op repeat

Vroeger kon ik er niet genoeg van krijgen mijn moeder steeds opnieuw dezelfde verhalen te horen vertellen. Het ging telkens over deugenieterijen uit haar jeugd, waar ik maar niet genoeg kon van krijgen, en die net zo goed waren als de verhalen van Tom Sawyer, Huckleberry Finn, De Negerhut van Oom Tom, Alleen op de Wereld, De Laatste der Mohikanen, en wat zat daar nog allemaal in die Lekturama-reeks. Ik raakte het maar niet moe.

Wat volgt heb ik ongetwijfeld ook al eerder verteld, maar voor mij is dit ook een beetje zo’n verhaal, al kan ik mij best voorstellen dat u het, als buitenstaander al meer dan genoeg hebt gehoord. Sla dit gerust over.

In ’96 was ik tegen wil en dank gebombardeerd tot een mengeling van sysadmin (syswatte?), webmaster (uhuh), internet guru (Linux For Administrators, UNIX PowerTools, Programming Perl), en internet designer (web safe colours). Toen ik werd gevraagd om de user interface voor Generale Bank online banking te maken (ondertussen geëvolueerd naar Fortisbanking), vond ik het welletjes, en heb ik bij mijn toenmalige werkgever een graphic design cursus aangevraagd. Een mengeling van spronsoring en werkgeversbijdragen brachten mij bij een zes weken durende cursus graphic design bij het Rhode Island Shool of Design, waar ik –tot mijn grote verbazing– werd geaccepteerd voor hun intensieve Summer School.

In Providence, RI, waar die Summer School doorging, had ik voor de eerste nacht een kamer gereserveerd in het Biltmore. Een kamer die groter was dan onze toenmalige woonkamer (in de Tarbotstraat), en een badkamer die ongeveer de omvang had van diezelfde woonkamer. Ik ben er slechts één nacht verbleven. Er was toen een jazz festival aan de gang, en vanuit minstens twee van de zeven vensters die mijn hotelkamer telde, had ik een onbelemmerd zicht.

Gezien ik er pas ’s avonds laat was toegekomen, had ik meteen van room service gebruik gemaakt. Ik bestelde Pasta with scallops, hoewel ik met de beste wil van de wereld geen flauw idee had wat scallops waren. Groot was mijn verbazing toen room service met een dienblad mijn kamer betrad, met daarop een reuzebord met een geringe portie spaghetti, maar een des te royale hoeveelheid Sintjacobsvruchten, waar we in dit land met plezier een veelvoud van de daar gangbare prijs zouden neertellen –in een restaurant dat door Michelin met een onbetamelijk aantal sterren zou worden bedacht.

Zo’n verschrikkelijk leuke herinnering, net zoals de hamburger (die in niks gelijkt op wat zin McDonalds in styrofoam verkopen), en het Rolling Rock bier (dat ondertussen hier ook verkrijgbaar is, geloof ik).

paniek

Ofte: aaarrrggghhh.

Naar aanleiding van de V for Vendetta bespreking wou ik dringend nog eens mijn Watchmen bevingeren. Grote Paniek (jaja, met de nodige hoofdletters) ten huize Bollaert (het Kerre gedeelte zat daar niet zo mee in, behalve dan dat *zij* per se het te bevingeren exemplaar wou localiseren). Komt daar nog eens bij dat ik mij meende te herinneren dat ik Watchmen in Providence had gekocht (redelijk incorrect, zo bleek achteraf, maar over Providence heb ik nog véél te vertellen), en dat ik daar bovendien nog andere dingen had gekocht –en terwijl ik dit schrijf herinner ik mij dat ik de (andere) betreffende objecten niet in Providence, maar in Boston heb gekocht, ocharme een paar luttle tientallen kilometers (of waren het miles) daar vandaan. In elk geval binnen Amtrak bereik.

Soit. Ik heb hem teruggevonden, mijn Watchman (tegelijk met juffrouw Kerre –als dat geen liefde is). En tevens mijn Spawns, en mijn MckeanGaimans. Elk van die dingen zijn stuk voor stuk nog steeds aan te raden. Watchman op kop, gevolgd door de Spawns, en Black Orchid, en de wel verschrikkelijk eigenzinnige kijk op het Punch en Judy verhaal.

Maar mag ik ter dege benadrukken dat het aller-aller-allerbeste Batmanverhaal Arkham Asylum is? Niet twijfelen. Lezen! (En bekijken!)