Amai mijn vingers. Ik heb zo geen koude vingers meer gehad sinds ik met de mobilette naar school ging (een Honda Camino die 80 per uur kon).
Vanochtend stond er 7 graden op de display boven de bakkerij in Evere. Op dat moment kon het mij eigenlijk niet zoveel meer schelen, want ik was bijna op het werk aangekomen. En ik –of liever: mijn handen zagen er al naar uit om zich op te warmen aan de motor.
Misschien moet ik maar eens denken aan die electrisch verwarmde handschoenen?
(Het probleem met ‘normale’ winterhandschoenen is dat je door hun dikte je vingers zo moeilijk kan bewegen.)
Ondertussen is er met de alfa in zo’n twee maanden niet gereden (sinds we er mee naar de keuring zijn gereden), en toen ik hem zaterdag nog eens probeerde te starten, gaf hij geen kik meer. De batterij is volledig plat (zoals ze dat zeggen). Vandaag of morgen komt de meneer van de naburige garage er een nieuwe batterij in steken. (“Maar het kan ook de alternator zijn,” meneer, “dat komt ook veel voor bij lang stilstaande auto’s.”)
Er komen meer en meer argumenten bij om de wagen weg te doen. Alleen zouden we hem misschien inruilen voor een kleiner, minder verbruikend, minder Belgische belastingen en ook minder verzekeringen betalend wagentje. Zoals een Fiat Panda of Punto.
Wordt vervolgd.