sterbend

Ik had mij vergist. De afspraak voor het Bijloke concert was vandaag, en niet gisteren. Geen probleem, en maar meteen van de nood een deugd gemaakt: ik was enorm benieuwd naar Hertels Die Sterbende Heiland. Uitgevoerd door Il Fondamento, o.l.v. Paul Dombrecht, met Vera Ehrensperger (sopraan), Maximillian Schmitt (tenor) en Stephan MacLeod (bas). Il Fondamento speelt overigens op authentieke instrumenten.

Op een of andere manier blijf ik er steeds in slagen de inleiding tot de concerten te missen, maar o.a. DS had reeds uitvoerig over het concert bericht, en het programmaboekje ging op de zaken nog veel dieper in.

Hertels muziek klinkt verbazingwekkend modern. Bepaalde stukken lijken wel regelrecht uit de romantiek (Mendelssohn, von Weber) geplukt, terwijl andere juist heel nadrukkelijk barok (Bach, Telemann) waren. Wat (in dit geval) betekent: veel spielerei en dialoog tussen de instrumenten (of het nu stem of instrument was). Heel veel variatie, stukken meer dan je soms van muziekstukken uit die beweging of periode zou verwachten. (Ik had de avond tevoren bijzonder weinig geslapen, en een uitzonderlijk drukke dag achter de rug, maar ik kreeg tijdens het stuk geen kans om wat van die slaap in te halen –als dat al een criterium mag zijn.)

Het libretto werd door Hertel met veel gevoel voor dramatiek verwerkt (meteen worden ook de Joden nog eens de dood van Christus aangewreven), en de wisselwerking tussen koor en solist zorgen naar het einde toe voor een grote spanning. Hoe Hertel (of toch dit stuk) zo lang verborgen mocht blijven, mag een raadsel wezen, maar och, als je bekijk hoe abondant zowel de muziekstukjes als de componisten destijds in Duitsland waren, is de waarschijnlijkheid groot dat er wel meer meesterwerken in de archieven begraven liggen.

(Vanavond gaat het er overigens iets moderner aan toe: met Kodály, Brahms, Bartók en Liszt springen we van de 18e naar de 19e en zelfs 20e eeuw.)

Johann Wilhelm Hertel (1721–1771): Die Sterbende Heiland, uitgevoerd door Il Fondamento, in De Bijloke, 18/03/2005

(Dit artikel is ook terug te vinden op gent.blogt)

steinway (ciccolini)

Aldo Ciccolini! In Gent! Ik kende de 79-jarige pianist vooral van zijn Satie vertolkingen (en meer bepaald deze CD), dus die mogelijkheid kon ik niet laten schieten. Bovendien zou hij Rachmaninov’s tweede pianoconerto brengen. F-ck die opkomende migraine!

Op naar de Bijloke. Waar het allemaal begon met een enthousiast applaus voor Yannick Nézet-Séguin, die het Vlaams Radio Orkest met veel schwung dirigeerde. En zonder veel omhaal van wal stak met, errh, hmm, err… Wacht eens, dit is geen Rachmaninov, al was het maar omdat er geen piano meespeelde. En al evenmin Tchaikovsky (tweede deel van het concert); ik ken de Pathétique wel niet zo goed, maar wel goed genoeg om te weten dat dit het niet was.

Het klonk een beetje als een soundtrack uit de jaren ’50-’60-’70 (om maar eens een ruime marge te nemen), met duidelijk merkbare invloeden van Bernard Hermann. Hmm, onderbrak ik mijzelf, straks is dit echt Tchaikovsky, en dan sta ik hier echt wel voor piet snot. Als iemand mijn gedachten zou kunnen lezen, tenminste.

Groot was mijn verbazing (en die van nog een aantal andere mensen, die het programmaboekje evenmin hadden doorgenomen), toen aan het einde van het (relatief) korte stukje, een man, op slechts een paar zitjes van mij verwijderd, rechtveerde, en al applaudiserend naar het orkest stapte. Alwaar de dirigent geestdrifitig zijn hand schudde, en de man een eerbiedige buiging naar het publiek maakte. We hadden net een nieuwe compositie van Frédéric Devreese gehoord, bijgewoond door de componist zelve. Aha.

Daarna tijd voor maestro Ciccolini (op Steinway –dit was tenslotte het Steinway festival) en Rachmaninov. Ik heb het tweede pianoconcerto minstens een keer of vijftig gehoord (nog nooit eerder live opgevoerd), meestal in de uitvoering van Vladimir Ashkenazy (Amazon FR –ik zie net dat er een versie is met Hélène Grimaud). Maar welk een details heb ik nu ontdekt: de pizzicato’s, de baslijnen, de opbouw van de pianomelodieën (zelfs al werd de piano soms iets te veel overstemd door de rest van het orkest). Het pianowerk van Ciccolini was –hoewel ongelooflijk snel in de finale– zeer geprononceerd. Waanzinnig goed.

Na de pauze: Tchaikovsky. Ik ben niet zo’n fan van Tchaikovsky (en al helemaal niet van de Pathétique), al kan ik zijn Vioolconcerto zeer smaken. Bovendien vond ik dit stuk een beetje misgeprogrammeerd tov de andere werken die avond: Tchaikovsky had beter gepast tussen Devreese en Rachmaninov in. Na het geweld en de emotionele rollercoaster die het tweede pianoconcerto is, kwam de Pathétique maar heel makjes en bijna slaapverwekkend over. terwijl het dat helemaal niet is.

Zeer goed uitgevoerd, dat wel, maar in de shaduw van zijn voorganger, én mijn migraine begon nu toch wel serieus van zich te laten horen, waardoor dit deel van het concert een beetje aan mij voorbij gegaan is (dus nog een geluk dat Rachmaninov eerder kwam –ik had het niet willen ‘missen’).

Volgende week: Il Fondamento brengt de Passionskantate van Johann Wilhelm Hertel.

boeken 200502

Van hetzelfde laken een broek als vorige maand. De legende:

* te vermijden / ** genietbaar / *** onderhoudend / **** aanrader // ***** onmisbaar

Waarbij de vijf sterren slechts uitzonderlijk worden gegeven; de eigenlijke rating is dus een score van 1 tot 4.

  1. Jacques Brel. De passie en de pijn. (Johan Anthierens) ***
    Non-fictie is niet meteen mijn ding. Maar voor zowel Jacques Brel als voor Johan Anthierens, maak ik met graagte een uitzondering. Het is een zeer persoonlijk boek; Anthierens heeft Brel twee keer geïnterviewd, en stond bekend als een groot Brel kenner. En dat blijkt. De laatste twee hoofdstukken zijn dan misschien wat minder (vandaar slechts 3 sterren), maar de rest is zeer boeiend.
  2. Ceux qui vont mourir te saluent (Fred Vargas) *+
    Waarom niet. Een scenario voor een B-movie, volledig voorspelbaar, maar ik wou per se nog eens iets in ’t Frans lezen. Zijn Haar derde roman, misschien (hopelijk) is de rest beter…
  3. The Rule of Four (Ian Caldwell & Dustin Thomason) ***+
    Stond al een tijdje op mijn verlangenlijstje, maar is pas recent als paperback verschenen. Op de achterflap stond het boek een beetje verdacht aangeprezen als The Da Vinci Code for people with brains, maar ik heb daar verder geen last van ondervonden. Het boek leest als een trein, en ik heb een paar keer bijna mijn halte gemist omdat het boek mijn volledig in haar greep hield, zoals ze dat dan plastisch weten te verwoorden. Zeer geslaagd in het genre. (Twee auteurs, six years in the making.)
  4. Imprimatur (Rita Monaldi & Francesco P. Sorti) *
    Stevig gehyped; gekocht omdat het in de Fnac in groene prijs stond (12 EUR voor 600 bladzijden). Volgens het NRC Handelsblad is de grootste kwaliteit […] hun bloemrijke en zeer fraaie schrijfstijl. Ik vond het verschrikkelijk betuttelend en belerend geschreven, in –wat ik veronderstel– het taalgebruik van de jonge knecht die het verhaal vertelt (16 jaar na datum, dus eigenlijk is er geen nood meer aan dat kinderachtige toontje). Het meest aangenaam om te lezen waren de laatste 37 pagina’s geschiedenisles. Lees liever Non Nobis van Hanny Alders, of Brief aan de Koning van Tonke Dragt, of een boek van Thea Beckman. (Misschien –hopelijk– is hun tweede beter; gezien die ook in groene prijs was, heb ik hem maar meteen ook gekocht.)
  5. Dreamland (Dale Brown) **+
    Na het hoogdravend gezwets van Imprimatur, had ik nood aan wat pulp. Tom Clancy has some serious competition stond er op de kaft, en dat kon maar 1 ding betekenen: Amerikaans heroïsme. Amerika goed, Islam slecht. En hoezekers: waar voor uw geld. Gelieve uw verstand op nul te zetten, en dan is dit boekje uiterst genietbaar. (En pretentieloos, wat van Imprimatur niet kan gezegd worden.)

films 200502

Van hetzelfde laken een broek als vorige maand. De legende:

* te vermijden / ** genietbaar / *** onderhoudend / **** aanrader // ***** onmisbaar

Waarbij de vijf sterren slechts uitzonderlijk worden gegeven; de eigenlijke rating is dus een score van 1 tot 4.

  1. The Village (M. Night Shyamalan) **
    Zeer vlakke fotografie; er had veel meer met kleur kunnen gespeeld worden. Het verhaaltje is niet slecht, en verhaaltechnisch valt er wel wat voor te zeggen. De ontknoping is verrassend, maar niet geheel onverwacht; de film kan echter best wel een tweede keer gezien worden (voor mij toch wel een belangrijk criterium). Al zitten er best wat gaten in het scenario. Neem nu de beweegreden van het hoofdpersonnage (en ik hiermee geef ik het einde van de film niet weg): ik kan mij voorstellen dat voor bvb een blinde darmoperatie ook al medicijnen nodig waren? (SPOILER: De meest vanzelfsprekende link –waarmee meteen het plot wordt verklapt als je de weet waar het over gaat– is met Walden.)
  2. Lantana (Ray Lawrence) ****
    Ik durf wel eens te klagen dat een film niet genoeg inleiding heeft; en dan bedoel ik niet dat ik verlang de verder onbekwame tronie van Nick Balthazar op mijn beeldbuis geplakt te krijgen (nor Jan Verheyen for that matter, al valt die voor de Cult Night uitzendingen weer wél te pruimen. Nee, met inleiding bedoel ik voorstelling van de personages, voorzichtige karakteropbouw, een klein beetje leiddraad, quoi. Bij Lantana had ik bijna de film als saai bestempeld nog voor hij goed en wel een half uur onderweg was. En dat was behoorlijk jammer geweest, want de film ontspint zich verder tot een zeer onderhoudend verhaal. En voor die prijs kunt ge hem niet laten liggen. Kópen!
  3. Collateral (Michael Mann) ***+
    In de Fnac werd de film meteen voorzien van een keurig ‘niet te missen’ label. Bijna had ik hem net daardoor niet meer gekocht, want hij werd geflankeerd door Man on Fire (de flutfilm met Denzel Washington), die hetzelfde label opgekleefd kreeg. Collateral laat MoF ver achter zich, en alleen al de fotografie maakt deze film de moeite waard. De uitkomst van het verhaal is van bij het begin duidelijk, maar de manier waarop de plot wordt uitgebouwd en de sobere vertelstijl staan borg voor een zeer onderhoudende film. Geen brute aktie, geen duizelingwekkende gizmo’s, maar klassieke, goed onderbouwde scenografie, ondersteund door schitterende fotografie en behoorlijke prestaties van Jamie Foxx en Tom Cruise.

spinrag

Spinrag, het muziekfestival voor al wie vijf jaar of ouder is, vond dit weekend plaats in De Bijloke (een organisatie is van musica, drukte een van de medewerkers mij op het hart). In de concertzaal, de kapel, op het mezzanine en tot op de parking toe, vonden telkens korte evenementen plaats. Gericht op een (heel) jong publiek, wat niet meteen betekende dat de muziek licht verteerbaar was. Een kort overzicht.

Fliodan op het mezzanine: 6 jongeren (die elkaar overigens hadden leren kennen op een musica-stage), met accordeon, cello, dwarsfluit, piano, viool, en stem, brachten catchy, dansbare muziek (swingende kids alom), het beste vergelijkbaar met de muziek van Michael Nyman, Yann Tiersen (van de soundtrack van Amélie Poulin) of DAAU. Zeer geslaagd, en in idool zou het zeker heten dat ze een schone toekomst tegemoet gaan. De stem van de zangeres kwam helaas net niet boven de instrumenten uit, maar dat mocht voor de kinderen alvast de pret niet bederven.

Itizzz… some sing, waarmee het grootste publiek werd bereikt. Een voorstelling van Bernard Massuir, die, met als enige instrument zijn stem (en een ukelele), jazz standards en herkenbare melodieën bracht. Niet te onderschatten wat die man met zijn stem kan aanvangen, en hoe hij zelfs de meeste stroeve mensen in zijn doelpubliek mee aan het zingen kon krijgen. (Al goed, met misschien een uitzondering niet te nauw genomen –ik kon moeilijk de zaal laten leeglopen. Sommige mensen houden hun zangtalent nu eenmaal beter binnen de muren van de badkamer.)

De beste tijd om te vliegen, een voorstelling van Walpurgis, in regie van Judith Vindevogel en o.l.v. Filip Rathé. Niet meteen evidente muziek: Gyorgi Ligeti, Gillian Whitehead en een creatie van Bart Vanhecke. Verhaaltjes over vogels, vliegen en vleugels, voor +6-jarigen (jammer dat men zich niet aan die vereiste hield). Bovendien was de kapel ook niet meteen de meest kindvriendelijke plaats, gezien de uitnodigend klepperende patersbankjes en de vervelende akoestiek. Los daarvan een zeer geslaagde uitvoering.

Her en der stonden ook nog klankinstallaties verspreid, en op de parking stond een kouwe kermis: omgebouwde koelkasten, waar je je hoofd diende in te steken, om een minitheater, een fietstocht of flamencodanseresjes te kunnen zien. 13 koelkasten volstonden voor een hele kermis vol spektakel. (Ik werd er bijna doofgerinkeld.)

Och, en als ik op mijn eigen zoontje mag afgaan, was het voor de kinderen wreed genieten. En dat was toch het doel van de uitstap.

(Deze entry is ook terug te vinden op gent.blogt)

vro – nieuwe wereld

Yeehaw! In extremis toch nog aan kaarten voor het ‘Nieuwe Wereld’ concert in de Bijloke geraakt. Op het programma: Dvorak en Adams, uitgevoerd door het Vlaams Radio Orkest en in beeld gebracht door Norman Perryman. Hm.

Dvorak: 9e symfonie (“From the new world”): de antithese van de muziek uit Richard III. Verschrikkelijk gevarieerd, van adagio naar largo, naar allegro con fuoco. En wat een vuur: de zaal trilde in haar voegen.

Na de pauze tijd voor Adams’ El Dorado, voorzien van een Kinetic Painting as Performance Art door Norman Perryman. Perryman is dan weer de antithese van de scenografie uit Richard III. Wat in elk geval opviel was de dominantie van het beeld: de acties van Perryman, of je het nu mooi vond wat hij deed of niet, degradeerden de muziek tot achtergrond. Enkel wanneer je wegkeek van de geprojecteerde beelden, kon je je op het orkest en de muziek concentreren. Jammer, want hoewel El Dorado misschien niet het beste werk van Adams is, verdient het méér.

Sommige mensen gingen zelfs zo op in Perryman’s acties, dat ze vergaten dat ze eigenlijk naar een concert gekomen waren. De zal hing vol gefluister door de commentaar bij de acties van de kunstenaar.

Toch blij dat ik geweest ben; vooral voor Dvorak, als was mijn originele motivatie Adams. Eens zien op ik op 5 maart nog binnen geraakt voor Midori Seiler en Jos van Immerseel.

our discontent, now is the winter of –

Richard III in de Vlaamse Opera te Gent. Nog nooit heb ik een opera gezien of gehoord die muzikaal zo saai is als Giogio Battistelli’s Richard III. De muziek kwam in onaflatende golven van neutraal naar een soort climax, evenwel zonder een inhoudelijk aanleiding. Het geheel kwam verschrikkelijk monotoon en slaapverwekkend over.

Dat gezegd zijnde, was de muziek lang niet slecht. De stemmen van de zangers waren echter veel te zwak (of de muziek veel te luid), waardoor je steeds de indruk kreeg naar een muziekmassa te luisteren waarin verder maar weinig verscheidenheid zat.

Absoluut schitterend was de mise-en-scène: regie (Robert Carsen), dramaturgie (Ian Burton), decor (Radu Boruzescu), kostuums (Miruna Boruzescu) en belichting (Robert Carsen en Peter Van Praet). Magnifiek. Adembenemend.

Ook de uitwerking van de slotscène (A horse! A horse! My kingdom for a horse.) was memorabel. Sober, zonder pathetiek, en heel beklijvend. Maar ja, er werd ook nauwelijks gezongen (eerder gereciteerd). En hieruit bleek eigenlijk ook de functie die de muziek in de opera had moeten hebben: ondersteunend. De muziek was veel beter benut geworden voor een recitante uitvoering, een toneelstuk, met als achtergrond een dwingende soundtrack. Niet het zeurende, vaak onverstaanbare gewauwel waaraan we nu twee uur lang onderworpen werden.

Maar: ik onthoud dus vooral de bijzonder geslaagde scenografie, en de laatste scène (de sterfscène).

films 200501

Bij nader inzien toch maar boeken en films gesplitst. De legende even herhalen:

* te vermijden / ** genietbaar / *** onderhoudend / **** aanrader // ***** onmisbaar

Waarbij de vijf sterren slechts uitzonderlijk worden gegeven; de eigenlijke rating is dus een score van 1 tot 4.

  1. Mystic River (DVD) **
    Goede fotografie, maar een pover weekendfilm verhaaltje (goede vertolkingen evenwel). Het was even duur om de DVD te kopen als het zou geweest zijn om hem te huren, dus financieel hebben we niks ingeboet. Hoewel genietbaar, en bijwijlen zelfs onderhoudend, toch geen aanrader. (Voor een synopsis: volg bovenstaande link.)
  2. In Accord (DVD) ** (fotografie/format) / **** (muziek)
    Een best of van het Kronos Quartet uitgegeven door Arthaus. Niet echt een documentaire, niet echt een concert-DVD; geen spectaculaire fotografie (komt precies recht van de digitale videocamera), maar fantastische muziek, en een paar summiere inleidingen tot het gebrachte werk. Je koopt beter een CD.
  3. The Last House on the Left (DVD) **
    Hilarisch! Het lijkt bij wijlen wel een David Hamilton film in horror versie. Hey I’ve changed this Winter. […] I mean, my breasts filled out. Erg luchtig gepresenteerd allemaal, wat in schril contrast staat tot de gebeurtenissen in de film. Nog een voorbeeldje: wanneer de verkrachters (cfr synopsis) in een wagen door het idyllische landschap scheuren, vraagt er één What do you think the sex crime of the century was en het antwoord (na een tijdje): I know: Freud. […] Do you remember when a telephone pole was just a telephone pole? Not anymore, sweetheart. It’s a giant phahalus (sic). Een beetje gedateerd, de film is dan ook meer dan 30 jaar oud. (Past perfect in Verheyens Cult Night.)
  4. Koroshiya 1 aka Itchi, the Killer (KA2) **
    Pffft. Overroepen. Het zal als manga (hopelijk) stukken beter zijn, maar dit kon mij in ’t geheel niet boeien. Het probleem met films die het voornamelijk van het schokeffect moeten hebben, is dat het moeilijk wordt verder dan die effecten te kijken. Cult is het wel, ja.
  5. Along Came a Spider (VT4) **
    Morgan Freeman, en dan weet je al waar je je mag aan verwachten. Naar een boek van James Patterson, die ook Kiss the girls schreef, waar Freeman ook al de hoofdrol in speelde. Allemaal pretentieloos, royaal (royale with cheese) voorzien van alle cliché plotelementen.

boeken 200501

Na vorig jaar alleen de boeken bij te houden, breiden we het lijstje in 2005 uit met films. (Voorlopig komen daar nog geen CDs of strips bij, dat is misschien iets voor volgend jaar.) Vanaf dit jaar krijgt u er bovendien ook een rating bij, met de volgende legende:

* te vermijden / ** genietbaar / *** onderhoudend / **** aanrader // ***** onmisbaar

Waarbij de vijf sterren slechts uitzonderlijk worden gegeven; de eigenlijke rating is dus een score van 1 tot 4. Ik tracht zo weinig mogelijk een middenscore te geven (**/*** of **+). En zoals mijn lerares aardrijkskunde altijd volhield: er is een groot verschil tussen 4,5 en 5 op 10 (in dit geval tussen 2 en 3 sterren), waarmee ze bedoelde dat het verschil tussen geslaagd of niet, groter was dan een half punt deed vermoeden.

Verwacht niet te veel recensie, of synopsis (klik daarvoor beter op de link), maar eerder een korte score.

(Zie ook: januari 2005: de films.)

  1. Lust – Liefde, sex en bambihertjes (Renske de Greef) **+
    Och, ik kon er niet aan weerstaan. Ik had in Tessa’s krant (DM) reeds een tweetal columns gelezen, en ik heb altijd al een zwak gehad voor licht nymfomane trends. Een jaar geleden heb ik een paar bladzijden uit Millet gelezen, ik heb een beetje verveeld de zogenaamde tienerSM doorworsteld, en slechts met moeite de voorstelling van Mieke Maaike kunnen weren (ik ben geen fan van theater). Renske schrijft behoorlijk onderhoudend, zonder op enig moment plat of ordinair te worden. Hopelijk waagt ze zich ooit aan een roman.
  2. The Human Stain (Philip Roth) ***+
    Zeer goed begin, en zeer geslaagd einde. Ergens vlak voorbij het midden was ik niet zo overtuigd, maar het blijft geslaagd (al bent u hiermee geen sikkepit wijzer geworden). Zeer geschikt om op literatuurlijstjes van de 1e kan Germaanse Talen te komen, als het er al niet op staat. Tiens, via een recensie in Literatuurlijk (het lijfblad van de Germaanse in Gent) ben ik er ooit in geslaagd een boek het jaar nadien op de verplichte lijst Engelse Literatuur te krijgen (A Case of Curiosities van Allen Kurzweil). Bon, misschien iets te streng in mijn sterrenaantal; ik dacht eventjes op een zielsverwant van Auster te zijn gestoten, maar het is toch schoolser (dit boek toch). Net geen aanrader dus, maar zeker niet af te raden! Mijn eerste Roth, en het tweede boek ligt al klaar (The Plot Against America).
  3. Het onverwachte antwoord (Patricia De Martelaere) **
    Destijds heb ik genoten van Littekens, en op grond daarvan heb ik ook De schilder en zijn model gelezen. Big mistake, en de reden waarom ik heb bedankt voor De staart. Ik heb nog geen enkele essaybundel van de filosofe gelezen, maar ik heb een donkerbruin vermoeden dat die vorm haar beter afgaat. Het onverwachte antwoord is een zeer vrouwelijke roman; niet dat ik daar een waardeoordeel aan verbind, deze roman kon gewoon niet anders dan geschreven zijn door een vrouw. De roman is te intiem en te persoonlijk, zonder voyeuristisch te zijn, maar de lezer moet daardoor inboeten aan inlevingsvermogen. Het onverwachte antwoord komt voor op de longlist van de Libris Literatuurprijs 2005 (én de shortlist van de Gouden Uil), maar daar hoort het écht niet thuis.
  4. The Final Solution (Michael Chabon) ****
    A mystery in the finest of traditions. Sorry voor het Engels, en ik zal er maar meteen ook bij zetten dat ik vet bevooroordeeld ben. Sinds The Amazing Adventures of Kavalier & Clay (het boek staat héél hoog in mijn persoonlijke top 10) ben ik onvoorwaardelijk fan van Michael Chabon. En ook deze keer ben ik er niet aan bedrogen. De man schrijft enorm vlot en natuurlijk, hij is een meester-verteller die boeit van begin tot einde.

carmen (bis)

Wikipedia: Georges Bizet en de opera Carmen; er staat niet meteen een verwijzing naar Wagner, maar wel naar Liszt, en vandaar is het maar een kleine stap naar diens schoonvader natuurlijk. Wel vermeld is de beïnvloeding door Verdi (o.a. de keuze van mezzo-soprano voor Carmen).

En ik vermeldde ook al Pablo de Sarasate (voluit: Pablo Martín Melitón de Sarasate y Navascuéz; een beetje zoals Pierre Ambroise François Choderlos de Laclos van Les Liaisons dangereuses; cfr Valmont en Dangerous Liaisons of recenter –voor wie de controverse destijds heeft moeten missen– Cruel Intentions).

Hij is slechts 36 jaar oud geworden, Bizet, maar hij heeft toch nog o.a. drie andere opera’s geschreven (Les pêcheurs de perles, La jolie fille de Perth en Djamileh), en L’arlésienne (incidentele muziek bij het verhaal van Alphonse Daudet).