Tijd voor het festival. Eindelijk! Bij voorbaat excuses trouwens: ik heb veel te weinig (deftige) foto’s gemaakt. Ik had mijn normale equipement niet meegebracht, in de veronderstelling dat ik daar toch geen tijd ging hebben om concertfoto’s te maken. Dat klopt ook wel, maar we stonden telkens zo dicht bij de muzikanten dat ik heelder trossen opportuniteiten verkwanseld heb gezien. Ik had een zeer goed toestel mee, evenwel zonder telelens. Dus heb ik voornamelijk snapshots met de iPhone gemaakt: ik heb het ding toch altijd en overal bij me.
Er waren drie podia: Harbor Stage, een klein podium langs de kant van de jachthaven; Quad Stage, een iets groter podium op het binnenplein van Fort Adams; en Fort Stage, het hoofdpodium waarvoor het publiek zich op zetels en strandhanddoeken had gevleid. Wij hadden backstage pasjes, en hebben dus eigenlijk weinig tijd vóór het podium doorgebracht. We konden steeds langszij, en bij de grote Fort Stage mochten we op een soortement balkon dat langs weerszijden van het podium was opgericht voor de backstage gasten en de muzikanten.
Het was warm, op het festivalterrein. Laat mij dat even herhalen: het was warm op het festivalterrein. Ik heb geen idee hoeveel graden het was, maar zal bij momenten zeker tegen de 40 gelopen hebben. Het was een vochtige warmte bovendien, en er waaide maar weinig wind. Er stond een tent backstage, die o.a. door de pers werd gebruikt, en waar we naar believen drankjes konden halen. De festivalorganisatie had bovendien een plaats voorzien waar bezoekers gratis hun lege waterflesjes mochten bijvullen. Een absolute noodzaak in dat weer.
Het festival begon om 11 u. en eindigde om 19 u., en met drie podia, die simultaan worden bespeeld, is er geen tijd te verliezen. Per dag speelden er maar liefst 15 groepen, en daarvan waren er maar weinig waar ik niet tenminste een tiental minuten wou zien. Niettemin heb ik toch een paar groepen die hoog op mijn verlangenlijstje stonden, moeten missen. Het grootste deel van The Bad Plus met Bill Frisell bijvoorbeeld.
We begonnen de dag met John Ellis & Double-Wide (zeer geslaagde interactie tussen de groepsleden, met een speciale vermelding voor Matt Perrine op sousafoon –foto), gingen vlug eens luisteren bij de Pedrito Martinez Group (niet mijn ding), snel door naar Christian McBride & Inside Straight, een stukje van de Jack DeJohnette Group, om weer op het hoofdpodium uit te monden bij Bill Frisell plays John Lennon. Ik was niet overdonderd toen het album was gereleased, maar live was de groep en het repertoire ijzersterk. De dialoog tussen gitarist Frisell en violiste Jenny Sheinman was spontaan en meeslepend, en tilde de bewerkingen van de bekende Lennonsongs een paar niveaus hoger.
Nog zo’n hoogvlieger was het optreden van Darcy James Argue’s Secret Society (foto), waarin ook John Ellis meespeelde en Ingrid Jensen. We kregen het ondertussen min of meer bekende repertoire, en een voorsmaakje van het nieuwe project, Brooklyn Babylon (dat eigenlijk een multimediaal project is).
We pikten nog het einde mee van het Joe Lovano & Dave Douglas Quintet (met Lawrence Fields en Joey Baron en Linda Oh), bleven nog even (veel te kort) hangen bij The Bad Plus w/ Bill Frisell (foto), en zagen Dianne Reeves nog haar laatste nummer brengen.
Ook van 3 Clarinets: Ken Peplowski – Evan Christopher – Anat Cohen hoorden we nog de laatste paar nummers, en een flink stuk van de Jack DeJohnette All-Stars. En tot slot was er de Pat Metheny Unity Band (foto –wacht: foto! een foto van Pat Metheny, die zo binnen handbereik stond dat ik bijna aan zijn vers gefriseerde coupe kon raken; mijn fototoestel uithalen mocht niet, maar met de gsm mocht het wel).
En dat was het dan voor dag 1.
…zo dacht u toch. Wij waren uitgenodigd op het Newport Festivals Foundation Gala, een awe-inspiring diner met uitzonderlijke optredens van Dianne Reeves, Jason Moran, Anat Cohen, Bill Frisell, Lewis Nash, Lionel Loueke, Steve Wilson, Rudresh Mahanthappa, Peter Martin & Ingrid Jensen, die in allerlei combinaties op het podium werden gebracht –vaak hadden ze zelfs eerder nog nooit samengespeeld. Jason Moran was de MC, en hij zat voorwaar op anderhalve meter van mij tussen zijn speel- of presenteerbeurten in.
Het was allemaal redelijk… exclusief; ik kan mij de laatste keer niet herinneren dat er nog eens zoveel net worth met mij in eenzelfde ruimte zat. Het gala vond plaats in Marble House, één van die mansions in Bellevue Avenue. Het werd gebouwd op het einde van de 19e eeuw door de kleinzoon van Cornelius Vanderbilt (de spoorwegmagnaat), die het als verjaardagscadeau aan zijn vrouw schonk (meer info).
Het evenement speelde zich helemaal in die grandeur af. Waar gisteren de omgeving van de International Tennis Hall of Fame reeds verbluffend was, daar overtrof Marble House moeiteloos enige verwachting die ik mocht hebben gehad. Bij de aankomst reden we op een gigantische oprijlaan, die naar de apex toe naar boven helt, en waar aan de voordeur valets de wagen van u overnemen om te gaan parkeren. Diezelfde valets brengen bij het vertrek de wagen terug (en verwachten vanzelfsprekend een kleine tip voor de service). We zaten met 250 man op een overdekt terras, met zicht op een grote tuin, aan het einde waarvan zich een Chinees theehuisje (groter dan sommige gezinswoningen) bevindt, en de oceaan. Daags voordien was ik daar overigens voorbij gewandeld, langs die oceaan aan de achterkant van dat huis, tijdens mijn cliff walk.
—
Het voorbijzoevende landschap, onderweg van het festival naar het hotel.