Happy Tessa op moederdag

Seattle, USA 2010

Deze foto zou moeten volstaan, denk ik. Henri had vanalles gepland. Hij had zaterdag zelf een kaart en een cadeau gekocht in een winkel –ik was er niet bij, want ik lag met migraine in bed. Hij was met Tessa gaan winkelen, en terwijl zij –verplicht–buiten wachtte, ging hij boldly alleen de winkel binnen om er een kaart te kopen, een geschenk uit te kiezen, én te laten inpakken. Het gaat goed met zijn kennis van het Engels, vind ik.

Seattle, USA 2010

Tessa werd getrakteerd op Berry Meyer Lemon Pancakes, een recept dat ik heb van Joy the Baker (ik zou die eigenlijk wel eens willen ontmoeten), en nadien een fruitgerecht met Meyer Lemon Curd. Ik wil al zo lang eens Meyer lemons gebruiken, maar bij ons in België is dat gewoon niet te vinden –of ik heb nog niet op de goede plaatsen gekeken.

Voor de pancakes is er enkel zest nodig, die duchtig in de suiker dient gewreven te worden.

Seattle, USA 2010

Het deeg van zo’n Amerikaanse (karnemelk) pancakes trekt overigens in niet op deeg voor Franse pannenkoeken –het is eerder dik zoals voor wafels. Ze moeten ook iets langer, en op een iets lager vuur, in de pan.

Seattle, USA 2010

En die Meyer Lemon Curd is een gewone curd, maar dan met sap van Meyercitroenen i.p.v. gewone citroenen.

Geen recept, maar ik bak die Amerikaanse pannenkoeken nog wel eens (ze werden hier heel erg gesmaakt), en dan bezorg ik u (eindelijk) nog eens een recept.

Werkvolk

Seattle, USA 2010

Het is hier gelijk niet veel anders dan thuis, wat Tessa betreft. Ze staat op voor de zon, komt thuis als de zon onder is, en gaat slapen… als het werk gedaan is. Enfin, which is: never, dus stopt ze maar als ik lang genoeg zaag en/of als ze zelf begint te voelen dat ze er daags nadien als een vod gaat bijlopen als ze nog drie minuten verder doet.

Henri is al niet veel beter. Die mat ik af met minstens één thema (Frans, wiskunde, spelling, taal) per dag, zodat we op tijd de lessen kunnen afronden. Het streefdoel is eigenlijk 2,5 thema’s per dag, maar als het bijvoorbeeld les Frans is, dan gaat dat iets minder vlot dan wanneer het over wiskunde gaat. Zelfs al moet hij getallen als 4.278.059 delen door 52 of 0,9 door 0,35 –zonder rekenmachine welteverstaan. Breuken, zegt u dat nog iets?

Gekapt

Gekapt

“Gaat ge niet mee”, vroeg Tessa, tien minuten voor ze naar de kapper vertrok. Henri zat in Brussel om de jeugdboekenweek te openen in het Vlaams Parlement; hij was die jongen met de kanariegele trui die u misschien op het nieuws in het halfrond hebt zien zitten. Dus ging ik mee.

Ook van mijn haar verdween een goede centimeter, en de mens die eraan heeft geprutst heeft goed werk geleverd. Hoewel ik het zelf toch liever iets langer had –het groeit zo meteen wel terug– is Tessa van mijn haar wreed content. Het hare werd een (klein) beetje bijgeknipt en vervolgens geföhnd, en het zag er –langs achter en opzij toch– wervelend uit. Vooraan zag het eruit alsof de föhn was ontploft, en meteen ook haar haar (ik spaar u –en vooral eigenlijk Tessa– de foto). Och, geen erg: morgenochtend wordt het er gewoon uitgewassen.

Wachtweek

Als de oproepen beperkt blijven, valt dat nog mee, zo’n wachtweek. En sinds ik van die pillekes in mijn arsenaal heb opgenomen, valt het voor mij sowieso (opnieuw) mee.

Deze week was voor Tessa echter verschrikkelijk; en er komt nog een nacht aan. Ik denk niet dat ze de voorbije week meer dan een uur aan een stuk ononderbroken heeft kunnen slapen. En zoals ik al zei: zij werkt niet in shifts en heeft geen recup (zoals bijvoorbeeld de verpleging). Ze blijft gewoon overdag werken, ook al is ze ’s nachts van wacht. Feestdagen, weekends, dat maakt allemaal niet uit. Gisteren heeft ze bijna een ganse dag op het UZ doorgebracht, en vandaag is ze opnieuw al een paar uur weg.

Feestdagen of feestjes, plannen is wat moeilijk, tijdens zo’n week.

Zo was er gisteren het jaarlijkse Gentblogtfeest, maar toen ze ’s avonds thuiskwam is ze in de zetel een beetje gecrashed (niet dat daarmee de telefoons ophielden). Dus bleven we maar thuis. Want het is al niet evident, zo met een wachttelefoon op een feest, los van de vermoeidheid na zes dagen.

Zo heb ik woensdag Henri meegenomen naar Avishai Cohen in De Bijloke (terwijl dat oorspronkelijk met Tessa was gepland). De jongen heeft de eerste twee nummers gehoord, en is nadien met het hoofd op mijn schouder in slaap gevallen.

En zo was ik stiekem blij dat het concert donderdag in Vooruit, slechts anderhalf uur heeft geduurd, zodat ik snel terug was voor het geval dat Tessa naar het UZ had gemoeten.

Nog een nacht, en ’t is voorbij. En als ik mij niet vergis heeft ze aan het einde van de week zelfs één of twee vakantiedagen gepland.

(Niet dat ik te klagen heb. Ik heb niet echt over iets te klagen. Behalve dan dat ik niet op dat feest was. En over die zending die TNT in de soep heeft gedraaid en nog steeds onderweg is. Al meer dan een week. Uit Nederland. Ik was er beter zelf om gereden.)

Gelijk een os

“Hoezo ge hebt niets gehoord?” Ze kijkt mij vol ongeloof aan bij het ontbijt. “En om half zes?”

Ik schud gespeeld geschaamd het hoofd, maar kan amper de pretlichtjes in mijn ogen wat dimmen. “Gij hebt mij die slaappillen voorgeschreven”, probeer ik nog.

Deze week heb ik elke nacht een pil gepakt. Een beetje gelijk anticonceptie, maar dan tegen slapeloosheid i.p.v. zwangerschap. Ik zoek het soms ver in mijn vergelijkingen.

Pil slikken, even wachten, en hopla: lights out. En dan hoor ik niks meer, noch de aanhoudende spelletjes van buurman, noch de wachtgsm van Tessa, die deze week de hele nacht door rinkelt. En nee, ze heeft geen shifts: ’s nachts is ze van wacht, en overdag gaat ze gewoon werken. Het wordt tijd dat die wachtweek voorbij is, want straks crasht ze nog. En zij mag zo geen pilletje pakken om door het gerinkel te slapen.

Mathilde E. Horlait-Dapsens

Wij zaten gisteren in Brussel. Niet eens zo heel ver van de Albertina (hieronder net niet op de foto), waar ik bij Lemca eens wou gaan kijken voor een trompet voor Henri (open van dinsdag tot zatderdag vanzelfsprekend).

China in Brussel

Maar eigenlijk moesten we in het Paleis der Academiën zijn, waarin de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten is gevestigd. Daar werden de beurzen van de Fondations Artistique & Médicale Mathilde E. Horlait-Dapsens uitgereikt.

Mathilde G. F. E. Dapsens werd geboren in 1884 in een familie die actief is geweest in de uitbating van kalkgroeven en cementbedrijven. Ze schilderde, en haar man, Emile A. Horlait, die overleed bij het begin van de eerste wereldoorlog, was arts. Toen zij –kinderloos– overleed in 1969, had ze reeds testamentair laten vastleggen dat haar fortuin moest worden gebruikt voor de oprichting van twee stichtingen, een medische en een artistieke stichting, die haar naam zouden dragen. De stichtingen werden opgericht in 1975, en in 1980 werden de eerste beurzen uitgereikt.

Tessa in BrusselDe artistieke stichting wil bijdragen aan de ontplooiing van de schilderkunst, beeldhouwkunst en muziek; de medische stichting beoogt bij te dragen tot de ontwikkeling van de geneeskunde en chirurgie, biologie, biochemie en psychologie. De laureaten worden telkens gelozen door een jury van experten.

En kijk, ik zat daar omdat ik mij zou kunnen vervolmaken in de studie van de Belgische jazz, omdat ik Tessa (wiens sierlijke en gracieuze beweeglijkheid ik kon vastleggen op de foto hier rechts) mocht vergezellen. Zij is één van de (zes) laureaten voor de medische prijs 2009, waarmee ze zichzelve in de Verenigde Staten (Houston, Texas & Seattle, Washington) verder mag gaan vervolmaken. (En dan achteraf haar expertise hier in het Gentse UZ verder kan toepassen.) De ouders mochten mee, en dus zaten wij daar met drieën te blinken van trots toen ze haar getuigschrift in ontvangst mocht nemen.

En ik weet niet hoe het met mijn schoonouders zit, maar ik zit hier eigenlijk nog te blinken. (Ofwel moet ik dringend mijn haar wassen.)