Een galette is een fantastische taart, ook voor wie pas met bakken begonnen is. Ge hebt er eigenlijk geen bakvorm voor nodig, het deeg voor de korst is redelijk eenvoudig te maken, vraagt niet al te veel tijd, en de vulling kan vanalles zijn. Meest populair is een vulling met appels, die ik voor dit recept met wat stevige peren aanvulde. De ‘gewone’ appelvariant heb ik al meerdere keren gemaakt, voor deze galette heb ik een variant op het deeg en de vulling, en heb ik geen vorm gebruikt. Freestyle galette dus, zoals het hoort volgens sommigen.
De recepten voor de korst en de vulling komen uit The Pie and Pastry Bible van Rose Levy Beranbaum (resp. p. 30 & pp. 278-298).
Benodigdheden
Voor het deeg
- 113 g koude boter, in blokjes
- 184 g huishoudbloem
- een snuifje zout
- een mespunt bakpoeder
- 85 g roomkaas (Philadelphia)
- 2 cl koud water
- 7 ml (cider)azijn
Voor de vulling
- twee kleinere of één (heel) grote appel
- een viertal kleine, stevige peren
- twee koffielepels citroensap
- 50 g suiker
- 28 g boter, in blokjes
Zo gemaakt
Plaats een mengkom in de diepvries.
Doe de bloem, het zout en het bakpoeder in een (andere) mengvorm, samen met de roomkaas. Meng met de toppen van de vingers tot een kruimelig deeg ontstaat. Doe dit deeg, tesamen met de boterblokjes in een (hersluitbare) diepvrieszak. Zorg ervoor dat (zo goed als) alle lucht uit de zak is voor u die sluit. Ga dan met een deegrol over de zak, om de boter it te rollen. Leg de zak een tiental minuten in de diepvries.
Doe de inhoud van de zak in de gekoelde mengkom, sprenkel er het water en de azijn over, en meng voorzichtig met een lepel. Doe dit mengsel terug in de diepvrieszak, en kneed voorzichtig tot een samenhangend geheel. Hoe minder de boter vermengd wordt met de bloem, hoe beter de korst achteraf.
Duw het deeg plat, en plaats gedurende minstens 45 minuten in de koelkast.
Verwarm de oven voor op 205°C.
Haal het deeg uit de koelkast, en rol het uit op een goed bebloemd oppervlak. De beste manier is om twee vellen vershoudfolie te bebloemen, het deeg erop te leggen, even te bebloemen, en dan opnieuw twee vellen vershoudfolie over het deeg te leggen. Bon. Rol het deeg uit tot een oppervlakte die één tot twee derde groter is dan de met vulling belegde oppervlakte. (Zie de foto hierboven voor een voorbeeld.)
Plaats het deeg in de koelkast, terwijl u de appels en peren schilt, en van hun klokhuizen ontdoet. Snij de vruchten in partjes, haal het deeg uit de koelkast, en schik de vruchten op het deeg. Verdeel de boter, het citroensap en het grootste deel van de suiker over de vruchten. Vouw het deeg naar binnen, over het fruit, maar zorg ervoor dat er zeker nog een ruime cirkel vrij blijft in het midden. Strooi de rest van de suiker over het deeg.
Bak gedurende 40 minuten. Verlaag de temperatuur naar 190°C na dertig minuten. Laat even afkoelen, en serveer warm.
Smakelijk!