domestica

Eigenlijk wilden we gisterenavond naar de cinema. Gezien mijn tijdelijke hypersomnische toestand leek me dat evenwel niet een ideaal scenario. (Bovendien is er momenteel ook betrekkelijk weinig interessants te zien in de Gentse zalen.) Uit eten leek een veel betere optie.

Tegen beter weten in zijn we eerst gaan neuzen bij Soup Culture, maar daar is (blijft) alles evenwel gesloten tot ergens midden september. Filip heeft namelijk De Foyer (NTG) overgenomen, en steekt momenteel alle energie in het klaarstomen van de ruimte aldaar. (We kunnen maar beter nu al een plaatsje reserveren.)

Domestica werd door Tessa voorgesteld als alternatief. Bijna pal naast de Mineral (waar ik minder goede herinneringen aan heb) ligt het restaurant van Vincent De Leenheer. Een donkere, stijlvolle inrichting, met spaarzame rode lampekappen verlicht, wordt door de bar van de ingang afgescheiden. Hoe knus het binnen is kunnen we u echter niet vertellen, want wij kozen ervoor om –in de huidge weersomstandigheden– buiten plaats te nemen onder de parasol.

Tessa nam een apéritif maison, champagne en pêcher mignon, ikzelf hield het bij water tijdens de maaltijd. Het aperitief werd vergezeld van een glaasje peperroomsoep en een hapje gerookte zalm. De kaart zag er enigszins saai maar degelijk uit.

Voor het voorgerecht lieten we ons verleiden tot Tartaar van Tonijn (15 EUR) en Schotse Zalm (13 EUR). De tartaar was vermengd met geroosterde sesamzaadjes en gewenteld in sesamzaadolie, wat een bewezen, smakelijke combinatie is. De Schotse zalm was niet gerookt, maar rauw, wat voor een veel aangenamer smakenpallet zorgde. De zalm was bestrooid met peper en versnipperde ajuin, en een zestal stukken appelsien lagen in stervorm op het bord geschikt. Geslaagde combinatie.

Als hoofdgerecht nam Tessa een Salade van Sardienen –een grote variant van het voorgerecht (16 EUR)– terwijl ik voluit ging voor de Entrecôte van Charolais met pepersaus en frietjes (20 EUR). Het vlees was echt saignant, zoals gevraagd, en heerlijk mals. Van de sardienen heb ik niet geproefd, maar die werden aan de overkant met tevredenheid naar binnen gesmikkeld.

Een dessert mocht niet ontbreken, zo vonden wij, en we werden verwend met een Sabayonne met Rode Vruchten (7 EUR) en mijn gedoodverfde Crème bruléé (6,50 EUR). De crème was afgekoeld, zoals het hoort, met de suiker erbovenop gecarameliseerd (en nog warm). Niet steenhard, zoals we al te vaak hebben gekregen, maar perfect krokant. Geloof mij, er is een groot verschil.

Het totaal klokte –tot onze verbazing– af (met huiswijn en koffie en thee) op maar liefst 120 EUR. Dat leek ons een ietsje aan de hoge kant, en we hebben er zéker niet de duurste gerechten of drank uitgehaald.

Domestica is een weinig verrassend, maar degelijk restaurant. De bediening is vlot en goed, net zoals de aankleding, en het eten is er smakelijk en in geschikte porties bereid.

op repeat

Vroeger kon ik er niet genoeg van krijgen mijn moeder steeds opnieuw dezelfde verhalen te horen vertellen. Het ging telkens over deugenieterijen uit haar jeugd, waar ik maar niet genoeg kon van krijgen, en die net zo goed waren als de verhalen van Tom Sawyer, Huckleberry Finn, De Negerhut van Oom Tom, Alleen op de Wereld, De Laatste der Mohikanen, en wat zat daar nog allemaal in die Lekturama-reeks. Ik raakte het maar niet moe.

Wat volgt heb ik ongetwijfeld ook al eerder verteld, maar voor mij is dit ook een beetje zo’n verhaal, al kan ik mij best voorstellen dat u het, als buitenstaander al meer dan genoeg hebt gehoord. Sla dit gerust over.

In ’96 was ik tegen wil en dank gebombardeerd tot een mengeling van sysadmin (syswatte?), webmaster (uhuh), internet guru (Linux For Administrators, UNIX PowerTools, Programming Perl), en internet designer (web safe colours). Toen ik werd gevraagd om de user interface voor Generale Bank online banking te maken (ondertussen geëvolueerd naar Fortisbanking), vond ik het welletjes, en heb ik bij mijn toenmalige werkgever een graphic design cursus aangevraagd. Een mengeling van spronsoring en werkgeversbijdragen brachten mij bij een zes weken durende cursus graphic design bij het Rhode Island Shool of Design, waar ik –tot mijn grote verbazing– werd geaccepteerd voor hun intensieve Summer School.

In Providence, RI, waar die Summer School doorging, had ik voor de eerste nacht een kamer gereserveerd in het Biltmore. Een kamer die groter was dan onze toenmalige woonkamer (in de Tarbotstraat), en een badkamer die ongeveer de omvang had van diezelfde woonkamer. Ik ben er slechts één nacht verbleven. Er was toen een jazz festival aan de gang, en vanuit minstens twee van de zeven vensters die mijn hotelkamer telde, had ik een onbelemmerd zicht.

Gezien ik er pas ’s avonds laat was toegekomen, had ik meteen van room service gebruik gemaakt. Ik bestelde Pasta with scallops, hoewel ik met de beste wil van de wereld geen flauw idee had wat scallops waren. Groot was mijn verbazing toen room service met een dienblad mijn kamer betrad, met daarop een reuzebord met een geringe portie spaghetti, maar een des te royale hoeveelheid Sintjacobsvruchten, waar we in dit land met plezier een veelvoud van de daar gangbare prijs zouden neertellen –in een restaurant dat door Michelin met een onbetamelijk aantal sterren zou worden bedacht.

Zo’n verschrikkelijk leuke herinnering, net zoals de hamburger (die in niks gelijkt op wat zin McDonalds in styrofoam verkopen), en het Rolling Rock bier (dat ondertussen hier ook verkrijgbaar is, geloof ik).

Karel de Stoute

Ook wij konden er niet aan weerstaan. Eergisteren hadden we iets te vieren (u hoort er nog van), en Tessa hoefde niet echt overhaald te worden om Karel de Stoute bovenaan de lijst van opties te plaatsen. Tot onze grote verbazing was er overigens nog een knusse plaats beschikbaar, toen we amper een uurtje op voorhand belden.

De laatste tijd ben ik er niet echt meer happig op om gastronomische restaurants te proberen. Het is er vaak verfoeilijk duur, en het eten is slechts weinig verrassend. Niets dat ik –in alle bescheidenheid– niet zelf kan maken. Wat mij in Karel de Stoute aantrok waren de schappelijke prijs en de lovende woorden die ik her en der reeds had opgevangen.

Wij gingen voor het viergangenmenu “Karel de Stoute”, met aangepaste wijnen voor Tessa –de huiswijnen bleken ook per glas verkrijgbaar– en een fles bruiswater (die ik grotendeels voor mijn rekening nam).

Een aperitiefhapje van asperges, parmesan, in limoen gemarineerde zeewolf, en een verschrikkelijk lekker stukje toast met pesto. De toast had de juiste temperatuur, de juiste knapperigheid, de juiste hoeveelheid boter waarin die ongetwijfeld gebakken was. Het zit hem in de details, zeg ik u.

Het voorgerecht was Sot-l’y-laisse met gesmolten ganzenlever vergezeld van truffelschuim met een mousse van erwten, zeebaars en mosterdsla. Detail twee: de mosterdsla was licht en luchtig, niet té pikant, net goed gezouten, en liet zich uitstekend met de zeebaars combineren. Sot-l’y-laisse, dat zijn de rugfiletjes van de kip –die vaak vergeten worden maar een ware lekkernij zijn– en daarop lag telkens een mooi plakje gesmolten ganzenlever. De mousse van erwten was zeer licht en smaakvol.

Als tussengerecht kregen we In de oven gegaarde carpaccio van zeewolf met witte asperges en morilles geflankeerd door een extract van morilles. Misschien het minst verrassende gerecht, maar zeer tot mijn verwondering was ik enorm te spreken over de morilles (ik ben geen amateur van paddenstoelachtigen), die zowel voor de asperges als voor de zeewolf een toegevoegde waarde betekenden. (Uiteindelijk toch verrast dus.)

En terwijl de huiswijn tegenover mij van rood naar wit veranderde (op basis van Grenache druiven –heerlijk, hoorde ik Tessa zeggen), werd ons hoofdgerecht opgediend. Speenvarkenfilet met zijn lente garnituur, gedraaide aardappelen en een mosterdsausje. De lentegarnituur bestond uit groene asperges, mangetouts en prinsessenbonen, vergezeld van een sausje met opnieuw die voortreffelijk gedoseerde hoeveelheid mosterd. En speenvarkenfilet, dat is gewoon dé lekkerste manier om hesp te eten (samen met jambonneau); de kok was erin geslaagd het vlees mals te houden, wat niet evident is, en waarschijnlijk ook een van de redenen waarom varkensvlees niet altijd heel geliefd is.

We sloten af met een Trio van aardbeien: sorbet, tapioca met een coulis of jam, en een roomgerecht van aardbeien bovenop een laagje rabarbercompote. Aan tapioca heb ik een hekel sinds mijn jeugdjaren, maar ik heb mijn mening moeten herzien, woensdagavond.

Bij de koffie en thee achteraf –we hadden toen het restaurant voor ons alleen– werden we nog eens extra verwend met een reepje keldertaart en klein potje crème brulée.

Karel de Stoute is een adres om te onhouden. Amper duurder dan de trendy maar zielloze zaken zoals Café Theatre, Pakhuis, of Belga Queen, maar zovele keren beter dat het dat minieme prijsverschil meer dan waard is. Naast het voortreffelijke eten was er overigens een even goede en persoonlijke bediening. Wij komen zeker terug.

Hof van Herzele

Het gebeurt niet vaak (meer) dat ik nog eens een bespreking post van een restaurant. De laatste paar weken hebben we geregeld in het Hof van Herzele gelunched, en om een aantal redenen is ons dat goed bevallen.

Laat ik maar meteen met de deur in huis vallen: ik ga graag naar het Hof van Herzele. Niet alleen zijn de prijzen er redelijk en is de bediening gemoedelijk, maar het ganse restaurant, van de eettafels tot de toiletten, is rookvrij.

Op de menukaart staan eerder traditionele gerechten, zoals steak (chateaubriand) of stoverij en pasta en slaatjes, maar u vindt er bijvoorbeeld ook een Mexicaanse Groentenschotel met gebakken St-Jacobsvruchten en gamba’s. De keuken is bovendien niet te beroerd om de gerechten op vraag (lichtjes) aan te passen, wat altijd een goed teken is.

Wij kozen deze keer voor het Duo van huisgemaakte kroketten met slaatje (10 EUR), Gentse stoverij met frietjes en witloofslaatje (15 EUR) en een Salade van tongfilets in tempuradeeg met huisgemaakte tartaarsaus (15 EUR). We dronken er een vers fruitsap (3,50 EUR), een cola light (1,80 EUR) en een fles witte huiswijn (Van Loveren Sauvignon Blanc, 18,50 EUR) bij.

De porties zijn ruim. Het meervoud bij de Salade met tongfilets staat er geheel terecht. De tempura was bleek –zoals het hoort– maar krokant en vult de vis uitstekend aan. De huisgemaakte tartaar mag misschien puristen de wenkbrauwen doen fronsen, de ingrediënten zijn vers, en de consistentie houdt een heerlijke middenweg aan tussen vast en vloeibaar.

De stoverij had (deze keer) een ietsje meer saus mogen bevatten. Maar ik ben een kniesoor, want de vorige drie keren had ik een perfecte mix van vlees en vocht op mijn bord gekregen. Het vlees bleef overigens net zo mals als anders; en de portie even ruim (liever meer vlees dan te veel saus). Niettegenstaande een reeds voldoende grote portie frieten die de stoverij op ons bord vergezelden (de witloofsla komt in een apart kommetje), staat het u vrij een extra portie bij te vragen. De gerechten met de handgesneden frietjes zijn overigens een aanrader; de frieten behoren tot de betere van Gent.

Een voor het gezelschap waarin ik mij bevond absoluut pluspunt is dat de heerlijke geuren én de smaak van het eten op geen enkel moment worden verstoord door de anders zo opdringerige rook. Het Hof steekt de schuld voor het rookverbod op de preservatie van de schilderingen op het plafond; een diplomatische uitleg, zo vinden wij. Die schilderingen zijn overigens de moeite van het bekijken waard. Het Hof van Herzele bestaat uit één grote open ruimte, met hoge plafonds, en een even grote onderkelderde ruimte (met zo mogelijk nog hogere plafonds). Om tot die openheid bij te dragen, werden twee muren voorzien van grote glaspartijen. Tijdens de zomer (of het warmere gedeelte van de lente) kan u ook plaatsnemen op het terras.

Om af te sluiten namen we nog koffie en een verse muntthee, vergezeld van een gedeelde Crème brulée, waarvoor we nog net dat kleine gaatje vrij hadden. U zal er ons nog vaak aantreffen.

Het rookvrije Hof van Herzele vindt u aan het Sint-baafsplein 34 (in de galerij), tel: 09 233 01 33. Tijdens de week is er een lunch verkrijgbaar. Geopend op din en woe. van 10h30 tot 18h; en van don t.e.m. zat van 10h30 tot 21h30

(Deze bespreking vindt u ook op Gentblogt)

ontdooien

Iets meer dan een jaar geleden publiceerde DS naar aanleiding van een onderzoek van Test-Aankoop dat onze koelkasten wel schoon zijn, maar dat in 40% van de gevallen de temperatuur te hoog was. Ze verzuimden evenwel te vermelden welke temperatuur de correcte was (hoewel dat eenvoudig was te vinden: tussen 4 en maximaal 7 graden). Vandaag krijgen we hetzelfde op ons bord.

Hogeropgeleiden lappen houdbaarheidsdatum aan hun laars is een onderdeel van een groter artikel over gezond eetgedrag van de Belg (of het gebrek daaraan). We krijgen een aantal interessante, maar verontrustende gegevens, waaronder Amper de helft van de Belgen zou vlees, gevogelte of bereidingen correct ontdooien.

Wat de correcte manier is om voedsel te ondooien staat er echter niet bij. Een korte zoektocht brengt ons evenwel snel bij de oplossing (gezondheid.be):

Diepgevroren vlees of vis moet worden ontdooid in de koelkast of de microgolfoven. Buiten de koelkast bij kamertemperatuur vindt een razendsnelle ontwikkeling van micro-organismen plaats en dat verhoogt het risico op een voedselvergiftiging.

’t Is maar dat u het weet. Meer tips leest u overigens in het artikel Ontdooien: zo hoort het