re-pet

We blijven bij de genetica. Min of meer. Onlangs nog op uw TV-scherm, vandaag in de winkel: de gekloonde kat ( Eerste gekloonde kat onder de kerstboom –ik verwijs maar even naar HLN, dat blijft langer staan dan bij DS).

Destijds (in 2000) nog verworpen als vergezocht theoretisch gezwam, vandaag is een Texaanse vrouw 50.000 dollar armer en een kloon rijker. De gekloonde kat is –wat DNA betreft– identiek aan haar gestorven donor, maar –hoewel de vrouw overtuigd het tegenovergestelde beweert– zal het karakter niet identiek zijn (andere ervaringen, dus (mogelijk) een ander karakter).

Die kritiek is er intussen wel degelijk. “Het is moreel problematisch en enigszins laakbaar”, zegt David Magnus, codirecteur van het Centrum voor biomedische ethiek aan de Stanford-universiteit. “Voor vijftigduizend dollar had ze heel veel zwerfkatten kunnen opnemen.”

En daar houdt het natuurlijk niet bij op: re-pet (zoals in The 6th Day) kruipt steeds dichterbij:

Genetic Savings and Cloan heeft nu minstens vijf gekloonde katten voortgebracht. Little Nicky was de eerste kat die ‘op bestelling’ werd gekloond, er zijn er nog vijf in aantocht. Tegen het einde van volgend jaar hoopt het bedrijf er vijftig te hebben voortgebracht. In mei hoopt het bedrijf de eerste gekloonde hond te kunnen produceren, een nog veel lucratievere markt.

For fuck’s sake.

niet met mijn spruiten

Wat lees ik in mijn RSS feed? Zoete spruiten binnen het jaar verkrijgbaar. Een late (of vroege) aprilgrap, hoopte ik nog even. Maar er stond in het artikel dat de spruiten nu reeds in Groot-Brittannië in de winkel liggen, en er werd een bedrijf –verantwoordelijk voor dit misdrijf tegen de menselijkheid— vermeld, dus er moest wel iets van op het internet te vinden zijn?!

Helaas, ja. Hoewel ik op de site van Syngenta niet meteen iets terug vind, schreef de Sunday Times dit weekend: Sprouts spread a little sweetness.

Omdat kinderen spruitjes te bitter vinden, en de groente zo stilletjes aan op de minst populaire plaats was verzeild geraakt in Groot-Brittannië, zette Syngenta (met 80% van de spruitmarkt in handen) zich aan het werk. “Wat als we die bitterheid er nu eens uithaalden?”, moet een of ander marketing-wonder hebben gedacht. En kijk, Groot-Brittannië beschikt vanaf heden over zoete spruiten.

En dan zijn ze nog niet een genetisch gemodificeerd in de strikte zin van het woord. No Sir, in bovenstebeste Mendeltraditie werd de bitterheid uit de spruiten weggekruist.

A company spokesman said success was confirmed by the children’s panels: “We offered them sprout soup, sprout soufflé and even sprout cake. They loved it.”

Maar ik niet. Ik wil mijn spruiten zoals spruiten smaken: licht bitter alstublieft. Gelukkig dat ze duidelijk de zoetheid als verkoopsargument op de verpakking zullen laten vermelden Ik hoop dat ze tenminste de decency zullen hebben ook nog échte spruiten aan te blijven bieden. Nog een reden om bio te blijven kopen.

mediatisering

O wat zijn ze plots weer allemaal in hun gat gebeten, die media. En vermits we hier absoluut niet in veralgemeningen willen vervallen zullen we maar namen noemen. O wat is De Standaard in een hoekje gedreven, dat de krant zo wild om zich heen moet slaan. Om het met Shakespeare te zeggen: The lady doth protest too much, methinks.

Peter Vandermeersch (hoofdredacteur De Standaard) geeft het trouwens toe: Als de eerste minister zegt dat het bij “de media niet langer om informatie maar om confrontatie gaat”, is hij even ongenuanceerd als de “televisiemakers en krantenboeren” die hij aanvalt. Een diepzinnig en intelligent mens als meneer vandermeersch heeft hoogst waarschijnlijk zijn woorden zorgvuldig afgewogen, zodat we er kunnen van uitgaan dat zijn bevestiging er wel degelijk staat. Tenzij, en ik zou het niet onmogelijk achten, hij zich niet tot de krantenboeren rekent, hoofdredacteur van een intellectuele en hoogstaande kwaliteitskrant als hij is. Een zelfde kwaliteitkrant die steeds genuanceerde krantenkoppen aanbiedt, zoals De premier waarschuwt voor karikaturen, maar vervalt zelf in simplismen (tiens dat was de kop voor hun stukje) of Drie Gentse ziekenhuizen weigeren nog elke illegaal te behandelen of de zever over Frank Beke en de kwijtgescholden overtredingen.

Ik maak mij zorgen over een democratie waarin een regeringsleider het lastig heeft met een kritische pers. schrijft Vandermeersch nog. Waarschijnlijk wil hij liever zelf kritiek geven, dan hij er krijgt. Verantwoordelijkheid doorschuiven, daar zijn ze wel goed in, die media.

Het valt overigens erg op, in dat stukje, dat het voornamelijk de mediamensen zijn die wild steigeren bij de woorden van de premier. En hoe hard ze wel proberen de ‘mislukkingen’ van de VLD extra dik in de verf te zetten, om zichzelf er toch maar zo goed mogelijk uit te laten komen. Maar confronterend zijn ze niet hoor.

En het wordt allemaal verdraaid alsof de premier er niet tegen kan dat er kritiek wordt gegeven op de politici. Ineens is de mediatisering van de politiek een probleem. aldus Derk Jan Eppink. Wie? [01 02]

Derk-Jan Eppink was jarenlang redacteur binnenlandse politiek bij NRC Handelsblad. Hij ruilde die baan in voor een vergelijkbare baan bij de Vlaamse krant De Standaard.

Goh, en Tom Naegels schrijft ook al voor DS, en Professor Hendrik Vos ook, en Carl Devos ook al en dan ben ik maar gestopt met opzoeken, voor zou blijken dat plots al die tegenstemmen wel eens rechtstreeks aan DS zouden kunnen verbonden worden. Wiens brood men eet, diens woord men spreekt –of hoe ging dat alweer?

Gelukkig is Luc Huyse (met emeritaat) nog in staat om wat te relativeren:

Heeft Verhofstadt gelijk? Ja, als ik deze vooraanstaande journalisten mag geloven.
Yves Desmet (politiek commentator De Morgen): “Op dag één laait de steekvlam van de mediaverontwaardiging verschroeiend hoog op, op dag twee beseft men dat er weinig of niets aan de hand is, op dag drie vraagt men zich af waarom het eigenlijk ooit in de media is geraakt en of de affaire wel de moeite waard was.” (De Morgen 16 oktober 2003).
Jos Bouveroux (hoofdredacteur van het Radio 1-nieuws): “Het klopt dat de media een verwrongen mens- en maatschappijbeeld ophangen en daarmee verantwoordelijk zijn voor de opgang van de populistische partijen.” ( De Morgen, 29 juni)
Peter Vandermeersch (hoofdredacteur De Standaard ): “Omdat we vrezen dat het publiek zal wegzappen, laten we politici (maar ook bedrijfsleiders, professoren, geestelijken, sociologen) maar twaalf seconden spreken. Dus verplichten we hen om te simplificeren, vragen we hen nuances weg te laten, hengelen we gretig naar het lekkere citaat. Om dan op onze beurt in onze analyses over hun gedrag vast te stellen dat ze in slogans spreken en de werkelijkheid te weinig genuanceerd voor stellen. Het is een gevaarlijke vicieuze cirkel.”(DS 27 juli)

Van Huyse onthouden we ook volgende boutade: […] toen in de jaren ‘70 bleek dat ik helemaal niet CVP-gezind was, werd mijn werk plots niet meer besproken in De Standaard. Nu kan ik daar wel om lachen, want Vlaanderen is op dat vlak onherkenbaar veranderd.

En volledig eens ben ik het natuurlijk met Stefan Hertmans:

Ik ben er absoluut van overtuigd dat de media meer dan eens aan polariserende stemmingmakerij doen, onze kwaliteitskranten vormen daarop geen uitzondering: al onze media verlagen zich tot concurrentiestrijd met anderen en doen aan oppositionele stemmingmakerij, in plaats van aan inhoudelijke verdieping en kritische informatie te werken. Het zou dus misplaatst zijn nu een beetje zuinigjes de preutse Dienstmaagd van de Waarheid uit te hangen of zich geviseerd te voelen. Incasseren en ter harte nemen lijkt me de boodschap.

’t Is goed in eigen hart te kijken (nog even voor het slapengaan), om er nog maar eens een citaat bij te halen. Misschien toch beter ergens wat objectievere of neutralere tegenstemmen gaan opvissen, meneer Vandermeersch? Er is al genoeg inteelt in Vlaanderen.

thuis

Terwijl ik me afvroeg of ik Veerle Beel erop zou wijzen dat vrijwillig geen werkwoord is (Vrijwillig voor het goede doel: misschien kunnen ze helpende handen gebruiken bij het uitdelen van maaltijden aan daklozen, in rusthuizen of u kunt gevangenen bezoeken. Of is het gewoon een erg uitgebreide prolepsis?), ontdek ik veel beter nieuws in de krant.

Heimat 1 verschijnt deze week op DVD! Heimat 2 volgt in maart en nummer 3 in juni. En ik zal heus niet de enige zijn die daar verschrikkelijk blij mee is.

Allez, als uitsmijter een beetje trivia: Waarom 52 uur geen 54 uur is

Hoelang duurt de volledige Heimat (delen 1, 2 en 3) nu eigenlijk? 52 uur, zegt de ene. 54 uur, zegt de andere. Het klopt allebei, zegt de regisseur Edgar Reitz. In principe spreken we over de filmlengte: grosso modo 16 uur (de elf episoden van Heimat – Einde Deutsche Chronik) plus 26 uur (de 24 episoden van Heimat 2 – Chronik einer Jugend) plus 12 uur (de zes episoden van Heimat 3 – Chronik einer Zeitenwende); samen dus 54 uur. “Volgens technische normen die in de hele wereld gelden, wordt een film in de bioscoop afgespeeld met 24 beelden per seconde”, legt Reitz uit. “Bijna alle Europese tv-zenders zenden hun films echter uit met 25 beelden per seconde. Er is geen mens die het verschil van vier procent met het blote oog ziet. Maar daardoor duurt een normale film wel ongeveer twee minuten korter op tv. Voor een film die meer dan vijftig uur duurt, loopt dat verschil in afspeelsnelheid echter op tot twee uur. Wie dus de volledige Heimat ooit bekijkt op tv of dvd, is twee uur sneller klaar dan in de bioscoop.”

’t Is maar dat ge uw screening goed zoudt kunnen inplannen.

geheimzinning ii

Pfff. De zwarte ton is op de zolder geraakt. Nog nooit zijn er zoveel en zo ingewikkelde dingen moeten gebeuren om zo’n tonvormig onding één (1) verdiepje hoger te brengen.

Deze ochtend (middag) om half twaalf, ben ik met twee andere mannen, bij huurland een portiek gaan ophalen. Twee beugels, een dikke en zware stalen balk ertussen, en dan een takel (1 ton, zes meter ketting; ik vermoed dat die 1 ton staat voor de last die ze kan dragen).

Terug thuis gekomen, blijkt dat de beugels van de portiek niet door de deur van de zolder kunnen. Grote paniek. We zullen de verkoop moeten annuleren, dat gaat nooit lukken, nog met geen tien man krijgen we dat ding hier naar boven. Soit, terug naar huurland, waar een zeer behulpzame mens suggereert ipv die portiek, een stelling te gebruiken. Why the fuck not denken we alledrie tegelijk. Zolang het ding maar boven geraakt. De beugels worden omgeruild voor vier stukken stelling en evenzoveel dwarslatten. Camionette binnen, en wegwezen.

Het is ondertussen 14u geworden, als we het eerste stuk stelling uit het voertuig dragen. Heel voorzichtig, maar zonder problemen geraakt het door de deur, voorzichtig draaien, de trap op, en jawel daar prijkt 1 stuk verfbespatte stelling op de zolder. Met veel moed en gezwindheid gaat het terug naar beneden, waar achtereenvolgens nog drie stukken stelling, de dwarslatten, de steunbalk, een ladder, en een kist met de takel en twee draagriemen naar boven worden gedragen. De stelling wordt op 1-2-3 in elkaar gestoken (met een nipte marge in de hoogte), de takel aan de steunbalk bevestigd, en één singel (draagriem) aan de ’ton’ bevestigd. Die bevestigingen noodde ons tot enig experimenteren, maar na enig zoeken werd de meest efficiënte manier gevonden. De andere singel –indien u daarnaar benieuwd was– werd gebruikt om de takel aan de steunbalk op te hangen.

En dan een kwartiertje aan de ketting trekken. Zo’n takel is immers bedoeld voor het hijsen van (zeer) zware lasten. Zoals we ons nog wel herinneren uit de lessen fysica, kunnen we vaak aan kracht winnen, door een langere afstand af te leggen. De takel bevat dus twee kettingen: eentje waaraan een haak werd verbonden, en waarmee je de last kan grijpen; en een tweede, gesloten ketting, waarmee je de eerste ketting kan ophijsen of laten zakken. En ik kan u verzekeren, dat de tweede ketting ettelijke kilometers heeft afgelegd.

Maar goed, het zwarte geval staat er, op onze zolder (sinds 17u15). Er ontbreekt nog 1 dingetje aan, dat ons deze week nog wordt bezorgd, en dan laat ik u weten wat het is. Het is helaas geen destillatievat.

Een grote pluim voor de mensen van huurland. Goedkoop was het niet echt (82 EUR), maar we hebben een uitstekende service en advies gekregen.

tips

Zeven redenen om vandaag de krant(en) te lezen:

  1. 2.830 kabinetslui voor 55 regeringsleden: De 55ministers en staatssecretarissen in ons land hebben recht op 2.830,5 kabinetsmedewerkers. Het totale prijskaartje van die kabinetten bedraagt ongeveer 190miljoen. Wat doet een Kabinet?
  2. Snel milieuwinst met schone auto’s: Het milieu vaart er het beste bij als weggebruikers een auto met een lage schadelijke uitstoot kopen. Daar is op korte termijn meer resultaat van te verwachten dan van een ander verplaatsingsgedrag of van een zuinig rijgedrag, concludeert de VAB-VTB uit eigen onderzoek.
  3. Wasmachines voor daklozen: De Nationale Loterij houdt zich niet alleen bezig met het uitkeren van winst aan gelukkige spelers. Een vijfde van de totale omzet (210miljoen euro per jaar) wordt besteed aan goede doelen en opnieuw geïnvesteerd in de samenleving. Het daklozenrestaurant Kamiano is een van de projecten die op financiële steun kunnen rekenen. Het soort verhalen dat er vlot in gaat tijdens de kerstperiode
  4. (Ver)bouwlustigen kiezen massaal voor vlottende rente: Er worden de jongste maanden tot een kwart meer woonkredieten aangevraagd dan in dezelfde periode vorig jaar. Dat heeft alles te maken met de renteslag die de banken voeren rond hypotheekleningen met jaarlijks aanpasbare rente. Een gevaarlijke evolutie, vinden waarnemers. Voor de kredietnemer toch.
  5. Iedereen uit de loopgraven!: Guy Verhofstadt vindt dat het genoeg geweest is met de ,,ideologie van de confrontatie” die onze samenleving kapotmaakt. Hij wil iedereen uit de loopgraven, een witte vlag in de handen. Voor zichzelf ziet hij in 2005 een rol als bemiddelaar weggelegd: “De taak van een eerste minister is de zaak bijeen te houden, als het ware.”
  6. Kinderen zijn heilig, maar zo kwetsbaar: In hun kerstboodschap stellen de Belgische bisschoppen het kind centraal. Daarbij wijzen ze op de vele gevaren die kinderen bedreigen en focussen ze op de spirituele rechten van het kind: “Wat heb je eraan vijf talen te spreken als je het spirituele alfabet niet kent?” Een uiterst valabele boodschap, maar een beetje wrang uit de mond van een bende kinderloze functionarissen van een bijwijlen uiterst geperverteerde religieuze instelling. Gelukkig kloppen ze heel even op eigen borst –ze hebben daar tenslotte een traditie hoog te houden (mea culpa, mea culpa, mea maxima culpa).
  7. Goed bezig (de column Overstekend Wild van Marc Reynebeau): De straten zijn weer opgetut met slingers, energieverslindende lampjes, valse sneeuw, plastic vrolijkheid en uit bordkarton en piepschuim vervaardigd geluk. Ze omstuwen de passant met beloften van cadeaus, gezelligheid, troost en alles-wordt-beter. En dan steekt onder het middenrif weer een wee gevoel op. Wat scheelt er toch aan dat nochtans zo traditierijke, warme, verzoetende kerstritueel?

Er is er nog eentje (een reden), maar dat betreft eigenlijk eerder een artikel van gisteren –daarover later (misschien) meer.

erotisch

“Zo een dikke poep!” riep Henri uit.

-Wablieft?

“Jamaar nee hé, dat is erotisch bedoeld”

-…

“Euh ironisch. Ah ja, ironisch natuurlijk.”

Sinds een paar weken heeft Henri er een nieuw woordje bij. Hij liegt niet (dat heeft hij eigenlijk nooit gedaan), maar hij zegt ‘ironische’ dingen. Soms technologisch, of economisch, en gisteren ook erotisch. Maar eigenlijk dus gewoon ironisch. Truth with a twist.

het jaar vier

We blijven nog even bij de taal (een talig weekend). Ton den Boon, hoofdredacteur van de Grote Van Dale, publiceerde een kroniek van de nieuwe woorden uit 2004 en legde ze vast in het downloadbare boekje Taal van het jaar vier: kroniek van het Nederlands in 2004 (420KB PDF) [via].

Een voorsmaakje: over weblogging.

Wat deden mensen vijf, zes jaar geleden met hun vrije tijd? In elk geval hielden ze nog niet een weblog of blog – een regelmatig ververst dagboek op het internet – bij. Dat is anno 2004 wel anders, want op het internet struikel je werkelijk over de logs. Hoe vers het verschijnsel is, blijkt alleen al uit het feit dat de woorden logen weblog nog niet eens in de Grote Van Dale van 1999 staan. Dat is geen wonder, want pas rond 2000 begonnen de kranten over het bijbehorende verschijnsel te schrijven. Tegenwoordig zijn ze er in soorten en maten en is log een populair onderdeel van samenstellingen: je hebt boekenlogs, citatenlogs, filmlogs, kunstlogs, muzieklogs, nieuwslogs en natuurlijk de onvermijdelijke sekslogs (alle woorden zijn te vinden via Google). Een weblog waar de bezoekers naartoe surfen om gechoqueerd te worden, heet een shocklog (vk, 13-52004) en een log waar je gezellig kunt chatten, heet een kletslog (via Google). Van de ene log naar de andere gaan, heet webloghoppen, loghoppen of bloghoppen. Die werkwoorden worden door loggers op internet inmiddels al keurig volgens de regels van het kofschip vervoegd: ik loghop, loghopte, heb geloghopt. Een man die een log bijhoudt, heet vanzelfsprekend een logger. Zijn vrouwelijke pendant wordt een logster genoemd, maar heet – wat charmanter – ook wel een logette. Deze woorden zijn trouwens wel veelvuldig via Google te vinden, maar nog niet doorgedrongen in de krant.

Het lijkt wel zo gegrepen uit het Het Groot Dictee der Nederlandse Taal.

spelling

Spelling is een heerlijk ingewikkelde edoch vaak voldoende logisch onderbouwde zaak. Heel even meende ik –tot groot jolijt– DS op een taalfout te hebben betrapt. Ik had beter moeten weten.

De enkele ‘s’ en ontdubbelde ‘a’ in Fusie Sint-Niklase ziekenhuizen op til is (zijn) wel degelijk correct. Op het Taaluniversum vinden we de uitleg bij het antwoord op de vraag Is de juiste spelling Maassluisse harmonie of Maassluise harmonie?

Van de meeste Nederlandse aardrijkskundige namen kunnen bijvoeglijke naamwoorden worden gevormd met het achtervoegsel -s. […] Volgens het beginsel van vormovereenkomst worden woorden die op overeenkomstige wijze zijn gevormd, op overeenkomstige wijze geschreven. […] Aangezien het bijvoeglijk naamwoord Maassluis(e) met een -s is afgeleid van de plaatsnaam, zou je een apostrof verwachten in de onverbogen vorm en verdubbeling van de s in de verbogen vorm: Maassluis – Maassluis’/Maassluisse naar analogie van Amsterdam(s).

Helaas:

Volgens een ander beginsel worden lange klinkers en tweeklanken echter nooit gevolgd door een dubbele s. Alleen bij eigennamen van personen die eindigen op een s (of een andere sis-klank), wordt de genitief-s door een apostrof weergegeven (bijv. Mies’ ouders, Bush’ verklaring). Bij geografische namen die al op s eindigen, valt het achtervoegsel met die slot-s samen: Maassluis – Maassluis/Maassluise.

Even dacht ik nog dat de ‘s’ dan misschien niet verdubbeld werd, maar dat, gezien het hier om een eigennaam (plaatsnaam) ging, op zijn minst de schrijfwijze zou moeten bewaard worden: ‘Sint-Niklaase’, maar we krijgen nog een paar voorbeelden toe:

Andere voorbeelden van aardrijkskundige namen die eindigen op een s en waarvan het afgeleide bijvoeglijk naamwoord gelijk is aan de eigennaam: […] Overmaas – Overmase […] Sint-Niklaas – Sint-Niklase […]

Lelijk als de pest, dat Sint-Niklase, maar wel correct.

Daarna ben ik nog op een paar pareltjes gestoten (via ‘zie ook’):

Is de juiste spelling Bosche bollen of Bossche bollen?

Dat deze woorden met twee s’en worden geschreven, vloeit voort uit het beginsel dat een medeklinker tussen twee klinkers, waarvan de eerste ‘kort’ is, wordt verdubbeld, bijvoorbeeld bij bos – bossen. Hoewel de spelling Bosche niet zou leiden tot de uitspraak met een lange klinker [boos«], is dit beginsel ook van toepassing bij vormen die nog een sch hebben volgens de spelling van De Vries en Te Winkel, met dien verstande dat alleen de s wordt verdubbeld.

En ook: Is de juiste spelling boschage of bosschage? Waar ik dan weer het volgende vond:

De juiste uitspraak is [bosaazje], niet: [bosgaazje]. […] Bosschage moet niet verward worden met het eveneens aan het Frans ontleende bossage (‘bewerking in reliëf van muurvlakken’, afgeleid van Frans bosseler).

Heerlijk!

illegaal

DS kon dit weekend wedijveren met HLN. Drie Gentse ziekenhuizen weigeren nog elke illegaal te behandelen, zo kopte de regio-pagina in DS. Waarbij de nietsvermoedende lezer al gauw die ‘elke’ interpretert als ‘om het even dewelke’.

Drie Gentse ziekenhuizen weren illegalen met banale klachten stond er bij HLN; hoewel nog steeds verwarrend om te lezen (maar grammaticaal correct), was dit al iets neutraler.

Het was echter aan DM om met de meest objectieve kop te gaan lopen: Gentse ziekenhuizen wijzen illegalen de weg naar de dokter.

Een lovenswaardig initatief van die ziekenhuizen. Was is het probleem? De Belg wordt op allerlei manieren ontmoedigd om al te gauw gebruik te maken van de diensten van de ‘spoed’ (aka ER voor TV-kijkend Vlaanderen). Denken we maar aan het remgeld.

Buitenlandse patiënten beschikken in hun land van herkomst vaak niet over een degelijk uitgebouwde eerstelijnszorg (de huisarts), maar melden zich bij gezondheidsproblemen meteen aan bij de (soms schaarse) ziekenhuizen in hun streek. Deze gewoonte brengen ze mee naar België.

Voor de ziekenhuizen brengt dit een nodeloze overlast mee, op een reeds onderbemande spoeddienst. Vandaar zullen de drie Gentse ziekenhuizen (UZ, Jan Palfijn en Sint-Lucas) een screening invoeren, waarbij ze de patiënten met eerder banale klachten zoals diarree of verkoudheid zullen doorsturen naar eens huisarts. Als ze de zorg van een ziekenhuis nodig hebben, zullen wij hen zeker opvangen. Maar niet als het gaat over diarree of een verkoudheid. aldus gedelegeerd bestuurder Francis Colardyn van het UZ Gent. Ze worden in hun initiatief overigens bijgestaan door de Stad Gent.

De PDFjes: DM, DS, HLN