carmen

Carmen. Ik had de opera nog nooit in zijn geheel gehoord of gezien. Maar gedurende de ganse vertoning had ik het gevoel alsof ik naar bekende liedjes zat te luisteren. Niet te verwonderen: de opera zit vol stukken die te pas en (vaker) te onpas als voorbeeld van populaire klassieke muziek worden opgehaald.

Van de ouverture, tot “Toréador mijn katte is versmoord”, het intermezzo tussen het derde en het vierde bedrijf (bewerkt door Pablo de Sarasate tot de Carmen Fantasie), de intocht van de matadors in het vierde bedrijf: de ene na de andere hit. Op bepaalde momenten was het verschrikkelijk moeilijk om stil te blijven zitten, zo meeslepend is de muziek.

Het verhaaltje zelf komt verderlicht over, met een verschrikkelijk abrupt einde (Carmen is dood, Don José schreeuwt “ik heb het gedaan”, en that’s it –zonder verdere poespas valt het doek). Maar aangenaam om zien, zeer goed in scène gezet door Calixto Bieito. Al beschik ik niet over een referentiepunt van hoe het er zou moeten uitzien. In elk geval tijdloos hedendaags; ttz hedendaagse elementen, toepasselijk in het verhaal verwerkt, zonder onmiddellijk Peter Sellars te willen uithangen. Ik was niet erg onder de indruk van Nora Grubisch als Carmen, maar des te meer van Rosita Kekyte als Micaëla.

Van Bizet ken ik eigenlijk bijzonder weinig (zijn andere opera’s ? –ik zal straks eens naar wikipedia kijken), maar er lijkt me een erg duidelijke invloed van Wagner, zoals de opjagende stijkers, en de wederkerende motieven die een mooie structuur bieden.

De opera is enorm afwisselend: zwepende muziek, klassiekere stukken en korte toneelachtige verbindingsscènes. Een aangename verrassing.

boeken nov. 2004

Oeps. Bedroevend. Slechts 1 boek gelezen vorige maand (maar dan wel een goed). En ondertussen toch ook (eindelijk) begonnen in Quicksilver (pagina 27).

  1. De Vertraging (Margot Vanderstraeten): uiterst genietbaar. Zeer vlot geschreven, en houdt je van het begin tot het einde bezig. Wanneer Walter Cottyn zijn nemesis Thibault van Branteghem op de trein ontmoet, neemt zijn leven een verrassende wending. Cottyn probeert zich tot een ware Laarmans te ontwikkelen, maar slaagt evenwel niet geheel in zijn opzet. Zeer overtuigend. (En nu nog Tessa ervan overtuigen mij Alle mensen bijten te laten lezen.

jenufa

Zaterdag was de eerste ‘echte’ opera van mijn 2004-2005 abonnement. (Eerder had ik al de concertante uitvoering van Ariane & Barbe-Bleue in de Bijloke gezien.)

(De prijs voor het programmaboekje blijft hetzelfde: 6,20 EUR.)

Jenufa, is een opera in drie bedrijven van Leos; Janácek, gebaseerd op het toneelstuk Její pastorkyna (haar stiefdochter –de ondertitel van de opera) van Gabriella Preissová. Het is een naturalistisch verhaal, dat naar mijn gevoel een beetje diepgang mist. In de opera-versie toch.

Niettemin is de muziek is zeer treffend, voorzien van een gepaste infusie volksliederen. De scène was sober en to-the-point: op een ondergrond van aarde werden de schaarse rekwisieten geplaatst: een paar stoelen, een bed, en een heleboel deuren, die ten gepaste tijde werden herplaatst om de speelruimte intiemer of juist weidser te maken.

Mijn zitplaats mocht dan wel niet ideaal zijn –de achterste rij op derde middenbalkon, vanwaar ik zelfs reikhalzend net het orkest niet kon zien– ze bood mij wel een perfect zicht op de ‘actie’. Al helemaal positief is de akoestiek van een operagebouw, waardoor je geen noot of nuance hoeft te missen. Dat, en de onversterkte instrumenten, of het nu een viool, een harp of een stem is. Nirvana.

Om het verhaal te volgen was boventiteling voorzien, subtiel geplaatst, niet storend, en goed leesbaar. Het verhaal:

Laca benijdt zijn halfbroer Steva die het fortuin va zijn vader heeft geërfd en succesvol is bij de vrouwen. Jenufa is zwanger van Steva terwijl Laca haar al jarenlang bemint. Wanneer Steva zijn belofte om Jenufa te huwen niet nakomt, ziet Laca de kans schoon haar voor zich te winnen. Hij is echter ontzet te horen dat ze een kind heeft uit haar relatie met Steva. De kosteres, voogdes en stiefmoeder van Jenufa, is als morele autoriteit van het dorp vastbesloten deze ‘schandvlek’ aan het oog van de gemeenschap te onttrekken.

Dat onttrekken gebeurt op een wel heel drastiche wijze: de kosteres vermoordt het kind:

De Kosteres komt terug en vertelt Jenufa dat ze twee dagen lang geijld heeft van de koorts, en dat ondertussen haar zoontje gestorven is. Jenufa aanvaardt dit nieuws gedwee en verklaart dat het Gods wil is. Laca keert terug, en Jenufa stemt erin toe met hem te trouwden.

Op de dag van het huwelijk wordt het kinderlijkje echter ontdekt, en de dorpsgemeenschap denkt in Jenufa de schuldige gevonden te hebben. Tot ieders verbazing bekent de Kosteres echter de moord, en hoewel Jenufa van streek is, begrijpt ze het waarom van de daad.

De opera eindigt met het huwelijk van Laca en Jenufa, die –op scène– wegdansen in een regenbui. Een prachtig beeld –mijn handen hebben de ganse tijd gejeukt om foto’s te maken.

Ondanks de nogal bruuske mood swings van de personages, en de soms meest onwaarschijnlijke wendingen, is dit zeer genietbare opera, bovendien in een geslaagde uitvoering.

fez

FES ft. Uri Caine bevatte voor mij te veel verwachtingen om links te laten liggen. Maar had ik maandag de zone 09 niet in handen gekregen, dan had ik het nog gemist ook.

De theaterzaal van de Vooruit was zo goed als uitverkocht, en de lege plaatsen waren (zoals vaak) bijna uitsluitend te wijten aan de afwezige genodigden. (“Ik dacht eerst, waar ben ik nu terecht gekomen,” hoorde ik één zulk iemand achteraf proclameren.)

De muziek van FES (Peter Vermeersch, X-Legged Sally) is heel eclectisch, en kan daardoor soms nogal chaotisch overkomen, in het slechtste geval kakofonisch –ik weet het, ik heb dat nog al geschreven, maar het is de waarheid, en het is een dunne lijn, die grens tussen wel of niet.

Het optreden gaf de indruk heel ontspannen te verlopen. Het leek wel alsof de muziekanten een jam-session hielden. (BTW Peter Vermeersch is een goed entertainer, en tussen de stukjes door werden we getrakteerd op een paar goede one-liners.)

De muziek was heel luid, overweldigend, maar de lijnen en het ritme bleven duidelijk te onderscheiden. Mijn favorieten waren Psycho Scout, en Waterman (een sterk minimalistisch (repetitief) stukje), en het bisnummer –een interpretatie van Caravan.

Ik wacht met ongeduld op de CD (en het FES verzamelalbum van Mike Patton). Ondertussen grijp ik nog even terug in mijn discotheek naar X-Legged Sally, John Zorn en Dave Douglas. En Uri Caine –met de schitterende Goldberg Variations en Mahler interpretaties.

Zie ook de bespreking in DS (10-11/11/2004): Amerikaanse pianist Uri Caine ontmoet eigenzinnig Flath Earth Society (76 KB PDF)

boeken okt. 2004

Jajaja, ’t is weer zover. Bovendien boekenbeurs alom, maar ik zal er (helaas ?) ook dit jaar niet heen gaan –al zou ik graag die affiche van Cordelia in mijn bezit krijgen. Misschien schrijf ik eens naar boek.be.

We hebben ons ne keer in ’t Nederlands gesmeten (schreef hij met veel schwung, goed beseffende dat het eerste boek op zijn lijst Franstalig is).

  1. Les rivières pourpres (Jean-Christophe Grangé): ik had de film al twee keer gezien, en was er zeer over te spreken, maar ik ben toch heel blij dat ik ook het boek heb gelezen. Hoewel de verhaallijn zeer gelijklopend is, is het boek toch vele keren sterker (wat betreft plot). De film is visueel ijzersterk gemaakt, maar het einde van het boek is vele keren beter. Ondertussen is er een (filmisch) vervolg aan gebreid (Les rivières pourpres 2), maar de kritieken zijn verre van goed. Het scenario is niet van Grangé, maar van Besson (Subway, Le Grand Bleu, Le Femme Nikita, Léon), die deze keer ook de regie voor zich heeft genomen. Maar het boek is dus goed.
  2. Het verdeelde huis (Geertrui Daem): neen, bedankt. Het is geen slecht boek, maar hier had ik liever geen tijd in gestoken. Dit is een uiterst subjectieve bevinding, ik ga er geen argumenten voor geven, en ik kan best verkeerd zijn.
  3. De plaag (David Van Reybrouck): heerlijk proza. Van Reybrouck schrijft heel onderhoudend, en maakt van een schijnbare droge materie –een plagiaat van Maeterlinck– een zeer genietbaar verhaal.
  4. Slaap ! (Annelies Verbeke): Verbeke heeft haar debuutprijs niet gestolen. Ze beseft het zelf, maar dat mag natuurlijk geen bezwaar zijn. Hooguit voegt het wat toe aan de verwachtingen voor haar tweede boek. Lezen!
  5. Vrouwen en kinderen eerst (Peter Terrin): goed, maar niet overtuigend (voornamelijk de plotafwikkeling). Ik moet maar eens dringend zijn Blanco halen voor een tweede mening. Wordt dus vervolgd. (Of in beraad gehouden.)

En, voor wie het bijhoudt, ik ben ondertussen (eindelijk) in deel 1 van The Baroque Cycle (Quicksilver) begonnen, terwijl deel drie (The System of the World) onderweg is vanuit Amazon [FR]-land.

[IF2004] schoon, proper, mooi

Het is mooi geweest: 24 films in 10 dagen (maximaal 4 films per dag); tijd om het kaf van het koren te scheiden. Het was lang geleden dat ik nog eens zo veel naar de cinema na elkaar was geweest, heck het was lang geleden dat ik nog eens naar de cinema was geweest.

Ik heb er een paar gemist, die wel op mijn verlangenlijstje stonden, maar die ik wegens omstandigheden toch niet kon zien (overlappen met een andere film, geen plaats meer, etc). Soit, ik hoop ze toch nog in de cinema te gaan bekijken: 10 Rillington Place, Captive, L’intrus, La finestra del fronte, Machuca, Nobody Knows en November (en ik vergeet er zeker nog een paar).

Was het nu écht de moeite waard? 11 van de 24 waren goede films, of andersom: 8 van de 24 waren de pellicule waarop ze geprint werden niet waard. Als overzicht:

De onmisbaren (zou ik niet alleen onmiddellijk terug gaan zien, maar overweeg ik ook op DVD te kopen)

OK

Voordeel van de twijfel (maar zou ik niet meer opnieuw gaan zien):

Ronduit slecht

…en nu laat ik u met rust (wat het filmfestival betreft).

[IF2004] prijzen

Het filmfestival is voorbij, en volgens het artikel op DS ben ik erin geslaagd geen enkele film te zien, die (gisteren) in de prijzen is gevallen. Niet dat daar enige conclusie aan hoeft verbonden te worden.

De Japanse film Nobody knows is zaterdagavond op het Internationaal Filmfestival van Vlaanderen Gent bekroond als beste film. […] Er werden nog drie andere prijzen uitgereikt: De Afghaan Atiq Rahini werd uitgeroepen tot beste regisseur voor Earth and ashes, het beste scenario was dat van The Syrian bride en de prijs voor beste muziek ging naar Machuca. De Canvasprijs is voor Le (sic) fenestra di fronte. Fnac-publieksprijs wordt pas over enkele dagen bekendgemaakt.

Zowel Nobody knows (Dare mo shiranai) als La fenestra di fronte stonden op mijn lijstje, en ik ben blij te lezen dat Nobody knows in november nog uitkomt; van La fenestra di fronte plakte de affiche reeds in het vakje ‘binnenkort’ bij de Skoop. In elk geval heb ik de smaak terug te pakken gekregen.

[IF2004] calvaire

Calvaire wordt voorgesteld als de ophefmakende film waar bij de vertoning in Cannes, de helft van het publiek de zaal verliet voor het einde. De laatste keer dat ik dat gehoord had, was voor Greenaways The Baby of Mâcon, wegens de verkrachtingsscène (waar overigens niks van te zien was).

Hier is het van hetzelfde laken een broek: een man wordt anaal ‘gepakt’, in een situatie best vergelijkbaar met die uit John Boormans Deliverance. Er komen nog twee brute scènes in voor, maar eigenlijk niks wat de verwachtingen van het epitheton ‘horror’ doet inlossen.

Calvaire is een veeleer realistisch aandoende prent (en dan denken we eerder aan thriller ipv horror). Mooi gemaakt, maar met een wel heel abrupt einde (en een lange aanloop voor het verhaal eigenlijk begint), zodat je toch een beetje op je honger blijft zitten.

Niet slecht, maar overgehyped.

Het verhaal:

Toen dit griezelige en excentrieke debuut van Fabrice du Welz werd vertoond op de Semaine de la Critique in Cannes werd het heel uiteenlopend onthaald. Sommige toeschouwers liepen walgend de zaal uit, maar de griezelfanaten waren wild enthousiast. �Calvaire� vertelt het verhaal van Marc Stevens, een amateur-cabaretier, die optreedt tijdens trouwfeesten en in bejaardentehuizen. Hij is op kerstdag op weg naar zijn volgende optreden als hij autopech krijgt in een afgelegen veld. Hij moet de nacht doorbrengen in het vervallen hotelletje van Paul Bartel. [bron]

[IF2004] Genesis

Genesis is de opvolger van Microcosmos. Ik wou de film per se op het festival zien, omdat ik mezelf er anders toch nooit zo toe brengen hem te bekijken. En dat had ik beter niet gedaan.

Zoals de spraakwaterval op de zitplaats achter mij het uitdrukte: Ik vond Microcosmos toch veel beter. Zonder al dat filosofisch gezwets. En ik kan haar alleen maar bijtreden –tenminste wat dat filosofisch gezwets betreft: ik heb microcosmos (nog steeds) niet gezien. Genesis bestaat uit een flauw verhaaltje over het ontstaan van het heelal en het leven op aarde, vaak zó algemeen dat het incorrect is, voorzien van (veelal) weinig interessante beelden.

National Geographic Channel is veel interessanter en bevat veel mooiere beelden dan wat in deze ‘documentaire’ te zien was. Schooltelevisie van de onderste plank, bovendien gefilmd in een standaard aspect ratio (4:3-achtig, zoals een tv) ipv het panoramische widescreen formaat. Redelijk belabberd voor een visuele documentaire.

Flauwe, flauwe film.

[IF2004] Day and night

Day and night (Dag och natt) is de derde film van Deense regisseur Simon Staho.

Thomas, een 40-jarige gescheiden architect, is het leven beu en wil eruit stappen. Hij heeft 12 uur om afscheid te nemen van de mensen die hem het dierbaarst zijn en ontmoet ze allemaal in of rond zijn auto. […] Ondanks het feit dat het publiek van bij het begin weet hoe de film zal eindigen, slaagt de jonge Staho erin om er een heel sterk en donker drama van te maken. Het is het tragische verhaal van een man die zichzelf – en wat hij geworden is – haat, en die ten slotte maar ��n uitweg ziet. Een heel aangrijpende film. [bron]

(En ik heb daar eigenlijk niks aan toe te voegen.)