moe?

Gisteren is de boekhouder langs geweest om de bvba af te sluiten (we zijn er bijna). Resultaat: Angel staat op de video, en ik ben tijdens CSI in slaap gevallen (tijdens de eerste pauze). In mijn conversaties mag dus geen pseudoachondroplasie voorkomen.

Vanavond Angel. Naar Blind Date hoeft niet te worden gekeken, de spicy stuff verschijnt toch op het net.

don’t fence me in

De garage achter en onder het gebouw waar ik werk is afgesloten door een hek. Om in de overdekte garage onder het gebouw te geraken moet je bovendien nog eens door een andere poort.

Om het hek te openen heb je een code nodig. Om de poort van de garage te openen heb je een magnetische sleutel nodig. Om vervolgens op de tweede verdieping binnen te geraken, moet je eerst een alarm passeren (alweer een code) en vervolgens een magnetische kaart + code gebruiken om de deur te openen.

Het hek gaat ’s ochtends automatisch open om 7uur. ’t Is te zeggen, het zou om 7uur moeten open gaan. In realiteit gaat het pas open om 7u04, maar het is niet ongebeurlijk dat ik moet wachten tot de concièrge toekomt om het hek voor mij te openen (rond 7u20). De code om het hek te openen heb ik immers niet.

Dat leidt soms tot grappige situaties. Ik wéét dat het hek opent om 7u04; en vaak ben ik ook een van de eersten in het gebouw. Dus ’s ochtends wacht ik gewoon aan het hek, op de motor, tot 7u04. Maar soms wordt dat solitaire wachten verstoord door een yuppie die beslist heeft een beetje vroeger te beginnen, en die dan met veel geweld zijn wagen tot vlak aan mijn achterband parkeert. En dan heel even wacht, zijn gaspedaal een paar keer induwt, en met zijn grootlichten wat flikkert.
Dan kunner er twee dingen gebeuren: of hij moet verbijsterd wachten tot 7u04, of hij stapt met een zucht uit zijn wagen, gaat mij zonder boe of ba voorbij, en tikt zijn code in (dat is vanochtend nog gebeurd).

Een magnetische sleutel voor de garagepoort heb ik wel. Maar die werkt pas om 7uur. Of liever, om 7u04. Want het is al eens gebeurd, dat ik kon doorrijden (dank zij zo’n yuppie), en daarna toch nog beneden aan de poort mocht wachten tot het 7u04 werd. (Gelukkig moest de yuppie in dat specifieke geval zijn wagen boven (buiten) parkeren, en niet in de garage.)

Dan moet ik opnieuw de magnetische sleutel gebruiken om toegang te verkrijgen tot de traphal/lift, drie verdiepingen naar boven, en als ik de eerste ben, word ik daar gegroet door het alarm. De eerste keer dat mij dat gebeurde, is het alarm afgegaan, en stond binnen de kortste keren de politie aan de voordeur. Na dat incident heb ik de code gekregen (officieel niet, maar ja), dus ik kan het alarm uitzetten.

Daarna heb je de magnetische kaart + code nodig om de kantoren binnen te gaan. Altijd grappig tijdens de wisseling van winteruur naar zomeruur, want dan moet ik een uur wachten. Ik kan immers pas binnen vanaf 7uur, en de klok wordt pas aangepast ergens tijdens de week volgend op de uurswijziging (kan soms een paar dagen duren).

Tot zover de beveiliging op het werk. Want dan stap je binnen naar je bureau, en zie je dat, op het einde van de gang, het venster nog open staat van de dag ervoor.

koud

Amai mijn vingers. Ik heb zo geen koude vingers meer gehad sinds ik met de mobilette naar school ging (een Honda Camino die 80 per uur kon).

Vanochtend stond er 7 graden op de display boven de bakkerij in Evere. Op dat moment kon het mij eigenlijk niet zoveel meer schelen, want ik was bijna op het werk aangekomen. En ik –of liever: mijn handen zagen er al naar uit om zich op te warmen aan de motor.

Misschien moet ik maar eens denken aan die electrisch verwarmde handschoenen?
(Het probleem met ‘normale’ winterhandschoenen is dat je door hun dikte je vingers zo moeilijk kan bewegen.)

Ondertussen is er met de alfa in zo’n twee maanden niet gereden (sinds we er mee naar de keuring zijn gereden), en toen ik hem zaterdag nog eens probeerde te starten, gaf hij geen kik meer. De batterij is volledig plat (zoals ze dat zeggen). Vandaag of morgen komt de meneer van de naburige garage er een nieuwe batterij in steken. (“Maar het kan ook de alternator zijn,” meneer, “dat komt ook veel voor bij lang stilstaande auto’s.”)

Er komen meer en meer argumenten bij om de wagen weg te doen. Alleen zouden we hem misschien inruilen voor een kleiner, minder verbruikend, minder Belgische belastingen en ook minder verzekeringen betalend wagentje. Zoals een Fiat Panda of Punto.
Wordt vervolgd.

coucher

Vanavond is het weer Angel. En het zal wel om die reden zijn dat ik sinds vanochtend met Voulez-vous choucher avec moi, ce soir in mijn hoofd zit zeker?

(Voor de niet-ingewijden: vorige aflevering is het Angelus-team Lorne gaan wegplukken uit Las Vegas. Ze zagen hem eerst terug tijdens een Vegas-show, waar hij –in ware Moulin Rouge stijl– bovenstaande liedje coverde.)

(Seizoen 4, episode 3: The House Always Wins)

this is your wake-up call

Deze ochtend, om 5u15 gaat de wekker. Ik spring uit bed, fris als een hoentje. Gisteren, vlak na Buffy, had ik het licht uit gedaan, en ik was onmiddellijk in slaap gevallen. Zalig.

Alleen, ik kom terug uit de badkamer, en zie op een van de drie andere klokken in de slaapkamer dat het 4u47 is. Que? Jawel. De tijdsaanduiding op de video: 4u47. Op de radio & cd-speler: 4u47. Op Tessa’s radio-klok-alarm: 4u47. Op mijn wekker: 5u52.

Mijn wekker is analoog; in vertwijfeling vrees ik dat ik op een of andere manier het winteruur heb gemist en dat alle digitale klokjes automatisch het uur hebben aangepast. Ik grijp naar mijn analoge polshorloge: 4u50.

Ugh.

Naar beneden, de televisie aan (niet in de slaapkamer, om Tessa niet wakker te maken), en op teletext kijken. Voor alle zekerheid naar drie verschillende zenders gezapt, maar bij allemaal: 4u53.

De katten eten gegeven, thee gemaakt en ontbeten. Een uurtje gelezen in Prey (tot pagina 86), en daardoor natuurlijk bijna te laat naar het werk vertrokken.

De volgende aankoop wordt een digitale alarmklok.

moe

Bad day. Bad night. Henri is weer wakker geworden. Iets later deze keer, rond 1u20. We hadden eerst nog naar Olivier de Rijke gekeken, en daarna waren we als een blok in slaap gevallen.

Tot 1u20 dus. Alweer dezelfde mantra. En geschrei deze keer. Een kwartier in zijn kamer gespendeerd om hem terug in slaap te krijgen. Inclusief de mensen wegjagen die aan het raam stonden (op de derde verdieping, zo’n negen meter hoog –inderdaad).

Met zijn zaklampje de ganse kamer rondgeschenen om te bewijzen dat er echt niemand is. En hem verteld dat hij de volgende keer gerust zelf met zijn zaklampje mag schijnen. (“Maar papa, ik krijg dat zelf nooit aan.” En toegegeven het contact is slecht; soms wil het onding werken, vaker niet.)

Om 1u55 terug van datte. Maar deze keer kwam hij naar beneden, naar onze kamer. “Die mensen zijn daar terug, en ik ben niet meer moe.”

Hij kon zijn ogen met moeite open houden, en vleide zich neer op mijn schoot. Ik heb hem even getroost, en dan zijn we samen terug naar zijn kamer gegaan. Daar ben ik ook nog een beetje bij hem gebleven, de mensen nog eens weggejaagd, en terug gaan slapen.

Tot 2u20. Dan ging het weer niet meer. En ben ik weer naar boven gegaan. En terug naar beneden in bed. En opnieuw proberen slapen.

Tot 2u43. Dan hoorde ik gestommel op zijn kamer. En geschuif. En dan “Ai, ai, ai.” En dan ben ik terug naar boven gegaan.

– Henrietje, wat is er nu weer?
“Niets, ik moest gewoon pipi doen. En ik kreeg mijn broek niet goed aan.”

Terug in bed, klaarwakker. En dan was het plots 5u15 en ging de wekker af. We zijn nu een vitaminebruistablet, een nalu, een pakje start koeken en een paar emmers koffie verder. Laat mij nu slapen aub.

vooruitgang

De reading list is twee boeken korter geworden, enkel om daarna met drie boeken te worden uitgebreid. Zaterdag heb ik eindelijk Glen David Gold, Carter beats the Devil uitgelezen –ik was eraan begonnen in mei, in Berlijn. (Dit lange aanslepen zegt niets over de kwaliteit van het boek, wel integendeel, het komt meteen in mijn top 10 te staan.)

Ik had eventjes gedacht een korte bespreking te geven, maar er zijn er al genoeg te vinden op het web. Suffice it to say, this is a highly recommended read.

BTW Charles Carter, aka Carter the Great, was echt een magician. Het boek wemelt overigens van de historische figuren zoals Philo T. Farnsworth (en Pem), Francis (Borax) Smith, Warren G. Harding, Houdini, en Carter zelf, die enkel worden gebruikt als basis voor een fictief verhaal. ‘nough said.

Uitermate verheugd over het feit dat ik eindelijk nog eens een boek uit had, heb ik zondag dan maar meteen Pieter Aspe, Grof Wild, uitgelezen (slechts 123 pagina’s). Met daarin voorbeeldig proza zoals:

Toen ze trouwden had Victor haar het aards paradijs beloofd en om dat te bereiken had hij keihard gewerkt. In het begin had Eva begrip opgebracht voor de offers, die Victor moest brengen op het altaar van de mammon.

Juist ja. Geen commentaar, en op naar het volgende boek.

De drie nieuwe boeken zijn Robert Ludlum, The Bourne Identity (tBI), Alex Garland, The Beach, en Michael Crichton, Prey. Als deel 1 van tBI aanslaat, weten we weer wat gekocht (er volgen er nog twee namelijk). De verhaallijn is gelijkaardig met XIII –Van Hamme heeft overigens zelf toegegeven dat hij de inspiratie voor de reeks bij Ludlums boek haalde.
Al kan het natuurlijk best zijn dat ik met Prey begin.

diesel sweeties

Dat vind ik nu wijs zie. Ik had eerder al dit besteld (en toegestuurd gekregen), en nu heb ik ook de The Annotated Diesel Sweeties (limited edition) strip gekregen. Inclusief een Metal Steve’s Skull Sticker.

clango beeld 1 clango beeld 2 clango beeld 3

Mooi hé? Vermoedelijk is het een van de laatste (nochtans: nr 145 van 250), want ik vind nergens op de site nog een mogelijkheid om het te bestellen. [Edit: pagina wel gevonden, via google.]

Het heeft wel een tijdje geduurd voor ik het gekregen heb: ik had het besteld de dag nadat ik Pocket Sweeties Volume One had besteld (17 juli), en nu pas toegekomen.

Op 26 juni had ik ten andere de Field-Tested Poster 1 besteld van Coudal, maar die heb ik tot op heden nog niet ontvangen. Misschien moet ik die mensen maar eens een mailtje sturen (het bedrag is natuurlijk wel al lang van mijn credit card af).

demon

Vanacht op een vreselijke manier wakker geworden. Ik had net een nachtmerrie –waarvan ik nu weet waar ze vandaan kwam– toen een kleine maar kortdate stem me naar de realiteit terugroepte.

De nachtmerrie kwam er ergens op neer dat ik Tessa’s buik met mijn eigen tanden had verscheurd; ik was in slaap gevallen tijdens CSI waar net een cheerleader op dergelijke manier door haar boyfriend om het leven was gekomen. Tenminste, dat was de hypothese toen ik in slaap ben gevallen.

Dat kleine stemmetje was eerst niet verstaanbaar, maar het was er onmiskenbaar. Henri. Na een tijdje kon ik zelfs verstaan wat hij zei.

“Als je nu niet weggaat, gaat mijn papa komen, en die gaat boos zijn.”

Het leek een mantra die met steeds grotere frequentie en stijgende wanhoop werd herhaald. Het uurwerk toonde 0:22. Witches’ hour, dacht ik nog, voor ik me, half in slaap, de trappen op begaf.

Het was een beetje akelig, toen ik Henri in slaap troostte. Ik deed mijn uiterste best om te blijven glimlachen; het was wel donker, maar ik veronderstelde dat Henri mijn gezicht in het weinige buitenlicht toch kon ontwaren. En ik wou hem vooral op zijn gemak stellen. Maar een klamme vuist kneep mijn hart tot de grootte van een okkernoot, en ik verwachtte te worden meegesleurd naar de diepten van de hellemond toen ik Henri voelde wijzen naar het raam. Ik durfde met moeite kijken.

“Zie je die mensen daar niet, pappa.”

Fuck ik ben terecht gekomen in Goethes Erlkönig: Siehst, Vater, du den Erlkönig nicht? Ik kon het Dietrich Fischer-Dieskau zo horen zingen.

Geen klamme vuist greep rond mijn hart en geen grijpgrage vingers sleurden me in de hellemond –Henri’s handjes zochten mijn hals en trokken me dicht tegen hem aan. Angstig, alsof hij me op de proef wilde stellen, vroeg hij: “en opa, is die altijd warm?”

Ik vreesde even in de armen van Damien te liggen, die net zijn opa had koudgemaakt, terwijl ik –hopelijk snel genoeg– antwoordde.

-Dat weet ik niet jongen.
“Ga je dat dan eens aan oma Andrea vragen? Of aan mama? Want toen die nog klein was, dan was die toch hun kindje?”
-’t Is goed jongen.
“En oma Nini als je klein was, was toch uw mama?”
-Ja jongen, nog altijd hoor.
“En is die ook warm? En uw papa? En jij?”

En daar was die klamme vuist rond mijn hart weer. En Damien. Maar toen al die vragen naar tevredenheid waren beantwoord en al zijn demonen op mij waren overgeladen, liet hij me weer los.

“Slaapwel, papa.”

En ik kon terug in mijn eigen bed, mijn eigen demonen gaan bevechten. En die van hem.