FFG: Leones

Leones (leeuwen) is de debuutfilm van Jazmín López. Was hij een paar decennia eerder gemaakt, men had hem kunnen beschouwen als de voorloper van pakweg The Virgin Suicides (u weet wel, naar dat gelijknamige boek van Jeffrey Eugenides, verfilmd door Sofia Coppola en vergezeld door de mysterieuze muziek van Air) of het werk van Gus Van Sant (waarmee deze film gretig wordt vergeleken).

20131010_ffg01

De film opent abrupt, zonder opening credits, maar met een paar wisselende (zachte) kleurenflitsen, die ons dan abrupt in het verhaal smijten. Hoewel, van verhaal is niet veel sprake. Het redelijk in het begin vermelde “I see dead people” (een verwijzing naar The Sixth Sense, en dus ook het gegeven van die film), een duidelijke wonde in de nek van één van de hoofdpersonages, stukjes op een bandrecorder opgenomen gesprekken, leiden allemaal tot een zachte climax, die u eigenlijk al van bij het begin van de film had zien aankomen. U gaat dus niet voor het verhaal, en al evenmin voor een mogelijke spanningsboog, want die is er niet.

Wat u wel graag zal zien, zijn de lange, bevreemdende en er eigenlijk niets toe doende steadicam opnames van stukken bos, luchtbelletjes in het water, een paar adolescente gevoelens en vertwijfelingen die uiting geven aan een zoektocht en vooral heel veel teenage angst. Een van de fotografen is trouwens Matias Mesa, die heeft meegewerkt aan Gerry en Elephant van Gus Van Sant (de vergelijkingen zijn dus niet helemaal uit de lucht gegrepen).

Wat u daarnaast ook graag zal hóren is, naast de spaarzame maar zeer to the point muzikale soundtrack (van Glenn Gould, Sonic Youth en Daniel Johnston wordt telkens één stukje gebruikt), is de uitmuntende bruitage. Zowel de camera als het geluid maken elk integraal deel uit van de cast en geven aan deze film het potentieel dat er onmiskenbaar in zit.

De film is veel te experimenteel (zowel in de betekenis van jaren 80 avant garde als in de betekenis van leerproces) om hem in waarde te mogen overschatten, maar plaatst López wel op het lijstje van regisseurs om in de gaten te houden.

Leones is nog te zien op 11 (20 u.), 14 (14.30 u.) en 16 (17.30 u.) oktober, telkens in de Sphinx aan de Korenmarkt. Interessant, maar u drinkt op voorhand best een stevige koffie (of twee) om wakker te blijven.

FFG: Parkland

Na een onderbreking van een paar jaar –het is (minstens) geleden van toen tram 21/22 nog rechtstreeks van mijn deur naar de Zuid reed– heb ik besloten opnieuw flink wat films op het als Film Fest Gent herboren Filmfestival te gaan bekijken. Ik heb 20 tickets aangeschaft, waarvan er eentje voor Tessa en eentje voor Henri is.

Het leuke aan het filmfestival is dat je er films gaat bekijken die je anders nooit te zien krijgt, of waar je anders nooit naar zou gaan kijken. Die van vandaag hoort in die laatste categorie.

20131009_ffg01

Parkland vertelt het verhaal achter de schermen van de moord op president John F. Kennedy. Het verhaal concentreert zich op Jim Carrico (chirurg), Abraham Zapruder (de man die het mogelijks meest bekende stukje film in de geschiedenis heeft gemaakt –26 seconden lang, 486 frames), Forrest Sorrels (een agent van de Secret Service in Dallas) en Robert Oswald (broer van Lee Harvey Oswald, de man warvan wordt aangenomen dat hij de president heeft neergeschoten). Parkland is het ziekenhuis in Dallas waar zowel de neergeschoten president als de twee dagen later eveneens neergeschoten Oswald worden binnengebracht.

De premisse van de film is interessant, en het eerste stuk is erg boeiend in beeld gebracht. Hoewel de kijker de afloop kent, is de spanning te snijden wanneer de chirurgen trachten het leven van de president te redden. De film vervalt daarna echter in een voornamelijk geromantiseerd overkomende voorstelling van het gebeuren. Er wordt bijzonder weinig uitgediept, en sommige personages worden wel heel karikaturaal voorgesteld (de moeder van Oswald bijvoorbeeld). Niet meteen een film die u moet gezien hebben.

Parkland is nog te zien op 11 (20 u. – sphinx), 15 (22.30 u. – Kinepolis), en 18 (22.15 u. – Kinepolis) oktober.

The Music, Machines and Mystery of Raymond Scott

Mijn schoonvader was al zowat elke namiddag naar het filmfestival getrokken. Eerst in het plus parcours, waar Roel zich niet altijd op de koffie liet zien zoals nochtans beloofd, maar daarna net zo goed in de andere trajecten als hij een film ontdekte die hem enigszins kon interesseren. Woensdag was hij naar een Naghi Nemati’s Three and a Half getrokken, want hij had een doctoraatstudent uit Teheran, en misschien zou die film hem wel kunnen helpen om die cultuur nog wat beter te begrijpen. “Het is er wel één uit de explore zone en is dat niet bedoeld voor de jeugd”, plaagde ik toen ik hem woensdagmiddag vlak voor de aanvang in Vooruit tegen het lijf liep.

Gisteren kon ik eindelijk ook eens mee –ik wou eigenlijk het filmfestival verslaan voor Gentblogt, maar ik had gewoon geen tijd– en gingen we samen kijken naar Deconstructing Dad. Een erg slecht gefotografeerde, maar bijzonder interessante film over The Music, Machines and Mystery of Raymond Scott (1908-1994), gemaakt door diens zoon. Het leven van Scott zwalpt tussen jazzcomponist en -muzikant, en elektronicapionier, en de kans is groot dat u weet wie de man is zonder dat u het beseft. Zijn muziek werd gebruikt voor de Warner Brother cartoons (hoewel ze daar niet voor werden gecomponeerd), en de Ren & Stimpy show uit The Simpsons (zoals deze Powerhouse). Scott werd de orkestleider voor het razend populaire Your Hit Parade in 1949, en bleef dat tot 1957. In 1959 nam hij een album op The Unexpected (cfr deze Temptation), dat werd toegeschreven aan The Secret Seven, zeven muzikanten die verder niet werden geïdentificeerd –later bleek het te gaan om o.a. Elvin Jones, Kenny Burrell, Eddie Costa, en Toots Thielemans!

Scotts passie was evenwel het ontwikkelen van geluidsmachines; synthesizers avant-la-lettre, die hij een soort artificiële intelligentie toedichtte. Hij bracht daarmee een aantal albums uit onder de noemer Soothing Sounds for Baby (zoals deze Lullaby uit 1963), maar hield het grootste deel van zijn creaties angstvallig verborgen. Die muziek lag verbazingwekkend dicht bij de creaties van Tangerine Dream en Brian Eno uit de jaren 70, maar vond toen totaal geen ingang bij het publiek. Scott zonderde zich geheel af, maar leek op het einde van zijn leven die vergissing in te zien, toen hij zichzelf bekend wou maken als de uitvinder van de sequencer (een curciaal onderdeel van de synthesizer).

Raymond Scott overleed in 1994 aan een beroerte. Pas jaren later blijkt de enorme impact die hij had op de hedendaagse muziek –de connecties zijn te talrijk om hier te bespreken, ga vooral de film bekijken.

[youtube https://www.youtube.com/watch?v=0V2TZKcWnXE&w=500&h=284]

Deconstructing Dad speelt nog vanavond en morgen in Vooruit (21/10 om 22.30 u. en 22/10 om 20 u.)

films 200810

Erm ja, ’t was dus filmfestival, de voorbije maand. Ondertussen heb ik bijna net zoveel films gezien als vorig jaar op een gans jaar, terwijl ik –alweer in vergelijking met vorig jaar– slechts één film meer heb gezien op het filmfestival. In wisselend gezelschap –gaande van een tijdens de pauzes charmant breiende recensente van Het Project, tot een tot assenbak verworden recensent van de krant waarop wij zijn geabonneerd– brachten wij meer tijd dan ons eigenlijk lief is –want onze looptrainingen sterk in de war sturend– door in de duisternis van de Gentse filmzalen terwijl buiten een veelal zonnerijk herfstweer het echte leven kleurde. Gelukkig bevond het gros van de gekozen films zich in de betere middelmaat, wat het lijden enigszins mocht verzachten. Meer uitleg over festivalfilms vindt u bij de quasi-dagelijkse verslagjes (cfr filmdag 01-02-03; 04; 05; 06-07; 08; 09; 10; 11; 12); hopelijk kom ik er nog eens toe om er een paar uitgebreider te bespreken voor Het Project.

Films om naar uit te kijken zijn: Vicky Cristina Barcelona, Il Divo, Man on Wire, Hunger. Ook goed, maar niet zo goed als de voorgaande: Savage Grace, The Escapist, Terribly Happy, Vinyan, Elegy, Unspoken, Caos Calmo, La ragazza del lago. Ze staan een beetje in volgorde van voorkeur, maar het zijn –binnen de twee groepen– kleine marges in de rangorde.

Over de tv-/dvdfilms heb ik niet veel te zeggen, behalve dan dat die 3:10 to Yuma echt wel aangenaam was om te zien. Redelijk traditioneel westerngenre, nogal zwart/wit in de voorstelling van goed en kwaad dus, met alle clichés ook, maar zeer onderhoudend. Het soort film –ik gebruik dat vaak als referentie– waar mijn zoon gerust naar mag kijken ter opvoeding (zonder dat zulks de bedoeling van de film is, vaneigens).

  1. Memoirs of a Geisha / Rob Marshall / 2005 / VijfTV / **
  2. The Fast and the Furious: Tokyo Drift / Justin Lin / 2006 / 2BE / (*)
  3. The Forsaken / J.S. Cardone / 2001 / VT4 / *
  4. Red Eye / Wes Craven / 2005 / VT4 / *(*)
  5. Transsiberian / Brad Anderson / 2008 / Filmfestival / *(*)
  6. Savage Grace / Tom Kalin / 2007 / Filmfestival / ***
  7. August / Austin Chick / 2008 / Filmfestival / *(*)
  8. The Visitor / Thomas McCarthy / 2007 / Filmfestival / **
  9. The Escapist / Rupert Wyatt / 2008 / Filmfestival / ***
  10. Unspoken / Fien Troch / 2008 / Filmfestival / ***
  11. How to lose friends & alienate people / Robert B. Weide / 2008 / Filmfestival / **
  12. Stella / Sylvie Verheyde / 2008 / Filmfestival / **
  13. Vicky Cristina Barcelona / Woody Allen / 2008 / Filmfestival / ***(*)
  14. Caos Calmo / Antonio Luigi Grimaldi / 2008 / Filmfestival / ***(*)
  15. Adoration / Atom Egoyan / 2008 / Filmfestival / **
  16. La ragazza del lago / Andrea Molaioli / 2007 / Filmfestival / **(*)
  17. Mollycam / Aage Rais-Nordentoft / 2008 / Filmfestival / 0
  18. O’Horten / Bent Hamer / 2007 / Filmfestival / **(*)
  19. Terribly Happy (Frygtelig lykkelig) / Henrik Ruben Genz / 2008 / Filmfestival / ***
  20. Sounds Like Teen Spirit: A Popumentary / Jamie Jay Johnson / 2008 / Filmfestival / **(*)
  21. Linha de passe / Walter Salles & Daniela Thomas / 2008 / Filmfestival / *(*)
  22. Il Divo / Paolo Sorrentino / 2008 / Filmfestival / ***(*)
  23. Vinyan / Fabrice Du Welz / 2008 / Filmfestival / ***
  24. The Burning Plain / Guillermo Arriaga / 2008 / Filmfestival / **(*)
  25. Elegy / Isabel Coixet / 2008 / Filmfestival / ***
  26. Synecdoche, New York / Charlie Kaufman / 2008 / Filmfestival / **(*)
  27. Die Welle / Dennis Gansel / 2008 / Filmfestival / **
  28. Man on Wire / James Marsh / 2008 / Filmfestival / ***
  29. Rachel getting married / Jonathan Demme / 2008 / Filmfestival / **
  30. Hunger / Steve McQueen / 2008 / Filmfestival / ***(*)
  31. Steal / Gérard Pirès / 2002 / 2BE / *(*)
  32. Taxi 3 / Gérard Krawczyk / 2003 / 2BE / *
  33. Robots / Chris Wedge & Carlos Saldanha / 2005 / DVD / **
  34. Transporter 2 / Louis Leterrier / 2005 / 2BE / **
  35. X-Men: The Last Stand / Brett Ratner / 2006 / 2BE / **(*)
  36. The Gift / Sam Raimi / 2000 / 2BE / **
  37. 3:10 to Yuma / James Mangold / 2007 / DVD / ***

0 te vermijden / * slecht, maar bekijkbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch (meer uitleg bij de quotering)

(films vorige maand)

FF2008: dag 12 (17/10)

De teller is op 26 blijven staan, dit jaar. Ik loop voornamelijk de persvisies af –ik ben hooguit naar een twee-drietal avondvoorstellingen geweest– en in de weekends doe ik het helemaal rustig aan.

De laatste die ik heb gezien is Hunger, van Steve McQueen. Oh neen, mooipraterij over het IRA, dacht ik initieel, maar daarmee sloeg ik de bal helemaal mis. Natuurlijk, de film vertelt over het oorspronkelijk passieve streven om erkenning als politieke gevangenen en niet als misdadigers (waarbij de blanket protest uitmondde in de dirty protest); en over de hongerdood van Bobby Sands. Net als McQueen was ik ongeveer 11 jaar op het moment van de feiten, en Sands’ hongerstaking en dood behoort tot de zaken die tijdens mijn opgroeien een zekere indruk hebben achtergelaten.

Maar deze film vertelt een heel neutraal verhaal, en wint daardoor verschrikkelijk veel aan kracht. Voeg daar de schitterende fotografie aan toe, die de verschrikkingen bijna tastbaar maken, en u wordt in het verhaal binnengezogen. Er zitten heel veel details in, van openklopte handen, tot urine die terug in de cellen wordt geduwd, tot de ligwonden van de hongerstakende Sands. Acteur Michael Fassbender onderging een crash diet (zoas Christian Bale voor de rol van Trevor Reznik in The Machinist) om de uitgemergelde Sands te kunnen spelen. Het is een heel zintuiglijke film geworden, en u bekijkt hem beter met een sterke of een lege maag.

(Bedankt aan iedereen die hem getipt heeft!)

FF2008: dag 11 (16/10)

Een goede documentaire is minstens zo goed als een fictiefilm. Man on Wire, van James Marsh, vertelt het verhaal van Philippe Petit, die op 7 augustus 1974 op een touw tussen de twee torens van het WTC in New York wandelde. Deze documentaire is beter opgebouwd dan de gemiddelde fictiefilm en bevat genoeg spanning om u voor de rest van uw leven vertigo te bezorgen. Hier wordt geen goedkope trukendoos opengetrokken, maar er wordt gebruik gemaakt van de kracht van een vertelling, gekoppeld aan een spanningsopbouw die een thriller nate dromen kan bezorgen. Voeg daar een paar schitterende fotografische stills aan toe, wat muziek van Michael Nyman, en dit is één van de betere films van het festival.

Jonathan Demme maakt een vijftv-film met Rachel getting married. Serieuzer (en daardoor pretentieuzer) dan 28 Days, maar geef ons toch maar liever Girl, Interrupted. Als we dan toch moeten kijken.

FF2008: dag 10 (15/10)

Slechts ééntje, gisteren: Die Welle van Dennis Gansel, uit het Xplore parcours –en daar zit het ook op zijn plaats. Een eerder stichtende film, die alle gekende valkuilen en een paar clichés betreffende autocratie en dergelijke aanhaalt. Geen betuttelende film, en ik denk voor de doelgroep zeer te smaken. Zelf ben ik niet zo voor dat met-de-oorlog-worstelende en politiek theoretiseren, maar ik zou er niet rouwig om zijn, mocht dit soort film als schoolvoorstelling worden getoond.

FF2008: dag 9 (14/10)

“Phillip Roth is een smeerlap. Pas op, hij is een groot schrijver, maar hij is een smeerlap”, zegt de filmstudent met de wijsheid van een prille twintiger. “Hij trouwt met een of andere actrice, maar wil een voorhuwelijks contract dat zegt dat hij mag opstappen wanneer hij wil. Vervolgens eist hij dat haar dochter van achttien of zo het huis wordt uitgezet, en een beetje later verlaat hij haar gewoon en hij faxt haar een lijst van alle dingen die hij terug wil. Ik zeg het u, hij is een smeerlap.” En na een korte pauze voegt hij er (nogmaals) aan toe: “…maar wel een groot schrijver.”

Volgens Wikipedia gaat The Dying Animal –het boek van Roth waarop Elegy (Isabel Coixet) is gebaseerd– over een gevoelloze professor David Kepesh. Dat gevoelloze vind ik niet meteen in de film terug, maar ik heb dan ook het ‘voordeel’ dat ik het boek niet heb gelezen. Ben Kingsley zet een heel overtuigende Kepesh neer, die –hoewel hij dat niet wil toegeven– worstelt met ouder worden. Hij staat op zijn leven van zelfstandigheid, maar gaandeweg zal hem (en ons) duidelijk worden dat ook zelfstandige mensen niet vrij zijn van relationele banden. Nog beter dan Kingsley is Dennis Hopper, in zijn rol van George O’Hearn, dichter en boezemvriend van Kepesh, die een –voor hem– uitzonderlijk genietbare rol neerpoot.

Synecdoche, New York is alweer een regiedebuut van een scenarist. Na Guillermo Arriaga ging ook Charlie Kaufman in de regisseursstoel zitten, en het resultaat mag er –grotendeels dan toch– zijn. Synecdoche, New York is geen onvoorwaardelijk goede film. Ik had behoorlijk wat last om in de film te geraken, meer zelfs, het eerste deel van de film kon mij eigenlijk geheel niet boeien. Interessant wordt het pas als de synecdoche (een stijlfiguur waar onder andere het pars pro toto deel van uitmaakt) duidelijk wordt. Het hoofdpersonage, theaterregisseur Caden Cotard, bouwt een deel van New York na in een (gigantische) studio, om zijn eigen leven te regisseren. De film verglijdt daarbij min of meer in een allusie op Plato’s grot, maar benadrukt ook: Life is what happens to you while you’re busy making other plans. Interessant gegeven, het gaat zeker wat ‘blijven hangen’, maar ik ben niet helemaal gelukkig met de uitwerking. Het is ‘anders’ dan wat u van film gewend bent, maar of dat volstaat, daar zal u zelf over moeten oordelen.

FF2008: dag 8 (13/10)

Linha de passe (Walter Salles & Daniela Thomas) was gewoon niet mijn ding. Het gaat slecht in Brazilië, heel slecht, maar ik slaagde er niet in enige connectie met de personages uit de schrijnende verhalen van de film te leggen.

Paolo Sorrentino is de regisseur die ons in 2004 het fantastische Le conseguenze dell’amore heeft geschonken, met in de hoofdrol acteur Toni Servillo. Datzelfde duo verwent ons deze keer met Il Divo, een portret van de Italiaanse Eerste Minister Giulio Andreotti, in de periode na zijn zevende verkiezing in het parlement tot de rechtszaak die tegen hem werd aangespand voor vermeende banden met de mafia. Filmisch, zowel visueel als wat betreft acteersprestaties, alsook in de schitterend gekozen soundtrack, is deze film een pareltje. Ik ben niet genoeg vertouwd met de persoon van Andreotti of met de Italiaanse politiek om mij over de inhoud te kunnen uitspreken, maar boeiend blijft deze –eigenlijk saaie– materie in elk geval gedurende de ganse duur van de film. Misschien niet voor iedereen, maar dit is zonder meer een fantastische film!

Vinyan van Fabrice Du Welz is een geschikte opvolger voor Calvaire. Het ademt gewoon dezelfde sfeer in, en ik zou eigenlijk Du Welz graag eens het recente boek van Grangé (La ligne noire) weten verfilmen. Bij Het Project had ik deze film aangekondigd met een citaat uit Heart of Darkness / Apocalypse Now (The horror! The horror!), en die sfeer zit er dik in. De film heeft ronduit briljante openingssequentie. Als een archetype van ingehoudenheid (als zo’n woord bestaat), metafoor, en doeltreffendheid, toont Du Welz bubbels in water die verkleuren naar rood. Dat, samen met de bruitage evoceert zonder de minste twijfel de verschrikkelijke Tsunami van 2005, aanleiding voor het verhaal van deze film, die ontaardt in een schrikwekkend sprookje.

The Burning Plain is het debuut van Guillermo Arriaga. Tenminste zijn regisseursdebuut, want Arriaga –die gisteren aanwezig was bij de vertoning– kan u kennen als scenarist van Babel, 21 Grams en Amores Perros, die telkens werden verfilmd door Alejandro González Iñárritu. Wie fan is van voornoemde films, zal zeker aan zijn trekken komen, maar de verhaalopbouw begint stilletjesaan een beetje een gimmick te worden. Ik houd mijn oordeel nog even in beraad.

FF2008: dag 6-7 (11-12/10)

Twee dagen, evenveel films. De weekends dienen voor het gezin, dus beperkte ik mij tot één film daags, waarvan ik er voor één zelfs een gezinslid meenam.

Zaterdag ging ik naar Terribly Happy (Frygtelig lykkelig). De meneer had de bedoeling een soort westernsfeer op te roepen, had ik ergens zien voorbij flitsen, en dat is eigenlijk aardig gelukt. Het hoofdpersonage in de film, Robert Hansen, zet zich af tegen de gewoontes van de afgelegen maatschappij waarin hij belandt. Al gauw moet hij echter inbinden en lijkt hij zich aan de lokale bevolking aan te passen. Maar als hij kennis maakt met de mysterieuze Ingelise dreigt het labiele evenwicht te escaleren. Terribly Happy is de derde langspeelfilm van de Deense regisseur Henrik Ruben Genz, en speelt zich af in tijdloze setting in Jutland. De film is bevreemdend, roept soms wat David Lynch op, en bevat een sterk scenario. Zien!

Zondag ging ik met Henri naar Sounds Like Teen Spirit: A Popumentary (Jamie Jay Johnson). Veel te weinig volk zat daar, hoewel er een pak bekend volk naar zaal 3 van Kinepolis was afgezakt. Wij zaten o.a. naast Oliver en Trust, en waren uitermate gecharmeerd door de enthousiaste respons van de zaal op het einde van de film/documentaire. Opvallend hoe het voor die jongeren draait om het plezier en niet het ongezond soort competitie dat eigen is aan volwassenen. U hebt iets gemist.