Worst met appelmoes (redux)

V.E.M.: Worst met appelmoes door Bruno Bollaert

Buiten een gigantische jetlag, viel het allemaal nogal mee. Het viel mee? Ik heb mij rot geamuseerd. Bij het begin van de repetitie vrijdag was ik nog ietwat nerveus, want ‘damn, het is nu gelijk bijna voor echt’ en ik heb een week niet kunnen spelen, daar in Hawaii (mijn laatste repetitie dateerde van 13 februari). Tegen het einde van de repetitie zag ik het echter helemaal zitten, en keek ik al uit naar de laatste generale op zaterdagmiddag én naar de voorstelling diezelfde namiddag. Ik had er mij bij neergelegd dat het voor een paar maten spelen of niet spelen ging worden, en wist waar de ‘knelpunten’ zaten. (Lach mij zo niet uit, het is nog maar mijn tweede jaar sax.) Gans het NTG zat vol, en ik had even gevreesd dat ik zou verstarren bij het –geheel onzinnige– gevoel dat iedereen mij zat aan te staren. Niet dus. (Fantastisch trouwens, al die mensen die zijn komen kijken en luisteren –en vooral dan Tessa, mijn moeder, M. & E. & M., en K. & K. & L.)

V.E.M.: Worst met appelmoes door Bruno Bollaert V.E.M.: Worst met appelmoes door Bruno Bollaert

Er heerst een ongeziene bedrevenheid achter de schermen, en de druk(te) valt vooral op de schouders van de mensen die alles in goede banen moeten leiden. Wij (de muzikanten en musicalkinderen) hebben daar verder niets van gemerkt, en konden rustig ons ding doen. Er zaten een paar spannender momenten tussen, zoals wanneer er gelijktijdig door het orkest en door een paar kinderen op scène gemusiceerd wordt (en het orkest zich aan het soms wisselende tempo moet aanpassen), maar die werden probleemloos overbrugd dank zij de dirigent die beschikte over een paar monitors (geluid én beeld).

Het is een wreed leutige bende, bij de V.E.M.. Ik kijk al uit naar de volgende repetitie.

De foto’s zijn van Tessa; ik zit op de achterste rij, zo ongeveer onder de rechterhoek van de middelste ‘zwevende’ toren. Met die grote schuingehouden tenorsax, inderdaad.

Esperanza wie?

Groot ophef bij de fans van Justin Bieber (Justin wie?): niet het 16-jarige tieneridool, maar de 26-jarige Esperanza Spalding (cfr) ging met de Grammy voor Best New Artist lopen. Spalding werkte reeds samen met mensen zoals Prince, Herbie Hancock en Joe Lovano, geeft les aan het Berklee College of Music in Boston waar ze zelf ook studeerde, en bracht vorig jaar haar alom gelauwerde (derde) album Chamber Music Society uit.

Ze leek niet echt in het Grammy-profiel te passen, en de consternatie is dan ook groot bij de Beliebers, die hun ongenoegen uitten op Twitter en YouTube, en Spalding’s wikipedia lemma onder handen namen.

Voor wie Spalding nog niet kende, is het Esperanza Spalding Tiny Desk Concert (NPR, 3 oktober 2010) een aangename introductie:

[youtube https://www.youtube.com/watch?v=sBZa7-2bG2I&w=500&h=311]

Lees ook: Best-Kept Secret Now Has a Grammy (NYTimes); Wait, Who Is This Esperanza Spalding? (A Blog Supreme @ NPR) & More thoughts on Esperanza Spalding’s Grammy win (Ottawa Citizen).

Worst met appelmoes

V.E.M. - Worst met appelmoes door Bruno Bollaert

Zaterdag 26 februari mogen Henri en ikzelf in het orkest optreden tijdens het spektakel Worst met appelmoes van de V.E.M. (Henri deed vorig jaar ook al mee). We zijn al een tijdje aan het repeteren; elke vrijdag is er gewone orkestrepetitie, maar de laatste paar sessies werd er toch flink meer nadruk gelegd op de stukken voor de voorstelling.

Zondag was er een soortement generale repetitie (in de polyvalente zaal van Henri zijn school). Grote stukken decor stonden er opgesteld, de kinderen van de musicalafdeling waren er, het orkest, en de mensen die alles in goede baan leiden (de regie). We hebben gans het draaiboek doorlopen, met de nodige stops en wijzigingen.

Wij hadden vooral oog voor de dirigent, en zo gebeurde het meermaals dat we bij het einde van een stuk geconfronteerd werden met een scene die zich tijdens ons spelplezier magisch had getransformeerd tot banketzaal, of marktplein of troonzaal. Onderwijl werd er nog wel eens rook geblazen ook. Spannend allemaal, en vooral héél erg leutig. Ik kijk al uit naar de volgende repetitie (er komt zeker nog één generale repetitie, misschien twee), en de voorstelling zelf. Eerst nog wat oefenen op dat stuk uit Lord of the Dance –dat moet nog sneller!

Ook grote bands houden van kleine kamers!

Noem het geen huiskamerjazz, want dat lijkt te veel alsof het om een jazzstijl gaat. Inside Jazz organiseert sinds 2008 huiskamerconcerten. Op de eerste editie hingen reeds foto’s aan de muren die rechtstreeks uit het jazzcafé van Opatuur nabij de Overpoortstraat kwamen; drie jaar later organiseert de vzw naast de huiskamerconcerten ook Special Tours, met AKA Moon bijvoorbeeld, of de Yves Peeters Group. Artiesten en groepen zoals WoFo, Christian Mendoza & Ben Sluijs, Kris Defoort, het Nathan Daems Quintet, Maria-Ann Standaert, en Yves Peeters, passeerden al in menige huiskamer. De concerten vinden plaats in Ertvelde, Kluizen, …en Gent!

Inside Jazz

Reden genoeg om (voor Gentblogt) eens te gaan praten met Jens Tytgat, één van de oprichters van Inside Jazz, over hoe het allemaal begon.

Wel, het is eigenlijk heel raar begonnen. Een kameraad (Sven De Scheemaeker) en ikzelf zaten bij een vriendin een fles wijn te drinken, wat te babbelen en ondertussen naar Bitches Brew van Miles Davis te luisteren. Te genieten dus. “Weet ge wat ik al altijd heb willen doen”, vroeg ik hem plots. “Een optreden geven hier in de living.”

Veel hebben we daar verder niet over gezegd, we hebben de fles wijn opgedronken en zijn nog naar een feestje getrokken, maar daags nadien belde ik hem op: “ziet ge dat nog zitten, eigenlijk?” We hebben wat overlegd, en dan hebben we dat eigenlijk gewoon gedaan. Nu, ik luisterde wel al heel veel naar jazz, maar kende niemand uit het wereldje. Wat doet een mens dan? Ik heb het internet afgeschuimd en gemakkelijk bands gevonden. We boekten er vijf — ik kwam terecht bij onder anderen Yves Peeters met het Koen Nys quartet, vond ook nog een gitaartrio, en we hadden als afsluiter Les Amis de Louis. En dat was wreed wijs; een heus feest! We wilden dat echt heel goed doen, en hadden overal flyerkes opgehangen, maar we hadden er geen idee van hoeveel volk er zou komen opdagen.

Was dat dan allemaal in diezelfde ruimte, dat die concerten plaatsvonden?

Nee. We hadden verschillende locaties gezocht, bij vrienden en hun ouders die dat zagen zitten om die muzikanten én de luisteraars te ontvangen. We hebben bijvoorbeeld een oude stal gevonden in de tuin van een advocaat. We hebben die stal helemaal uitgekuist en volledig geverfd, en als ruil mogen we die nu altijd gebruiken. Voornamelijk in de zomer evenwel, want de ruimte is niet verwarmd.

En kwám er veel volk?

We hadden plots 146 inschrijvingen, en we hadden er geen vermoeden van dat het zo’n vaart zou zijn gelopen. Het waren vier optredens en een eindoptreden, en wij hadden altijd gedacht dat een totaal van vijftig man (tien per optreden) een gigantisch succes zou zijn geweest. We hadden de muzikanten daar op voorhand ook voor gewaarschuwd, en ze zouden spelen voor een vrije bijdrage. Maar op het einde hielden de muzikanten daar dus toch nog een weliswaar bescheiden, maar toch deftige gage aan over.

De dag nadien werden we opgebeld door de Gemeente Ertvelde, of we niet eens wilden samenzitten, want ze zouden ons initiatief graag in hun programmatie brengen. Dus is er een tweede editie gekomen, en een derde, en zo verder. En dan begonnen we ook hier in Gent. Plots begonnen ons steeds meer mensen aan te spreken, die zo’n concert ook bij hun thuis wel zagen zitten. Sinds dit jaar zitten we daardoor ook in Brugge en Antwerpen, en we hebben al een voorstel gekregen voor Oostende, Stekene, en Brussel.

Het gaat plots allemaal heel snel. Te snel?

Nee, we zijn daarop bedacht. Ik heb geen zin om binnen een jaar te moeten zeggen “jongens het is wreed wijs geweest, maar nu is ’t gedaan”, enkel omdat we het niet meer aankunnen. Ik probeer dat rustig op te bouwen — er zijn overigens nog genoeg andere concerten. Maar zolang ook onze concerten genoeg volk aantrekken, blijven wij tevreden verder doen.

Inside Jazz

Is er ook een inhoudelijke lijn?

We proberen altijd — en dat is eigenlijk de opzet in alles wat we doen — om de zaken die we brengen, laagdrempelig te maken, en er zo voor te zorgen dat iedereen naar zo’n optreden kan komen. We gaan dus niet (noodzakelijk) voor de exotische of echt vernieuwende namen, maar voor de toegankelijkheid. We hebben vorige zomer een kleine navraag gedaan, en er waren veel mensen die aangaven dat ze nooit eerder een jazzconcert hadden bijgewoond, maar die het genre nu via ons hebben leren kennen. En sommige van die mensen hebben nu bijvoorbeeld een abonnement in Vooruit of in De Bijloke. En voilà: zo is onze opzet geslaagd.

We doen dus echt alles, van swingjazz over hard bop over eigentijdse jazz, maar het moet toegankelijk blijven. AKA Moon komt binnenkort, maar ook met hen spreken we af dat het toegankelijk moet blijven. Of er was de Special Tour met Kris Defoort, die speciaal voor onze concerten ook een paar standards in zijn repertoire had gestoken.

En dat is geen probleem voor die artiesten?

Die vinden dat de max. Voor hen is het ook meer afwisselend, en op die manier stellen ze hun eigen werk ook gemakkelijker open voor het publiek. Het is fantastisch om te zien hoe die muzikanten zich daaraan kunnen aanpassen.

Beginnen huiskamerconcerten net zoals andere jazzconcerten laat?

Nee. Enfin, ’t is te zien waar. We hebben concerten op zondag, en die beginnen om drie uur in de namiddag; op zaterdag beginnen ze wat later. In Gent bijvoorbeeld om half negen, in Brugge ten laatste om kwart voor acht; het hangt af van de mensen waar wordt gespeeld.

Blijven de mensen lang ‘plakken’ op de concerten? En wordt er daarna nog gejammed.

Soms wel heel lang, ja. En jammen, dat willen we wel doen, maar dat hangt allemaal af van de locatie en het aantal muzikanten. Een solist gaat niet alleen jammen hé. We hebben dat hier in de Meerhem bijvoorbeeld al gehad, en dan jamden ze nog tot drie uur.

Inside Jazz

Nieuwsgierigheid naar de huiskamer speelt waarschijnlijk ook een rol bij zo’n huiskamerconcerten?

Ach ja. De mensen kijken altijd graag eens hoe andere mensen wonen. En de mensen die ontvangen, doen ook hard hun best: ze trachten het de bezoekers zo comfortabel mogelijk te maken. Pas op, wij vragen dat niet hé. Wij huren de stoelen, en dan zetten de gastheren en -vrouwen daar graag nog tafeltjes tussen, met olijven en andere versnaperingen, en dat wordt ook altijd enorm geapprecieerd. Door iedereen.

Jullie doen ook aan kruisbestuiving met andere kunsten?

Op verschillende vlakken. Het gebeurt bijvoorbeeld dat we kunstwerken ophangen — we proberen dat dan te relateren aan jazz — in de huiskamers waar opgetreden wordt. Achteraf worden daar dan regelmatig werken van gekocht. Mensen die dat willen doen, proberen we daarin te stimuleren. In de zomervakantie zouden we graag een minifestival houden, een swingfestival. We hebben daarvoor niet meteen de middelen, dus we willen dat klein beginnen. We trachten een aantal Amerikaanse leraars te pakken te krijgen, die eerst in Zweden een ganse maand les geven, en daarna ook bij ons. We zouden ook graag een project doen waarin we poëzie verweven met jazzmuziek. We hebben de jazz poets en we hadden ook geïnformeerd naar Deelder, maar die was toch veel te duur gebleken.

Inside Jazz

Krijgen jullie subsidies?

Helaas niet. Het probleem is een beetje dat wij blijkbaar niet standvastig genoeg zijn; niet genoeg gebonden aan één buurt. Door een gebrek aan financiële middelen moeten we vaak ook dingen laten voorbijgaan die we liever niet hadden laten voorbijgaan. Soms krijgen we amper een paar dagen op voorhand een mailtje van een muzikant die nu in Parijs zit en een week later in Amsterdam, en of we daartussen niet nog iets hebben voor hem. Maar op zo’n korte tijd hebben wij geen garantie op voldoende publiek, en dus kunnen we dat vaak niet aannemen.

En aan tijd hebben jullie ook niet echt overschot. Wat jullie doen met Inside Jazz gebeurt na de gewone dagtaak…

Enkel al de social networking en de website onderhouden is een halve dagtaak. En dan zijn er nog de ticketing en de boekhouding. Maar dat is het allemaal waard. We hebben er verschrikkelijk plezier in, en krijgen eigenlijk bijna alleen maar positieve reacties. En dan is het echt leuk om dat allemaal in elkaar te (blijven) steken, om mensen tot de jazz te introduceren.

Binnenkort organiseert Inside Jazz een Special Tour met het AKA Moon trio. Het trio speelt eerst in Brugge en Antwerpen, maar op 25 en 26 februari wordt er ook in Gent gespeeld. Op 19 maart organiseert Inside Jazz in de Gentse Cocteau Chicken Jazz, ten voordele van ‘het Vwirani Business project’ in Malawi. Op 18 juni treedt de Yves Peeters Group op in Sint-Amandsberg.

Tickets en info zijn beschikbaar via de Inside Jazz website.

(Foto’s: website Inside Jazz; dit artikel verscheen eerder bij Gentblogt: Ook grote bands houden van kleine kamers!)

Herb Alpert & The Tijuana Brass

Zat ik vanavond met Henri te zappen terwijl ik het eten nog niet aan het klaarmaken was, en daar zie ik daar Ben Crabbé Herb Alpert & The Tijuana Brass nadoen. “’t Is wel niet Herb Albert“, verbeterde de jury hem.

[youtube https://www.youtube.com/watch?v=K1PzpuR6CqY&w=500&h=405]

A Taste Of Honey, en dat is eigenlijk hetzelfde liedje als in de versie van The Beatles. De Herb Alpert versie komt van het album Whipped Cream and Other Delights:

Herb Alpert & The Tijuana Brass: Whipped Cream and Other Delights

Welk een cover!

Ronnie Foster

Eén van de eerste ‘jazz’ platen die ik ontdekte, is Two-Headed Freap van Ronnie Foster, in een of andere Rudy Van Gelder serie. Met daarop deze Summer Song:

[youtube https://www.youtube.com/watch?v=J4OdPyvXG_c&w=500&h=405]

En ook Mystic Brew; zie ook de fantastische interpretatie van Vijay Iyer, meer dan dertig jaar later.

Two-Headed Freap was de enige plaat die ik van hem had gevonden, tot ik vandaag bij toeval Cheshire Cat (op vinyl) vond in Music Mania. Hij zingt op die plaat. Zingt! En dan nog op een beluisterbare manier ook.

Na Foster ben ik dan terecht gekomen bij o.a. Lou Donaldson (Everything I Do Gon’ Be Funky (From Now On)) en Grant Green (zijn My Favorite Things was niet zo populair als de versie van Coltrane, maar toch) en natuurlijk Jimmy Smith (Back At The Chicken Shack). Er is een tijd geweest dat ik niet genoeg kon krijgen van die orgels. En dus ook een tijd dat ik ze niet meer kon aanhoren.

Maar Ronnie Foster!

Een rits? Een rist! (Jazz Rooms)

In de Downbeat van februari staan 150 great Jazz Rooms opgelijst. Wereldwijd welteverstaan, al zijn er slechts 28 van buiten de VS. Er is blijkbaar geen enkele Jazz Room in België te vinden (hét gat in de markt?); bij onze noorderburen stootten ze op het Bimhuis –daar moet ik ooit ook nog eens naar een concerten gaan luisteren, toch? (Op 18 februari speelt daar bijvoorbeeld Mary Halvorson, maar dan lig ik op het strand in Hawaii, nietwaar. Hm. Zijn er jazzclubs op Hawaii?)

Edoch één van die jazzclubs bevindt zich in Seattle, en daar zijn we twee keer een concert gaan bekijken: Dimitriou’s Jazz Alley (Stanley Clarke Trio feat. Hiromi en José James & Jef Neve). Een andere bevindt zich ook in Seattle, en daar is Tessa met een locale vriendin heen getrokken: The Triple Door (Ruthie Foster).

In Frankrijk zijn er drie (Le Caveau de la Huchette, Duc des Lombards, The New Morning), alledrie in Parijs –ging ik daar in april niet naar toe? In Engeland zijn er vier (The 606 Club, Pizza Express, Ronnie Scott’s en The Vortex), allevier in Londen. Ik ben nog in geen enkel van die clubs geweest. U wel?

Peter Ehwald

Peter Ehwald door Bruno Bollaert

Peter Ehwald speelde gisteren met Stefan Schultze & Frederik Leroux bij Opatuur. Ze brachten er o.a. gedeconstrueerde versies van All the things you are (of door Brad Mehldau), You must believe in spring (“from that movie with Catherine Deneuve in the sixties”, vertelde Ehwald, die zich de titel niet kon herinneren —Les demoiselles de Rochefort van Jacques Demy & Agnès Varda; de muziek is van Michel Legrand) & How deep is the ocean (niet te verwarren met How deep is your love).

Het trio voelde elkaar goed aan, de muziek kwam heel aan(een)sluitend over. Leroux wist zich probleemloos bij de twee andere muzikanten (die al gans februari samen op pad zijn) te vervoegen. Er was veel ruimte voor improvisatie, en de muziek leek zichzelf soms spontaan te ontwikkelen. De muzikanten vergaten zichzelf wel eens, met de onverlaat werd steevast door de anderen uit zijn rêverie gepord. Heel vermakelijk, allemaal.

Komende zondag (13/02) bij Opatuur: Karl Van Deun & Ruben Machtelinckx als het dynamische gitaarduo. Donderdag (10/02) kan u naar het Anouar Brahem Quartet in de Vooruit, en zaterdag (12/02) naar het Amina Figarova Sextet in De Werf (Brugge).

Emile Parisien Quartet

Emile Parisien Quartet door Bruno Bollaert

Gisteren speelde het Emile Parisien Quartet in De Werf. Hun eerste keer Brugge; hun eerste keer België zelfs, zo verklaarden ze. Parisien speelt sopraan sax, en wordt duchtig bijgestaan door een stevige ritmesectie: Julien Touery (piano), Ivan Gelugne (contrabas) & Sylvain Darrifourcq (drums). Dit is geen klassieke jazz, maar een vrijer soort groepsjazz dat het vooral moet hebben van dat ritme met een vaak boeiend verhaal dat er door de sax wordt tussengestuwd. Er onstaan voortdurend kleine dialoogjes, ook tussen de ritme-instrumenten onderling met een zeldzame en veelal weinig geprononceerde echt melodische interventie van de piano.

Hun inspiratie komt zowel uit jazz als uit klassiek, zoals het “extrait de Tristan et Isolde” van Wagner. Ze schuwen de traagheid niet, maar blijven er zelfs dan de spanning in houden. Heel boeiend allemaal dus, zowel visueel als auditief.

Emile Parisien Quartet door Bruno Bollaert Emile Parisien Quartet door Bruno Bollaert

Emile Parisien Quartet door Bruno Bollaert