Paranoid Park, XXY, La Cascara en The Tracey Fragments gepland. Als er tenminste nog plaatsen beschikbaar zijn voor die laatste.

Tot morgen.

filmfestival 13-14/10

Twee films maar dit weekend, twee: een perfecte pauze met wat tijd voor het gezin en andere feestelijkheden.

Mein Name Ist Eugen van Michael Steiner dateert eigenlijk al van 2005. De naam Steiner klinkt u misschien niet meteen bekend in de oren, maar hij is regisseur van het gesmaakte Grounding: The Last Days of Swissair dat vorig jaar op het filmfestival werd vertoond. Voor Mein Name Ist Eugen heb ik Henri meegenomen, die niet alleen op het tipje van zijn stoel zat, maar ook ervoor, ernaast, errond en erop. Ondertitels lezen was geen probleem, en hoewel de film gesuggereerd werd voor kinderen vanaf 12 jaar, kan ik u verzekeren dat hij ervan heeft genoten. Een kwalitatieve kwajongensfilm, verwacht u niet aan grote verrassingen, maar zeer onderhoudend voor de doelgroep.

Een nieuwe David Cronenberg op het filmfestival. En dan nog opnieuw met Viggo Mortensen! Eastern Promises was een van de films op het festival waar ik het meest naar uitkeek. Wat een vergissing. Het beste aan de film zijn de acteerprestaties, de soundtrack van Howard Shore, en de befaamde chirugische precisie waarmee Cronenberg zijn scènes in beeld brengt. Maar welk een dwaas plot. Een mengeling van Matroesjka’s met een beetje History of Violence en dan een revelatie in het laatste kwartier die we al van kilometers ver hadden zien aankomen. Op bepaalde momenten wordt het zo belachelijk dat ik mij –zoals het cliché dat vraagt– heb zitten afvragen of ik moest lachen of huilen. Goed, het Amerikaanse publiek vindt het waarschijnlijk enorm schokkend als er vingers van een lijk worden geknipt (hoewel: C.S.I. iemand?), of als Mortensen volledig bloot in beeld komt, compleet met TV-worstje, maar eigenlijk was dat allemaal geheel functioneel. Totaal belachelijk wordt het dan weer wanneer –in wat eigenlijk de belofte van een heel sterke scène inhield– net iets té veel clichés worden bovengehaald. Zoals de moordenaar die een mes uit zijn eigen borstkas trekt om er alsnog mee aan te vallen. Enorm ongeloofwaardig ook, wanneer bijvoorbeeld de gewelddadige Kirill (een anders uitstekende Vincent Cassel) plots gewetensproblemen krijgt wanneer hij een baby moet doden. We hebben het over fictie hé mensen, en deze geforceerde wroeging past compleet niet bij het karakter van Kirill –wel in de kunstmatige afwikkeling van de plot. Nah, dit is weggegooid talent, van de excellente regisseur, van de schitterende acteurs, van de excellente muziek, en zelfs van de dure pellicule. Nog te zien op 16 (uitverkocht), 17 en 19 oktober, en daarna helaas ook in de zalen. Spaar uw geld.

Gisteren ben ik overigens mijn perspas kwijt gespeeld. Ofwel ligt hij nog in de cinema, ofwel in de mokabon, ofwel in De Poort. Nog goed dat ik nog een tweede heb, of ik kon de rest van het festival vergeten. Geeft u een seintje als u hem toevallig zou vinden? (Mijn foto staat erop.)

filmfestival 12/10

Veel beloven en weinig geven, leek wel het motto vandaag op het filmfestival. Afgaande op de synopsissen van hieronder vermelde films, zag het er nochtans een veelbelovende dag uit. Driewerf helaas.

Nadine, van regisseur Erik de Bruyn, klonk verschrikkelijk veelbelovend. De film was zonder twijfel de beste van de dag, al zegt dat meer over de dag dan over de film. Niet dat hij slecht is, maar de film is net iets te veel roadmovie, en iets te weinig verhaal. Het begint een beetje tam en met te veel gaten, maar die worden mooi dichtgemetst naarmate het verhaal vordert. (En is dat eigenlijk niet wat je van een goed verhaal verwacht?) Het einde steekt ook al goed in elkaar, zonder al te veel sentimenteel gezever. Kortom, je kunt een pak slechtere films bekijken dan deze. Ga dus maar kijken, op 14, 17 en 19 oktober bijvoorbeeld, maar hoogst waarschijnlijk komt hij achteraf ook nog in de zalen terecht.

Delirious, tsja. Steve Buscemi noch Elvis Cotello kunnen deze film optillen naar een deftig niveau, maar als u een tiener was, dan zou u hem hopelijk wel graag zien. Michael Pitt geeft de meisjes iets om naar te kijken (al zou k niet weten wat of waarom), en Alison Lohman, die we vorig jaar nog in Atom Egoyans Where the Truth Lies in de armen van een andere vrouw mochten begapen, prijst haar waren aan voor de jongens. Meer is er niet aan, maar als u in de goede leeftijdsgroep zit, is deze film beslist voor u. Nog te zien op 13 en 14 oktober, en daarna zeker nog in de cinema.

Saverio Costanzo’s In Memoria di me is gebaseerd op de roman Lacrime impure – Il gesuita perfetto van Furio Monicelli. Dat wist ik niet toen ik de film ging bekijken, maar tijdens de vertoning kon ik me niet van de indruk ontdoen dat dit net het soort film was dat we in het middelbaar op Sint-Barbara zouden te zien krijgen als bezinningsfilm. Voor wie niet met Sint-Barbara bekend is, jawel, dat is een jezuïtenschool. Enkel genietbaar wanneer u overweegt als novice een kloosterorde binnen te treden, of als u de onweerstaanbare drang voelt aan uw (pseudo-)intellectualistische zelf toe te geven, of als u al jezuïet bent. Tijdens het filmfestival te bekijken op 14, 17 en 19 oktober. Daarna hopelijk niet meer.

Ondertussen was ik zo gedeprimeerd geraakt door de dalende lijn in de kwaliteit van de films, dat ik het niet meer heb aangedurfd aan de vierde te beginnen (La Antena). Al blijft die op mijn verlangenlijstje staan.

filmfestival 11/10

Zoals gisteren aangekondigd, heb ik de persvisies deze ochtend overgeslagen om van planning te kunnen doen voor Het Project. Niet getreurd, ik heb er toch nog drie kunnen meepikken. Morgen gaan we er weer wat heviger tegenaan, dan staan er vier ingepland –overdag, want ’s avonds komt Henri terug van bosklas.

Ekko mocht ik niet aan mij laten voorbij gaan. De Steak Rossini hebben we gisteren gehad, vandaag stond de film op het verlangenlijstje. Vorig jaar was ik niet meteen een fan van Morgenthalers goed onthaalde Princess, maar Ekko vind ik een stap in de goede richting. Het scenario bevat een aantal kunstmatigheden, en de regisseur pakt –vooral in het begin van de film– uit met een aantal cheap tricks om het publiek de daver op het lijf te jagen, maar dit is een zeer onderhoudende film. Het verhaal loopt van thriller naar psychologie, maar ook wanneer je weet hoe de zaak in elkaar zit blijft het boeiend. Zeker de moeite. Ekko speelt nog op 13 oktober, maar zal daarna waarschijnlijk wel de weg naar de cinema vinden.

Nacido y Criado (Born and Bred) klinkt beter op papier dan het er uiteindelijk op het witte doek uitziet. De synopsis is zeer interessant, maar het verhaal had beter kunnen worden uitgewerkt. De demonen waar hoofdpersonage Santiago mee worstelt, komen er net niet genoeg uit. Ik zou zelfs durven suggereren dat het begin beter het einde was geweest, en dat het keerpunt een telefoontje van Milli had moeten zijn. Dat zegt u niks als u de film niet hebt gezien, maar ga eens kijken, misschien bent u het wel met mij eens. Speelt nog op 13 en 19 oktober en is, niettegenstaande mijn gezwets hierboven, toch de moeite om te zien.

Noise van de Australische regisseur Matthew Saville is een erm eigenaardige film. Het is een thriller, maar dan weer niet, en doet eigenlijk nog het meeste denken aan het soort boeken dat verkocht wordt als ‘literaire thriller’. Vaak mondt dat uit in mossel noch vis, en dat is ook hier een beetje van toepassing, vrees ik. Of het moet zijn dat het gewoon mijn ding niet is. Benieuwd wat dat eigenlijk wil zeggen? Ga dan zelf eens kijken, op 13 oktober bijvoorbeeld. Maar zeg achteraf niet dat ik u niet gewaarschuwd heb.

filmfestival 10/10

De dag van de cowboys en indianen, op het filmfestival. Vier van de vijf geplande films gezien, morgen is de filmplanning iets minder druk.

The Mark of Cain slaagt waar Sand and sorrow faalt: een moeilijke materie interessant genoeg presenteren zodat mensen blijven kijken. Waar Sand and sorrow al te realistisch en dus redelijk droog de materie presenteert, biedt The Mark of Cain een verhaal aan. In weze gaat het over de situatie in Irak, de Engelse aanwezigheid aldaar, en de folteringen. Er wordt weinig met de vinger gewezen, nog minder belerend of zwaar moraliserend tewerk gegaan, kortom, de toeschouwer behoudt de indruk dat hij voor vol wordt aanzien. Speelt nog op 11 en 13/10, en komt hopelijk daarna in de zalen terecht.

Auf Der Anderen Seite is de langverwachte film van Gegen die Wand-regisseur Fatih Akin. Het is een twee uur durend epos in drie hoofdstukken, dat eigenlijk net iets te lang is om goed te zijn. De andere kant wordt op drie verschillende manieren getoond: op cultureel vlak, tussen generaties, of in en uit de gevangenis. Interessante film, maar een beetje langdradig dus. Nog te zien op 12 en 15/10.

Niet alleen de titel van The Assassination of Jesse James by The Coward Robert Ford is ellenlang. De film duurt net geen drie uur, en dat zijn er twee te lang. Als de film van Atkin al iets te langdradig leek, dan s dit gewoon slaapverwekkend. Spanningsopbouw behoorde duidelijk niet tot de vaardigheden van de scenarist. De vertoningen op het filmfestival zijn uitverkocht, maar hij komt binnenkort in de zalen. U spendeert uw geld beter aan een andere film.

El Desierto Negro wordt vertoond zonder ondertitels. Mijn kennis van het Spaans is onbestaande, maar de dialoog in deze film is uiterst schaars, en eigenlijk van weinig belang. De beelden daarentegen, die zijn verschrikkelijk goed. Ik heb mij geen moment verveeld, al heb ik voor de vorm wel een paar keer bij het licht van mijn GSM de Engelse vertaling mee gevolgd die op een hand-out werd meegegeven. De film speelt nog op 12 en 13/10, en de kans is helaas heel erg klein dat hij in de Belgische zalen terecht komt.

Ekko heb ik voorlopig verruild voor een succulente Steak Rossini in de Martino. Uitstel is geen afstel voor Ekko, en als u die Rossini in de Martino nog niet hebt geproefd, dan moet u er deze week dringend langs!

filmfestival 09/10

Minder emotie, meer kwaliteit, was het thema vandaag op het filmfestival. Drie films stonden er op het programma, maar ik heb er maar twee van gezien.

La León, van Santiago Otheguy, is een bevreemdende film. Het is een tranche de vie, wat betekent dat er eigenlijk geen inleiding en ook niet echt een slot in zitten, maar dat je ergens middenin wordt gedropt, en dat je zonder veel uitleg ook ergens uit wordt weggerukt. De film is geheel in zwart-wit –en dat draagt zeker bij tot de impact van deze prent. Er heerst van begin tot eind een beklemmende sfeer, opgebouwd door een bijna tastbare spanning tussen twee mannen, Alvaro en El Turu. Verwacht u evenwel niet aan een thriller, en al zeker niet aan een actiefilm, maar dit is wel het soort film dat nog even zal nazinderen. Speelt nog op 12 en 16/10 –aanrader voor de kwaliteitszoeker.

Die Fälscher van de regisseur van Anatomie (1 én 2), Stefan Ruzowitzky, was één van de openingsfilms vanavond, en meteen ook een film waar al door velen reikhalzend werd naar uitgekeken. En terecht, zo mocht blijken. Die Fälscher is een vakkundig gemaakte film die boeit van begin tot eind. Dit is niet uw typische oorlogsfilm over jodenvervolging en de afschuw van de concentratiekampen, al zit het er allemaal subtiel in verwerkt. De nadruk ligt op het verhaal, en daardoor word je als kijker veel nauwer bij de film betrokken. Alweer een aanrader, nog te bezien op 10 en 15/10.

En dan was ik eigenlijk van plan nog naar Meet the Robinsons te gaan kijken. Maar gezien Henri net op bosklassen was vertrokken, en ik eigenlijk met hém naar die film wil, heb ik hem gewoon aan mij laten voorbijgaan. U hebt nog een bespreking van mij te goed. Ergens rond de kerstperiode waarschijnlijk.