koopkracht en basisbehoeften

Koopkracht is een verkeerd gekozen term, zo beslisten wij al enige tijd geleden. Het appelleert te veel aan die verfoeilijke vorm van consumerisme die de mensen in staat stelt de nieuwste flatscreens, gsms, spelletjesconsoles, en andere hypes aan te schaffen. Uw tv gaat drie jaar mee, en dan is hij verouderd; dat soort dingen. Ook wagens behoren daartoe.

Wij vermoeden dat met koopkracht veel eerder een basis levenskost wordt bedoeld, met op kop de nutsvoorzieningen (gas, water, elektriciteit, verwarmingsbrandstof) en voeding. Eén van de grootste vergissingen die in België ooit werd begaan, was de privatisering van die nutsvoorzieningen. Wat een uiteindelijk een basisbehoefte is, werd daardoor het onderwerp van winstbejag en de daarmee gepaard gaande economische schutsmiddelen.

Misschien moet één of andere grote politieke partij dat maar weer eens op tafel durven te smijten, dat zo’n basisbehoeften eigenlijk in handen van de staat zou moeten blijven/terugkomen. Net zoals het openbaar vervoer. Niemand hoeft een auto te hebben om kwalitatief leven te leiden. Verhoog gerust de taksen op autobrandstof, voer een taks in voor wie met de wagen de stad in wil –onder opschortende voorwaarde dat het openbaar vervoer verder wordt uitgebouwd natuurlijk.

Voorzie bijvoorbeeld ook een ‘gratis’ basishoeveelheid nutsvoorzieningen voor elk gezin (en dan heb ik het niet over die gratis 400 kWh aan elektriciteit die de regering ons in 2007 heeft ‘geschonken’) –we betalen meer dan genoeg belastingen. (Hoe die hoeveelheid wordt bepaald, daar gaat het nu even niet over.)

Ach, er is zoveel werk aan de winkel, en we zijn al een hele tijd zo verschrikkelijk verkeerd bezig. Het wordt dringend tijd dat de politiek terug naar het volk komt. Het echte volk, niet de middenklasse waartoe ook ik behoor. Het ganse volk, niet alleen de middenklasse waartoe ook ik behoor.

electrabel (the continuing story)

Mijn post van vorig jaar over de jaarafrekening van electrabel is nog steeds redelijk populair, te oordelen aan mijn statistieken. Voor de afrekening van 2007 dienden we 427,80 euro bij te passen. Niet fenomenaal veel, gezien de zogezegd stijgende olieprijzen, maar het pessimisme van onze nutsvoorziener noopte het bedrijf er wel toe onze maandelijkse afrekening met maar liefst 30 euro te vermeerderen.

Tessa heeft hen toen gecontacteerd –ik was te boos– en is toen tot een compromis gekomen, wat resulteerde in een stijging van 12 euro per maand. Vorige maand kregen we de nieuwe jaarafrekening onder ogen, en kijk, we moeten opnieuw 491,01 euro opleggen. Ze zaten er dus duidelijk niet ver af –integendeel, hun pessimisme bleek een onwaarschijnlijk optimisme te verhullen.

Waar ik nu mee worstel is dat ze deze keer een verhoging van onze maandelijkse contributie voostellen van maar liefst –u zit toch neer?– 82 euro. Twee. En. Tachtig. Euro. Per maand. En ik ga hetzelfde zeggen als wat ik elk jaar binnensmonds mompel: ik moet dringend het concurrentieel marktaanbod eens van dichterbij bekijken. (Waar is dat vergelijkend artikel uit Test Aankoop nu weer?)