Als ik (te) weinig slaap, slaap ik intenser. Op alle vlak. Ik lig gecrispeerd af te wachten tot de slaap zou komen, want binnen vier-vijf uur moet ik er opnieuw uit. En dan val ik als een blok in slaap om er anderhalf uur later abrupt weer uit te ontwaken, met de vraag hoe dat in godsnaam is kunnen gebeuren. De rest van de nacht wordt ingevuld met soezen en draaien en intense dromen waar ik me veel te veel van herinner.
Het was een rondleiding voor Het Project, vannacht. Op een plaats die aanvoelde als de boekentoren, maar dat eigenlijk niet was. Het was een brede, afgesloten hal, met een centrale toren en grote frontale glaspartijen. Ik schat de toren een meter of tien-twintig hoog, met wat een saaie modernistische spits leek, maar in werkelijkheid een zeer ingenieuze constructie was die het natuurlijke licht doorliet. In de toren zelf had je vrij zicht naar helemaal boven, waar een plafond van gekleurd glas zichzelf leek aan te passen aan de hoeveelheid licht en er daardoor organisch tafereel werd getoond.
De rondleiding was een enorm succes. We hadden broodjes voorzien, en opvang in het centrum aan de overzijde van het gebouw. Dat waren overigens de enige gebouwen in de weidse vlakte die wat deed denken aan de kliffen van Cap Griz Nez. Sans de zee dan wel. Onder het glas, helemaal beneden, was een vangnet gespannen, met onder dat vangnet nog een dik kussen zoals wel eens bij stunts wordt gebruikt. Een beetje verontrustend, gezien de toch behoorlijke hoogte van toren, en de daardoor ontstane twijfels bij de doeltreffendheid van de opstelling.
Er waren al minstens drie groepen helemaal tot boven op de toren geklommen, tussen de bizarre koepel en het gekleurd glas. Over het glas was tijdelijk een transparante loopbrug gehangen, om toeschouwers zich er van te laten vergewissen dat er echt geen verdere hocus pocus aan te pas kwam. De schaduwen van de bezoekers bovenaan werden overigens zonder aarzeling geïntegreerd in het schouwspel van het gekleurd glas.
Na een groep naar boven te hebben begeleid en een tweede groep beneden te hebben opgevangen, werd ik naar het centrum weggeroepen. Amper een stap van de torenhal verwijderd, plofte onder luid gekletter en begeleid door een straal zonlicht en een regen van glas, iets in het vangnet, dan erdoor, en uiteindelijk zwaar op het kussen.
De afstand tussen mijzelf en het gebouw verdriedubbelde –een lenseffect waar gretig van werd gebruik gemaakt in vroege films. Toen ik eindelijk terug de toren binnenkwam stond daar onderaan reeds een moeder die bij haar dochtertje ettelijke lange en uiterst fijne glasscherven verwijderde. Niemand huilde, niemand verweet, niemand was geschokt. Behalve ikzelf dan, die met een wanhopig gestokte hap naar adem ontwaakte.