Huh. Ik zweef weer van ’t een naar ’t ander.
De ganse dag het huis uit: van ’t ontbijt naar ’t stad, van de winkels (window shopping) naar ’t park, van ’t park naar huis naar ’t park (x2), en ik kan u de lunch in ’t park aanraden. En anders zijn (voor ’s avonds) de martino en ’t kiekenskot vlakbij.
Thuis kom ik er slechts met moeite toe een computer aan te zetten, anders dan (een anglicisme! een anglicisme!) om mijn foto’s over te sluizen van de camera naar de HD –een verschrikkelijk langzaam process aan 0,5 mb per seconde via USB (not 2.0).
Waar zat ik. Mijn rechteroog lijkt bijwijlen vergroeid met mijn lens, en op mijn linker is dan ook spontaan een ontsteking uitgebroken –jaloezie, het is wat. Maar we maken –technische– vorderingen. Overdag zonder, maar ’s avonds met monopod, waardoor ik zelfs scherpe opnamen krijg op 1/5s. Bovendien ben ik weer volledig manueel bezig –eerst had ik op AP (aperture priority) gewerkt, maar de verschillen op de sluitertijd waren te groot (het diafragma blijft op f/2.8), de onderbelichtingen van het gelaat te frequent, dat ik volledig manueel ben gaan werken. Overdag: ISO 400 (al mag hij vandaag misschien wel naar 200), f/2.8, sluitersnelheid tussen de 1/320 en 1/400. ’s Avonds ISO 800 (ik vind dat op alles erboven veel te veel ruis zit), f/2.8 en dan ergens 1/100 tot 1/30. Vergeet vooral geen spot metering te doen, want de belichting moet goed zitten op het gezicht, en niet (noodzakelijk) op de rest. Al blijft die ‘spot’, net zoals de AF area iets te groot naar mijn goesting.
Sloten koffie, weinig slaap, en het gevoel te leven. Meer moet dat niet zijn.
Zie ook de Jazz in ’t Park flickr fotoset.