Agata e la tempesta

Silvio Soldini brengt met Agata e la tempesta een uitbundige en boeiende film, opgehangen aan twee grote verhaallijnen. Enerzijds is er Agata, de eigenares van een boekenwinkel, die verliefd wordt op een veel jongere man. Telkens wanneer ze hevige emoties voor hem voelt gaan de lichten in haar onmiddellijke nabijheid flikkeren, en doven ze uit. Anderzijds is er het verhaal van Gustavo, haar broer, wiens leven overhoop wordt gehaald wanneer hij wordt gecontacteerd door een man, die beweert dat hij zijn echte broer is, en dat Gustavo bij zijn geboorte werd afgestaan voor adoptie. Wat volgt is een frivole en absurde film, vol onwaarschijnlijke, maar met veel gretigheid voor waar aangenome gebeurtenissen, waarin Gustavo op zoek gaat naar zijn vader, en Agata naar de liefde.

een scene uit de film

De film bevat een heleboel kleurrijke personnages, elk met hun verhaal, die bijdragen tot het ruim uitgewerkte plot. De film duurt twee uur, maar dat heb ik pas mogen ontdekken toen ik flink na tienen terug buiten stond. Door de wervelende dialogen, de meeslepende muziek en het flamboyante gebruik van decor en kostuums, verveelt deze film geen seconde. Het hoeft dan ook niet te verrassen dat de film was genomineerd voor maar liefst acht ‘Davids‘ (de Italiaanse filmprijzen), en er daarvan ook vijf in de wacht sleepte.

Agata e la tempesta, te zien in Studio Skoop (aan het Sint-Annaplein).

(Deze entry is ook terug te vinden op gent.blogt.)

sixpack (1)

Mijn laatste alcoholconsumptie dateert van het schoolfeest, nu iets meer dan een jaar geleden. Ik herinner me vaag dat ik toen (veel) foto’s heb genomen, waarvan er hooguit twee of drie, herkenbare mensen bevatten. Er was ook iets met rode ballonnen, die, voorzien van een geadresseerde en gefrankeerde briefkaart, de lucht werden ingestuurd op zoek naar een goede ziel die de kaart, bij voorkeur vanop een zo ver mogelijk van de school verwijderde locatie, op de post zou doen. De wedstrijd was een groot succes.

Het probleem is niet dat ik niet zonder drank kan, nee, het probleem is er meer een van maat. Water, cola (light), koffie, bier, wijn, whiskey (bij voorkeur single malt): het gaat allemaal even vlot en in even grote quantiteit naar binnen. Geen stoppen aan, wanneer ik eraan begon. Anderzijds, zolang ik er níet aan begon –als we er met de wagen op uit trokken bijvoorbeeld– had ik geen enkel probleem om er vanaf te blijven. Ik was veeleer een gelegenheidsdrinker. Zonder maat.

Let wel, het verkoopt maar moeilijk. “Stop dan na een glas, of na twee,” was het advies dat ik in het begin heel vaak meekreeg. Maar dat was dus net het probleem, dat stoppen. Hoewel ik precies wist hóe ver ik mocht gaan voor ik té ver ging, zag ik nooit een reden om niet steeds nog nét ietsje verder te gaan. “Op één been kunt ge niet staan,” lalde ik toen meermaals, wanhopig balans zoekend op een van de 15 benen die ik tegen dan reeds rijker was.

Maar ik ben dus gestopt. Droog. Geheelonthouder. Niemand die daar verder een probleem van maakt of vragen over stelt. “Zit er alcool in,” wil Henri nog wel eens vragen, “want mijn papa drinkt geen alcool.” Zelf drinkt hij –slechts vijf jaar oud– natuurlijk evenmin alcohol, noch koffie, maar ook geen limonade of cola; enkel (plat) water, melk of fruitsap. Ik zal al content zijn als hij niet aan breezers verslaafd raakt op zijn dertiende.

&agrave moto dans bruxelles

1 uur en 15 minuten vs 1 uur met de trein (door to door). De ambetantigheid, zoals iedereen wel weet, is niet tot Brussel te geraken, maar in Brussel ergens te geraken.

Ipv de via tunnels te gaan, ben ik bovengronds gebleven (weet iemand overigens of moto’s in de tunnels mogen?), zodat ik in een wijde boog rechts rond de Basiliek, en dan basically bovenop de tunnels hetzelfde parcours heb afgelegd.

Hmmm, ik ben er nog lang niet uit (het is ook de eerste keer met de moto op het nieuwe werk, in het nieuwe seizoen). Misschien moet ik maar eens een lijstje met plus- en de minpunten aanleggen. Of mij gewoon beperken tot 1 of 2 keer per week (woensdag en vrijdag). Luxeprobleem. Dismissed.

la vie et rien d’autre

En zo is mijn wederhelft weer maar eens uit mijn leven verdwenen. Naar Cascais (Portugal) deze keer voor een Training Course on Blood and Marrow Transplantation. Bovendien is gisteren de zoon ziek geworden (ttz de ziekte heeft een hoogtepunt bereikt), waardoor hij de komende dagen van school zal worden thuisgehouden (bij de grootouders).

Resultaat: de volgende twee dagen heb ik het kot voor mij alleen. Tijd voor een film (of twee): vanavond gaat het richting Studio Skoop voor Agata e la tempesta of Le conseguenze dell’amore of Ultranova. Ik zou er best twee op één avond willen meepikken, maar ze spelen alledrie enkel om acht uur. Gesteld dat ik er morgenavond nog één zie, wordt het grootste probleem er dus een van eliminatie. Suggesties ?

de schaduw van de wind

Reeds verkleumd, en veel te laat, kwam ik gisteren rond kwart voor acht bij Boekhandel Walry langs om een glimp op te vangen van Carlos Ruiz Zafón. Overmoedig had ik mijn onbeduimelde maar geestdriftig uitgelezen nederlandstalige exemplaar van La sombra del viento (De Schaduw van de Wind) eerst in een fnaczak, maar nadien toch maar in een anoniemer exemplaar (Walry is tenslotte een onafhankelijke boekhandel) gewikkeld, in de hoop het diezelfde avond, voorzien van een korte autograaf van de schrijver zelve, terug mee naar huis te kunnen nemen.

Driewerf helaas, want de plaatsen binnen het café waren reeds alle ingenomen door veel ijveriger mensen dan mezelf. Gelukkig had men het inzicht gehad het terras voor het café te overdekken, waardoor we alsnog, onder het gerammel van haastig bijgeschoven aluminium terrasstoelen, min of meer beschut konden plaatsnemen. De organisatoren hadden een dergelijk succes niet verwacht, en verbijsterd als ze waren, liet de aanvang van het programma dan ook dik twintig minuten op zich wachten. Niet alleen de organisatoren waren verrast, ook de laatkomers waren behoorlijk uit hun lood geslagen. Zo erg zelfs, dat sommigen insisteerden, zich een weg door de opeengepakte massa te banen om zichzelf ervan te vergewissen dat er écht wel geen plaatsen vooraan beschikbaar waren. Om vervolgens, met veel misbaar en gepuf, zich dezelfde weg, door dezelfde massa, naar achteren te banen.

Astrid Huygens, goed voorbereid, maar op van de zenuwen, kreeg de eer een over engelengeduld beschikkende Ruiz Zafón te interviewen. ¡Ola Carlos! Waarmee we vertrokken waren voor een anderhalf uur durend interview; interessant maar een beetje moeizaam, gezien zowel vraag als antwoord naar het Nederlands diende te worden vertaald.

Het boek werd reeds gepubliceerd in 2001, heeft eerst in ijltempo de harten van de Spanjaarden gewonnen, en is –nog steeds– druk bezig de rest van de wereld te veroveren. Ruiz Zafón is ondertussen bezig met het tweede deel, van wat hij vanin het begin als een tetralogie heeft gezien.

De synopsis van de synopsis: Daniel Sempere wordt door zijn vader meegenomen naar het Kerkhof der Vergeten boeken. Op die mysterieuze plaats mag Daniel een boek uitzoeken, en hij kiest wat later het enig overblijvend exemplaar van Julián Carax ‘De schaduw van de wind’ blijkt. Het verhaal houdt hem in zijn greep, en zijn zoektocht naar de geheimzinnige auteur leidt ons door het harde Barcelona tijdens het Franco-regime.

Ruiz Zafóns stijl is zeer zintuiglijk; door zijn ervaring als scenarioschrijver zijn de scènes zeer gedetailleerd en tastbaar, maar vooral ook levendig. Voor de beschrijvingen van Barcelona heeft hij zich gebaseerd op zijn eigen ervaringen, maar ook op de overleveringen en de verhalen die hij oppikte in de buurten waar hij zijn inspiratie opdeed. Hoewel De Schaduw van de Wind een boek van omvang is, leest het, zoals dat heet, als een trein. Het is op geen moment saai of verwaand, en elk blad laat je verlangen naar meer. Sterk aangeraden!

Carlos Ruiz Zafón: De Schaduw van de Wind. Verkrijgbaar bij de boekhandelaar van uw voorkeur.

(Deze entry is ook terug te vinden op gent.blogt.)

Rinaldo

Twee sopranen, een mezzosopraan en twee contratenoren: er vielen hoge noten tijdens de opvoering van Rinaldo. De mannelijke hoofdrol werd vertolkt door een vrouw, en de twee mannelijke bijrollen klónken als vrouwen; enkel de ‘vijandelijke’ Saraceen werd voorzien van een diepe basstem. Voeg daaraan toe de verschillende dieren die op de scène werden gebracht, zowel levend als opgevuld: een hond, een ezel, een stapel vinken, en een gigantisch kuiken dat Rinaldo’s bruid, Almerida, wegkaapt. Jawel, Rinaldo is –op zijn zachtst gezegd– een spektakelopera.

een scene uit Rinaldo

Denk vooral niet dat dit spektakel louter ontsproten is aan het MTV-brein van hedendaagse dramaturg. Reeds in 1711 bij een bespreking van de première van de opera in London, schreef Joseph Addison in Spectator:

the opera houses production of Rinaldo is filled with thunder and lightning, illuminations and fire-works; which the audience may look upon without catching cold, and indeed without much danger of being burnt; for there are several engines filled with water, and ready to play at a minute’s warning

Rinaldo was Händels eerste opera voor London, in een tijd waarin de opera als een volledig gezongen muzikaal stuk nog als vernieuwend gold in Groot-Brittannië. Händel werkte daarvoor samen met Aaron Hill, die het schema uittekende voor de opera aan de hand van Torquato Tasso’s La Gerusalemme liberata, een episch gedicht over de Eerste Kruistocht. Het schema werd nadien uitgewerkt door librettist Giacomo Rossi. Het verhaal is niet echt diepgaand, maar wel bijzonder grappig en spektakulair. Ook muzikaal is de score opmerkelijk, met de castratenrollen, de gevarieerde muziek voor houtblazers, en de uitputtende improvistaties op klavecimbel aan het einde van de tweede scène.

een scene uit Rinaldo

Goffredo (Godfried van Bouillon), diens broer Eustazio, zijn dochter Almirena, en de ridder Rinaldo, vinden we allemaal terug bij de belegering van Jeruzalem, dat bezet wordt door de Saraceense koning Argante en Armida, tovenares en koningin van Damascus. Rinaldo wordt de hand van Almirena beloofd als ze erin slagen Jeruzalem in te nemen, maar Almirena wordt ontvoerd door Armida. Dan volgt een magisch avontuur om Almirena terug te vinden, gespijsd met enkele amusante intriges. Argante wordt verliefd op Almirena, Armida wordt verliefd op Rinaldo, en ondertussen proberen Goffredo en Eustazio alsnog de overwinning te behalen op de Saracenen. Armida tracht Rinaldo te verleiden door de vorm van diens geliefde aan te nemen. Rinaldo trapt echter niet in de val, maar ondertussen ontdekt Almira wel Argantes ‘verraad’ wanneer deze laatste Almira –in Almerida’s gedaante– probeert te verleiden. Als wraak verandert ze hem in een hond (schitterend in scène gebracht).

All’s well that ends well, want op het einde bevechten christenen en saracenen elkaar, waarbij –vanzelfsprekend– de kruisvaarders overwinnen, en de saracenen zich bekeren. Het finale gevecht bevat een aantal weinig subtiele verwijzingen naar de hedendaagse conflicten tussen west en oost (SCUD raketten, zelfmoordcommando), maar net zoals bij Händel is dat conflict niet de boodschap van de opera.

een scene uit Rinaldo

De opbouw blijft gedurende de ganse opvoering evenwel opmerkelijk, met verschrikkelijk veel wissels, waarbij op creatieve manier wordt omgegaan met de mogelijkheden van het podium.

De zang was van hoog niveau. Ik was vooral onder de indruk van Nicola Marchesini’s Goffredo, en Inga Kalna’s Armida, maar ook de andere rollen, en de muzikale ondersteuning van het orkest, werden met het nodige inlevingsvermogen en technische kennis ingevuld. Kortom, een geslaagde uitvoering.

Een Engelse vertaling van de oorspronkelijke tekst van Torquato Tasso, La Gerusalemme liberata (1575) vind je terug bij Project Gutenberg (Jerusalem Delivered). Het libretto van Aaron Hill & Giacomo Rossi, Rinaldo vind je (in het Italiaans) bij Public-Domain Opera Libretti.

Zie verder ook de besprekingen van Rinaldo door Anthony Hicks en Suzanne Aspden bij The Academy of Ancient Music.

Rinaldo, een Dramma Per Musica van Georg Friedrich Händel, gezien en gehoord in de Vlaamse Opera op 6 mei. Hoewel de voorstelling nog wordt vertoond op 10 mei en 13 mei, zijn er enkel nog (een beperkt aantal) kaarten beschikbaar voor vanavond (nadien zijn er ook nog voorstellingen in Antwerpen). Meer inlichtingen via het bespreekbureau in de Schouwburgstraat, 070 22 02 02, info@vlaamseopera.be (foto’s: Annemie Augustijns)

(Deze entry is ook terug te vinden op gent.blogt.)

tube

Richard Box creëerde Field, een installatie van 1.301 TL-lampen in een veld in Bath (was te bezichtigen van 15 feb tot 6 maart), gevoed door de electrische velden gegenereerd door de overhangende electriciteitskabels.

In The Guardian: How does this field of lights work?

Richard Box, artist-in-residence at Bristol University’s physics department, got the idea for the installation after a chance conversation with a friend. “He was telling me he used to play with a fluorescent tube under the pylons by his house,” says Box. “He said it lit up like a light sabre.”

Box decided to see if he could fill a field with tubes lit by powerlines. After a few weeks hunting for a site, he found a field, slipped the local farmer £200 and planted 3,600 square metre with tubes collected from hospitals.

een veld vol buizen

Ook grappig (Pylon Ambient Energy Lights Fluorescent Bulbs):

As you walk up to the tubes, which are buried in the ground by about 6 inches, the tubes go out. When you move away they light up again. This is because your body is a better conductor of the electromagnetic radiation than the air is, so your body shorts out this potential to the ground.

Gevonden via Mo(nu)ments

boullée

Een post over Étienne-Louis Boullée kan ik toch zomaar niet laten links liggen.

Boullée was het onderwerp van mijn eerste Greenaway film, The Belly of an Architect, die voor mij de wereld van Peter Greenaway, Wim Mertens, Michael Nyman, Les Disques du Crépuscule en het minimalisme ontsloten.

newton mausoleum

Vergaap u even aan de afbeeldingen bij Giornale Nuovo, en als u meer over Boullée wilt weten, kijk dan ook eens naar de (korte) entry bij Wikipedia. Heerlijk.

seizoen 05-06: de bijloke

Traditie is een mooie zaak, en zo kan u ook deze keer weer van een divers aanbod proeven in De Bijloke: Musica Antiqua, Contemporain, East of Eden, Kwartetten, Symfonisch 1, 2, en 3. Met ook daarin dan weer de usual suspects: Paul Dombrecht (Il Fondamento), Jos van Immerseel (Anima Eterna), Philippe Herreweghe (Collegium Vocale Gent), Filip Rathé (Spectra Ensemble), het Symfonieorkest Vlaanderen, en het Vlaams Radio Orkest. De spelers zijn min of meer bekend, de inhoud bouwt verder op de voorgaande jaargang, kortom: variaties op een thema (dat zijn degelijkheid reeds heeft bewezen).

Wat ik u mag aanraden hangt –net wegens die diversiteit– sterk af van uw eigen voorkeur, dus ik licht er even mijn favorieten uit.

Uit Musica Antiqua haal ik snel even Van Immerseel en Anima Eterna met twee symfoniën (29, 40) en een pianoconcerto (21) van Mozart (20 jan 2006), en de Bachcantates 46, 101 & 102 door Philippe Herrewege en het Collegium Vocale Gent (23 feb 2006). Twee tips dus, en een wildcard: onder de ronkende titel La cantada Española en América brengt het ensemble Al Ayre Español op 27 april (2006) Zuid-Amerikaanse barokcantates ‘a la mañera española‘. Transcripties uit de archieven in Guatemala en Mexico door de dirigent Eduardo López Banzo.

Maar we krijgen ook twee keer Kagel: op 17 november, onder de toepasselijke naam November Music krijgen we vijf werken, waaronder een première (Auftakt) gespeeld door het Prometheus Ensemble en het Cello Octet Conjunto Iberico (cfr hun ‘recente’ Glass interpretatie). Voor wie zulks belangrijk vindt: het concert wordt bijgewoond door Kagel. En voor de tweede keer Kagel, brengt het Spectra Ensemble op 19 mei (2006) Die Stücke der Windrose (recent uitgebracht op het Winter & Winter label), en daarnaast ook werk van Peter Vermeersch en Dick Van der Harst (beide compositieopdrachten van De Bijloke). Het seizoen kan al niet meer stuk.

Ik ga even snel over Voix Gras en East of Eden –met als wildcard de Missa Caput van Ockeghem door Graindelavoix (17 feb 2006)– om terecht te komen bij het abonnement Recital. Eerste tip: op 11 februari (2006) brengt Thomas Zehetmair de vioolsonates van Ysaÿe en Paganini: ik ken alvast een paar mensen die daar heel tevreden mee zullen zijn. En als tweede tip: celliste Marie Hallynck brengt Bach (de vijfde cellosuite) en Reger op 14 oktober (2005). Hallynck vinden we ook terug bij Kwartetten, waar ze samen met het Prazák Quartet Hayden, Schönberg en Schubert brengt op 26 april (2006).

Ten slotte: de abonnementen ‘Symfonisch‘. Fin de Sciècle met het VRO: omschreven als een hommage aan de Belgische Jugendstil of Art Niveau kijgen we werk van Schönberg en de Maeterlinck Lieder van von Zemlinski (op 25 feb 2006); en het celloconcerto van Elgar door Wispelwey en het Symfonieorkest Vlaanderen (18 feb 2006).

Een heleboel, en dan heb ik er nog maar enkel de meest in het oog springende zaken uitgehaald. Je kan de brochure bestellen bij De Bijloke of ze afhalen te plaatse. De brochure is gratis. Veel genot.

vertraging

Minstens vijftien minuten lang bleef de trein in Brussel Zuid stilstaan. Van de eerste vijf heb ik niks gemerkt, omdat ik volledig in mijn boek was opgegaan. De volgende tien kón ik niet negeren, want rondom mij brak opstandig geroezemoes uit.

Zelf heb ik normaal gezien niet zo’n last van vertragingen, ttz natuurlijk erger ik me er blauw aan, maar zenuwachtig maken helpt niet, hebben drie jaar pendelen met de wagen tussen Gent en de Oostkant van Brussel me geleerd. Zeker al niet in een trein, want (1) maak je daar alleen uw medemens nerveuzer mee en (2) daar kan je sowieso nog minder doen dan met de eigen wagen.

Een verklaring kregen we rond twee voor acht, toen we uit het gewauwel –in twee landstalen– met moeite konden opmaken dat (1) de trein om 8 uur de reis zou verderzetten en (2) er iets over het traktiestel werd gezegd. Verschrikkelijk flauw, zo zou later blijken. Bovendien hebben we er toen nóg vijftien minuten langer over gedaan (dan normaal voorzien) om Brussel Noord te bereiken. Waardoor ik dik dertig minuten later dan anders op het werk present was.

De echte verklaring? Die vond ik in mij RSS feed: Staking NMBS-conducteurs verstoort treinverkeer

De NMBS-conducteurs van de depots Brussel-Zuid, Bergen, Charleroi en La Louvière hebben vannacht spontaan het werk neergelegd uit protest tegen de toenemende agressie waarmee ze worden geconfronteerd. De stakingsactie zou om 8 uur vanmorgen aflopen, maar nu al zijn er grote vertragingen op belangrijke verbindingen vanuit Wallonië met de hoofdstad.

Lijkt mij niet meteen de manier om op te roepen tot het (anders wel gerechtvaardigde) medeleven van de reizigers.