filmfestival 17/10

De eindspurt is ingezet: vier films, vandaag, en pizza achteraf.

Sleuth: ok, ok, dus ik ben fan van Michael Caine, én van Kenneth Branagh, en Jude Law is ook al niet meteen de slechtste acteur die ik mij zo meteen voor de geest kan halen. Allez, ttz ik ben eengroot fan van Branaghs Shakespeare verfilmingen (al heb ik ze niet allemaal gezien), en Caines acteren kent weinig variatie, waar ik gek genoeg toch maar niet genoeg kan van krijgen (dat zal een andere acteur mij niet lappen). Heel geslaagde acteerprestaties, maar de verfilming van een toneelstuk, blijft in dit geval een verfilmd toneelstuk. En als ik toneel wil zien, ga ik wel naar het theater.

It’s a free world is de nieuwste van Ken Loach. Sociaal drama, in een wereld die niet wit of zwart maar alle schakeringen van grijs bevat. Een zeer lovenswaardige houding, maar van al dat grijs gaat de wereld niet sneller draaien. Ik wil maar zeggen, het lijkt of men tegenwoordig steeds banger wordt om een standpunt in te nemen en daardoor soms op tenen te trappen. Du choc des idées jaillit la lumière, weet u wel. Schrijnende film, een beetje deterministisch, of modern naturalisme misschien, iets wat er zeker vot zal ingaan bij de fans. Terecht.

We own the night is een poltiefilm, maar toch weer niet, wist Roel Van Bambost te vertellen tijdens de introductie. De zaal zat afgeladen vol actieve 55-plusser, die van Roel aan het einde van de film altijd mochten applaudisseren als ze hem (de film dus) goed vonden. Wat natuurlijk prompt gebeurde, zo voorspelbaar was het wel. Niet vernieuwend of verrassend, een politiefilm zoals u er al zeven hebt gezien, maar wel vakkundig gemaakt en onderhoudend.

Slippery Slope is een pornofilm zonder de porno. De titel roept meteen associaties op met Tiroler films uit de jaren 70 (Die Liebestollen Dirndl von Tirol, Das Love-Hotel in Tirol), en de plot en de daarbij horende dialogen zijn van een gelijkaardig niveau. Alle clichés zitten erin, van de frigide feministe die sexueel openbloeit tot de hoogbegaafde porno-actrice-met-kind, en alles wat zich daartussenin bevindt. Te verwaarlozen.

filmfestival 15-16/10

Maandag was en uitstekende filmdag. Hoewel ik maar drie van de zes geplande films heb gzien (The Tracey Fragments was uitverkocht), was ik zeer blij dat ik ze heb gezien.

Afgaande op de titel en de naam van de regisseur (Dimitri Karakatsanis) was ik ervan uit gegaan dat Small Gods een Engelstalige film zou zijn. Groot was dan ook mijn verrassing wanneer Steffi Peeters de film in het Nederlands begint. Het zou iet de enige verrassing zijn, want dit is een zeer geslaagde film. Goed verhaal, goede cast, goede fotografie, en op zowat elk moment van de film kon ik denken “nu kan het toch alleen maar slechter worden” en dan toch opnieuw verbaasd zijn over het feit dat dezelfde degelijke kwaliteit werd behouden. Niet te missen –de film speelt nog morgen 18 oktober, maar komt nadien hopelijk in de zalen terecht.

Daarna mocht ik naar La Antena (The Aerial), alweer een bijzonder goede film, die zeer creatief gebruik maakt van de conventies van de oudere stille zwartwitfilms. Boeiende film, puike acteerprestaties, verschrikkelijk aangenaam hoe de tussentekst in de film is verwerkt. Speelt alleen nog vanavond 17 oktober –niet te missen.

De derde film was Paranoid Park, gebaserd op het boek van Blake Nelson. Het is een typische Gus Van Sant film geworden, in de stijl van Elephant. Mooie verhaalstructuur, een klein beetje een who dunnit, maar dat is eigenlijk van weinig belang. Een aanrader, nog te zien vandaag 17 en ook op 19 oktober, maar komt gegarandeerd in de cinema terecht.

Dinsdag, gisteren dus, zag ik Gone Baby Gone, het regie-debuut van Ben Affleck, met zijn broertje Casey in de hoofdrol. Niet meteen een blijver, maar zeker niet slecht voor een debuut, met min of meer interessante plot. Caseys tegenspeelster, Michelle Monaghan, speelt eigenlijk ronduit slecht, maar dat hoeft u niet tegen te houden deze film te gaan zien. Geen aanrader, maar goed genoeg om te zien. Speelt nog op 18 en 9 oktober, en achteraf in de bioscoop.

boek+film

Vandaag heb ik de Humo gekocht. Het zal van (voor) mijn studententijd geleden zijn dat ik dat weekblad nog eens heb meegebracht, en de enige reden waarom ik het heb gekocht was voor het boek+film aanbod. Het film aanbod dan toch, want het boek stond helaas reeds in mijn collectie.

Wat een slaapverwekkende film, Ex Drummer. De fotografie is interessant te noemen –Koen Mortier heeft duidelijk The Rules of Attraction gezien– en de muziek ook, maar het verhaal trekt op geen kloten. Daar zit Mortier voor iets tussen, maar de bron is Brusselmans natuurlijk. Saai, saai, saai.

Oh, en Brusselmans past eigenlijk perfect bij de Humo: beide leveren al gans hun leven voortdurend dezelfde zever af. De eerste keer is dat grappig, maar na de zoveelste publicatie is het amper nog een dunne gimmick, en Busselmans is al lang verwaterd tot een one trick pony.

De film heb ik ondertussen bekeken, goed dat hij gratis was, en de Humo, tsja, ik wist waar ik mij aan mocht verwachten. Alleen verbazingwekkend dat het echt nog bijna volledig dezelfde inhoud bevat als twintig jaar geleden. Volgens mij kunnen ze dat gewoon heruitgeven, en geen kat die het gaat weten.

marathonvermoeidheid

Het is niet meer voor mij, zo’n marathonfilmzittingen. Enfin, misschien wel, maar ik loop een beetje te gestresseerd om er echt van te kunnen genieten. Dus zijn we gisteren rond 16u –na zes uur cinemazalen dus– huiswaarts getrokken. Even gestopt in de Greenway voor een (gigantische) portie (vegetarische) ratatouille –een berg rijst en daar bovenop een dikke schep (of twee) groentensaus, wat me liet terugdenken aan de rijst-met-gehakt-met-sambal maaltijd die ze begin jaren 90 in de resto van de Overpoort serveerden.

Voor de rest heb ik mij thuis in bed gesmeten, mij ogen gesloten, naar Phileine zegt sorry gekeken, naar Bones, naar Topmodel (waar de jury dringend iets over fotografie moet leren), en bij Undercover Lover (de eerste keer dat ik daar iets van zag) in Tessa’s armen (ze was tijdens Topmodel thuisgekomen) in slaap ben gevallen.

Slechts één film vandaag, en als ik straks terug thuis ben weet ik u over die van gisteren nog even te onderhouden. En al heb ik er maar drie gezien, ze behoorden in elk geval tot de betere van het festival!

zes

Zes film staan er op het programma vandaag. Tussen 10u tot 23u50 heb ik Small Gods, La Antena, Paranoid Park, XXY, La Cascara en The Tracey Fragments gepland. Als er tenminste nog plaatsen beschikbaar zijn voor die laatste.

Tot morgen.

filmfestival 13-14/10

Twee films maar dit weekend, twee: een perfecte pauze met wat tijd voor het gezin en andere feestelijkheden.

Mein Name Ist Eugen van Michael Steiner dateert eigenlijk al van 2005. De naam Steiner klinkt u misschien niet meteen bekend in de oren, maar hij is regisseur van het gesmaakte Grounding: The Last Days of Swissair dat vorig jaar op het filmfestival werd vertoond. Voor Mein Name Ist Eugen heb ik Henri meegenomen, die niet alleen op het tipje van zijn stoel zat, maar ook ervoor, ernaast, errond en erop. Ondertitels lezen was geen probleem, en hoewel de film gesuggereerd werd voor kinderen vanaf 12 jaar, kan ik u verzekeren dat hij ervan heeft genoten. Een kwalitatieve kwajongensfilm, verwacht u niet aan grote verrassingen, maar zeer onderhoudend voor de doelgroep.

Een nieuwe David Cronenberg op het filmfestival. En dan nog opnieuw met Viggo Mortensen! Eastern Promises was een van de films op het festival waar ik het meest naar uitkeek. Wat een vergissing. Het beste aan de film zijn de acteerprestaties, de soundtrack van Howard Shore, en de befaamde chirugische precisie waarmee Cronenberg zijn scènes in beeld brengt. Maar welk een dwaas plot. Een mengeling van Matroesjka’s met een beetje History of Violence en dan een revelatie in het laatste kwartier die we al van kilometers ver hadden zien aankomen. Op bepaalde momenten wordt het zo belachelijk dat ik mij –zoals het cliché dat vraagt– heb zitten afvragen of ik moest lachen of huilen. Goed, het Amerikaanse publiek vindt het waarschijnlijk enorm schokkend als er vingers van een lijk worden geknipt (hoewel: C.S.I. iemand?), of als Mortensen volledig bloot in beeld komt, compleet met TV-worstje, maar eigenlijk was dat allemaal geheel functioneel. Totaal belachelijk wordt het dan weer wanneer –in wat eigenlijk de belofte van een heel sterke scène inhield– net iets té veel clichés worden bovengehaald. Zoals de moordenaar die een mes uit zijn eigen borstkas trekt om er alsnog mee aan te vallen. Enorm ongeloofwaardig ook, wanneer bijvoorbeeld de gewelddadige Kirill (een anders uitstekende Vincent Cassel) plots gewetensproblemen krijgt wanneer hij een baby moet doden. We hebben het over fictie hé mensen, en deze geforceerde wroeging past compleet niet bij het karakter van Kirill –wel in de kunstmatige afwikkeling van de plot. Nah, dit is weggegooid talent, van de excellente regisseur, van de schitterende acteurs, van de excellente muziek, en zelfs van de dure pellicule. Nog te zien op 16 (uitverkocht), 17 en 19 oktober, en daarna helaas ook in de zalen. Spaar uw geld.

Gisteren ben ik overigens mijn perspas kwijt gespeeld. Ofwel ligt hij nog in de cinema, ofwel in de mokabon, ofwel in De Poort. Nog goed dat ik nog een tweede heb, of ik kon de rest van het festival vergeten. Geeft u een seintje als u hem toevallig zou vinden? (Mijn foto staat erop.)

exclusief

In primeur krijgt u deze full-cd gratis en voor niets bij De Morgen van zaterdag 13 oktober, zo beloofde de krant al een tweetal weken. Niet voor de abonnees weliswaar, want die kregen (pas) deze week een brief in de bus waarop ze de cd konden bestellen. Wachttijd: minimum twee weken.

Eén van de voordelen om abonnee te zijn waarschijnlijk.

filmfestival 12/10

Veel beloven en weinig geven, leek wel het motto vandaag op het filmfestival. Afgaande op de synopsissen van hieronder vermelde films, zag het er nochtans een veelbelovende dag uit. Driewerf helaas.

Nadine, van regisseur Erik de Bruyn, klonk verschrikkelijk veelbelovend. De film was zonder twijfel de beste van de dag, al zegt dat meer over de dag dan over de film. Niet dat hij slecht is, maar de film is net iets te veel roadmovie, en iets te weinig verhaal. Het begint een beetje tam en met te veel gaten, maar die worden mooi dichtgemetst naarmate het verhaal vordert. (En is dat eigenlijk niet wat je van een goed verhaal verwacht?) Het einde steekt ook al goed in elkaar, zonder al te veel sentimenteel gezever. Kortom, je kunt een pak slechtere films bekijken dan deze. Ga dus maar kijken, op 14, 17 en 19 oktober bijvoorbeeld, maar hoogst waarschijnlijk komt hij achteraf ook nog in de zalen terecht.

Delirious, tsja. Steve Buscemi noch Elvis Cotello kunnen deze film optillen naar een deftig niveau, maar als u een tiener was, dan zou u hem hopelijk wel graag zien. Michael Pitt geeft de meisjes iets om naar te kijken (al zou k niet weten wat of waarom), en Alison Lohman, die we vorig jaar nog in Atom Egoyans Where the Truth Lies in de armen van een andere vrouw mochten begapen, prijst haar waren aan voor de jongens. Meer is er niet aan, maar als u in de goede leeftijdsgroep zit, is deze film beslist voor u. Nog te zien op 13 en 14 oktober, en daarna zeker nog in de cinema.

Saverio Costanzo’s In Memoria di me is gebaseerd op de roman Lacrime impure – Il gesuita perfetto van Furio Monicelli. Dat wist ik niet toen ik de film ging bekijken, maar tijdens de vertoning kon ik me niet van de indruk ontdoen dat dit net het soort film was dat we in het middelbaar op Sint-Barbara zouden te zien krijgen als bezinningsfilm. Voor wie niet met Sint-Barbara bekend is, jawel, dat is een jezuïtenschool. Enkel genietbaar wanneer u overweegt als novice een kloosterorde binnen te treden, of als u de onweerstaanbare drang voelt aan uw (pseudo-)intellectualistische zelf toe te geven, of als u al jezuïet bent. Tijdens het filmfestival te bekijken op 14, 17 en 19 oktober. Daarna hopelijk niet meer.

Ondertussen was ik zo gedeprimeerd geraakt door de dalende lijn in de kwaliteit van de films, dat ik het niet meer heb aangedurfd aan de vierde te beginnen (La Antena). Al blijft die op mijn verlangenlijstje staan.

een vijsje los

Toen ik gisteren thuis kwam, zat mijn bril zo in mijn brillendoos:

bril

Het probleem doet zich al langer voor. Bij het minste geschok komen de vijsjes los die het metaal waarin de glazen vervat zitten, samenhouden. Tot nog toe heb ik die vijsjes altijd in mijn doos teruggevonden, maar gisteren waren ze nergens meer te bespeuren.

Hoewel het laat was, heb ik toch maar even de doe-het-zelver in mij wakker gemaakt, en met wat ijzerdraad en loodgieterstape heb ik de eindjes opnieuw met elkaar verbonden. De glazen zitten nu wel losser dan voorheen, maar ik ben tenminste van de tirannie van die vijsjes af.

Mijn nerd-gehalte is meteen wel een grote factor gestegen.

bril

Maar werkbaar is het niet –de glazen zijn er al drie keer uitgevallen toen ik zat te tikken. Misschien moet ik toch maar eens een nieuwe bril overwegen.

(O, en ik weet het: een bril nooit met de glazen naar beneden leggen. Maar ik denk niet dat het nog veel uitmaakt.)

filmfestival 11/10

Zoals gisteren aangekondigd, heb ik de persvisies deze ochtend overgeslagen om van planning te kunnen doen voor Het Project. Niet getreurd, ik heb er toch nog drie kunnen meepikken. Morgen gaan we er weer wat heviger tegenaan, dan staan er vier ingepland –overdag, want ’s avonds komt Henri terug van bosklas.

Ekko mocht ik niet aan mij laten voorbij gaan. De Steak Rossini hebben we gisteren gehad, vandaag stond de film op het verlangenlijstje. Vorig jaar was ik niet meteen een fan van Morgenthalers goed onthaalde Princess, maar Ekko vind ik een stap in de goede richting. Het scenario bevat een aantal kunstmatigheden, en de regisseur pakt –vooral in het begin van de film– uit met een aantal cheap tricks om het publiek de daver op het lijf te jagen, maar dit is een zeer onderhoudende film. Het verhaal loopt van thriller naar psychologie, maar ook wanneer je weet hoe de zaak in elkaar zit blijft het boeiend. Zeker de moeite. Ekko speelt nog op 13 oktober, maar zal daarna waarschijnlijk wel de weg naar de cinema vinden.

Nacido y Criado (Born and Bred) klinkt beter op papier dan het er uiteindelijk op het witte doek uitziet. De synopsis is zeer interessant, maar het verhaal had beter kunnen worden uitgewerkt. De demonen waar hoofdpersonage Santiago mee worstelt, komen er net niet genoeg uit. Ik zou zelfs durven suggereren dat het begin beter het einde was geweest, en dat het keerpunt een telefoontje van Milli had moeten zijn. Dat zegt u niks als u de film niet hebt gezien, maar ga eens kijken, misschien bent u het wel met mij eens. Speelt nog op 13 en 19 oktober en is, niettegenstaande mijn gezwets hierboven, toch de moeite om te zien.

Noise van de Australische regisseur Matthew Saville is een erm eigenaardige film. Het is een thriller, maar dan weer niet, en doet eigenlijk nog het meeste denken aan het soort boeken dat verkocht wordt als ‘literaire thriller’. Vaak mondt dat uit in mossel noch vis, en dat is ook hier een beetje van toepassing, vrees ik. Of het moet zijn dat het gewoon mijn ding niet is. Benieuwd wat dat eigenlijk wil zeggen? Ga dan zelf eens kijken, op 13 oktober bijvoorbeeld. Maar zeg achteraf niet dat ik u niet gewaarschuwd heb.