zoef

Ik weet niet goed meer hoe vandaag ineen zat. Het was koud, het was warm, het was bewolkt, er was zon, er was ontbijt, een late lunch, strips, een film, fruit, en ik zou eigenlijk liefst gewoon in mijn bed vallen.

’t Is raar: de mensen in de plaatsen waar we vaak terugkeren, beginnen ons zo stilletjesaan te kennen. De serveerster in de Café Press, de beenhouwer in Pike Place Market, de bakkersvrouw in North Hill Bakery, de verkoper in Sonic Boom Records; de juffrouw in Capitol Hill 60 Minutes (fotolab): ze slaan allemaal een praatje en vragen net iets meer gemeend hoe het met ons gaat en geven ook een ander dan een standaard antwoord als wij hún vragen hoe het met hen gaat. Hoewel die leemtes zullen worden opgevuld door de buurtwinkels thuis, zal ik dat toch missen.

Woensdag komt The Incredible Hulk uit in België. Ik heb hem vandaag gezien, mijn bespreking komt er woensdag aan bij Het Project (en hier), maar ik kan alvast vertellen dat hij niet echt fameus de moeite is –ondanks de nochtans behoorlijke acteerprestatie van Edward Norton, die mij sinds The Illusionist beter weet te bekoren. Meer later.

We hebben voor Henri eindelijk deel II van de Star Wars comic book versie gevonden, en euh… ik heb meteen voor mijzelf ook nog wat meegebracht (Spider-man!). Het boekenprobleem begint steeds groter te worden, en ik heb mijzelf voorgenomen om nog hooguit nog éénmaal naar Borders te gaan, en dan nog enkel omdat ik een bon van 30% korting heb. En om tegelijkertijd toch maar een extra valies bij te kopen. *zucht*

Maar dan ga ik nu toch in mijn bed vallen. Zodra de zon uit gaat.

te veel keuze

…is ook niet goed.

Ik heb altijd al problemen gehad om een goede ‘koptelefoon‘ te kopen. Ge kunt die dingen niet proberen, en toch kosten ze soms meer dan pakweg een mp3 speler. Vandaag diende ik in de Apple Store aan de University Village te zijn. Ik had geen goesting, het was veel te schoon weer en ik wou veel liever op ons terras liggen bakken –nu er eindelijk zon is. Maar Henri wou wel, en bovendien had Tessa gevraagd om voor haar een USB Flash Drive te halen.

Bus op, bus af, verdwalen tussen 45th & 15th en de U Village, ergens tussen alle fraternities in. Man, man, man, daar moet geld zitten; die fraternities zijn gehuisvest in kasten van huizen die stukken van mensen moeten kosten. (Toen we een hele tijd later terug huiswaarts gingen –en opnieuw verdwaalden– passeerden we door een al even schitterende campus.)

In de Apple Store hadden ze enkel een 1GB en een 2GB drive –tegen een redelijke prijs, maar toch, dat is een beetje weinig. Maar ze hadden er ook massa’s van die draagbare luidsprekers. De Bose In-Ear Headphones: 99 USD; V-Moda Vibe Duo: 99 USD; Ultimate Ears super.fi 4 VI: 150 USD; Etymotic hf2: 179 USD; Bang & Olufsen EarSet 3: 199 USD. En dan wist ik niet wat te kopen. Die ‘goedkope’? Dat is ‘minder erg’ als die slecht zijn, maar toch 99 USD in de vuilbak. Of die dure? De kans is dan groter dat ze goed zijn, redeneert men, maar dat is toch wel veel geld om die zonder proberen te kopen.

Dus hebben we dan maar in de Radio Shack een beetje verder een sandisk 4GB drive gekocht (25 USD), en een setje van vier nieuwe ‘moesjes’ voor mijn oude oordingetjes (4 USD). Meteen een pak minder geld kwijt ook.

The Happening

Het gaat niet zo goed met M. Night Shyamalan, denken wij. Zijn laatste film —Lady in the Water— was een redelijk inhoudsloze verschrikking, en sinds deze eeuw heeft de man het gevoel dat hij niet echt meer welkom is in Hollywood. We hebben het nochtans over dezelfde persoon die in 1999 een pareltje heeft afgeleverd met The Sixth Sense, en een jaar later aan het begin van de comics superhero revival stond met Unbreakable –meteen ook de film die wat hem betrof hét breekpunt (vergeef me de woordspeling) betekende met de grote productiehuizen van Hollywood.

Daarna deed Signs het nog wel goed in de zalen, maar The Village –hoewel voorzien van een uitstekend scenario– bleef zo goed als onopgemerkt, en Lady in the Water werd –terecht– grotendeels door de kritiek vergruisd. We zijn echter opnieuw twee jaar verder, en de eigenzinnige regisseur laat deze keer The Happening op ons los.

The Happening The Happening

Een bioscoop is in de V.S. nog veel meer een commerciële belevenis dan in pakweg Kinepolis. Ik ging zaterdagvoormiddag –het weer was slecht, de wederhelft ging shoppen– en het eerste wat ik te horen kreeg was “that movie’s on the third floor, sir, where the concessions are at your service.” De concessions bleken een gigantische toog in beslag te nemen waar men niet alleen –zoals bij ons– snoepgoed, chips en popcorn verkocht, maar tevens hotdogs, burgers en pizza. Ik beperkte mij tot een medium cola light (wat achteraf ongeveer 1 liter bleek), tot verbazing van de man achter de kassa die heelder lijsten menu’s voor mij afdramde. “Ik wil echt geen popcorn of pizza, dank u,” probeerde ik hem te overtuigen, “u mag gerust stoppen.” Maar hij kon gewoon niet: “I’m sorry, Sir, but I have to recite all this or I could lose my job.” Juist, ja.

De zaal was niet overdreven groot en zat niet eens halfvol, maar het geurde er nog erger dan in een McDonalds. De hele vertoning ging gebukt onder gesmek, geslurp en geboer, maar iedereen had wel zijn gsm op stil ingesteld. De ganse setting was zo absurd dat het grappig was. En dat was meteen ook de teneur voor de film zelf.

The Happening The Happening

The Happening is een pure cultfilm. Hij kan meteen in Verheyens cultnight, we hoeven er geen tien-vijftien jaar op te wachten. De acteerprestaties zijn houterig, of nog vaker een typevoorbeeld van overacting. Ook het thema van de film lijkt zo uit de jaren zestig of zeventig weggelopen. Denk ook: Mars Attacks!, maar dan anders. In dit absurde genre van overdrevenheid is deze film een uitzonderlijk pareltje, dat echter maar door heel weinigen zo zal worden gesmaakt.

The HappeningDe film begint redelijk bloedstollend (geen nood, ik verklap niets): twee vriendinnen praten bij in Central Park, als het plots lijkt alsof de tijd stil staat. We zien één van beide vriendinnen een scherpe pin uit het haar verwijderen, en net als we denken dat ze haar vriendin om het leven zal brengen, doorboort ze haar eigen halsslagader. Al gauw blijkt dat er een golf van zelfmoorden door de stad gaat, en de regering denkt meteen aan een terroristische aanslag. Paniek breekt uit, en iedereen tracht de stad te verlaten.

Hoofdpersonages zijn Elliot Moore, een leraar wetenschappen gespeeld door Mark Wahlberg, en diens wereldvreemde vrouw, Alma Moore gespeeld door Zooey Deschanel, die samen aan de aanslag –men veronderstelt één of ander zenuwgas– trachten te ontsnappen. Ze komen van de ene bizarre situatie in de andere terecht, in een poging te achterhalen wat er aan de hand is.

Dit is wel degelijk een film waarnaar u beter voorbereid gaat kijken. The Happening is ontegensprekelijk een genrefilm, en u zal (heel erg) bedrogen uitkomen als u verwacht naar een huiveringwekkende thriller te gaan kijken. Deze film bevat alle elementen van cult, inclusief overacting en hilarisch overdreven dramatiek en spanning. Maar wie van dat genre houdt, krijgt zeker waar voor zijn geld.

The Happening, van M. Night Shyamalan, gezien Regal Meridian 16, Seattle. Te bekijken in Kinepolis Gent (Decascoop, Ter Platen)

geocentrisme (*)

Hebt u dat ook? Toen wij destijds (9 jaar geleden) zwanger waren, kwamen wij op elke hoek van de straat bezwangerde medemensen tegen. Het leek wel alsof de wereld samen met ons zwanger was. Nadien is er vanzelfsprekend niemand ooit meer zwanger geworden, behalve dan de mensen die wij op één of andere manier persoonlijk kenden.

Nu is het weer van dat: de ganse wereld heeft zich geconcentreerd in Seattle –terwijl ik een drietal maand geleden had kunnen zweren dat het Gent was. Overal kom ik referenties naar Seattle tegen.

Neem een willekeurig artikel uit The New Yorker/Runner’s World/NYTimes: gaat over Seattle; de schrijvers die ik momenteel lees hebben allemaal wel iets met Seattle te maken (Chuck Palahniuk, Jack Kerouac); de fotografen die ik ‘ken’ van op het internet: dito; en ik kan u verzekeren, die lijst stopt niet. En het is niet alsof ik ernaar op zoek ga of zo.

It’s uncanny, zouden ze hier zeggen.

(*) Die titel –voor wie graag uitleg heeft– omdat de mensheid er door Ptolemaeus verkeerdelijk van uit ging dat de aarde het centrum van het universum was.

lichtdrukmaal

Koen Fillet hopte van rolprent naar de stoffige lichtbeelden, en dat bracht mij dan weer bij lichtdrukmaal, en dus (?) Gezelles Moederken:

’t En is van u hiernederwaard,
geschilderd of geschreven,
mij, moederken, geen beeltenis,
geen beeld van u gebleven.

Geen teekening, geen lichtdrukmaal,
geen beitelwerk van steene,
’t en zij dat beeld in mij,
dat gij gelaten hebt, alleene.

o Moge ik, u onweerdig, nooit
die beeltenis bederven,
maar eerzaam laat ze leven in
mij, eerzaam in mij sterven.

(Een lichtdrukmaal is een foto.)

Op de basisschool van het Sint-Barbaracollege tijdens het zesde leerjaar ons aangeleerd door Meester Briessche (ik schrijf vermoedelijk zijn naam fout –alvast mijn excuses), samen met die andere klassieker Der Lindenbaum van Wilhelm Müller, op muziek gezet door Franz Schubert in zijn Winterreise cyclus. Wij dienden dat in het Duits te leren én moesten het ook kunnen zingen (niet zo goed als Dietrich Fischer-Dieskau, maar kom).

Och, en kijk, nu we er toch zijn, kan ik meteen ook meneer Vermassen uit het middelbaar bedanken, die me de fantastische uitvoering van Goethes Der Erlkönig –alweer benoot door Schubert en gezongen door diezelfde Fischer-Dieskau– heeft leren kennen. Kippenvel! (Van een ganse batterij slachtkippen die plots beseffen wat hen te wachten staat.)

Mijn meest favoriete lied/gedicht ooit –zeker als het wordt gebracht door Fischer-Dieskau.

Wer reitet so spät durch Nacht und Wind?
Es ist der Vater mit seinem Kind;
Er hat den Knaben wohl in dem Arm,
Er faßt ihn sicher, er hält ihn warm.

Mein Sohn, was birgst du so bang dein Gesicht? –
Siehst Vater, du den Erlkönig nicht?
Den Erlenkönig mit Kron und Schweif? –
Mein Sohn, es ist ein Nebelstreif. –

“Du liebes Kind, komm, geh mit mir!
Gar schöne Spiele spiel ich mit dir;
Manch bunte Blumen sind an dem Strand,
Meine Mutter hat manch gülden Gewand.”

Mein Vater, mein Vater, und hörest du nicht,
Was Erlenkönig mir leise verspricht? –
Sei ruhig, bleibe ruhig, mein Kind!
In dürren Blättern säuselt der Wind. –

“Willst, feiner Knabe, du mit mir gehn?
Meine Töchter sollen dich warten schon;
Meine Töchter führen den nächtlichen Reihn
Und wiegen und tanzen und singen dich ein.”

Mein Vater, mein Vater, und siehst du nicht dort
Erlkönigs Töchter am düstern Ort? –
Mein Sohn, mein Sohn, ich seh es genau:
Es scheinen die alten Weiden so grau. –

“Ich liebe dich, mich reizt deine schöne Gestalt ;
Und bist du nicht willig, so brauch ich Gewalt.”
Mein Vater, mein Vater, jetzt faßt er mich an!
Erlkönig hat mir ein Leids getan! –

Dem Vater grauset’s, er reitet geschwind,
Er hält in den Armen das ächzende Kind,
Erreicht den Hof mit Mühe und Not;
In seinen Armen das Kind war tot.

Tot tranen toe beroerend!

woensdag, aquariumdag

Eindelijk! Op anderhalve week van de eindmeet, zijn we tot in het Seattle Aquarium geraakt. Niet goedkoop (25 USD voor ons beiden), niet te groot, niet te spectaculair, maar niettemin plezant.

Woensdag is een rustdag voor deze loper, en na even traag wakker worden in bed begonnen we onze reis bij Stumptown voor een Americano (OK, maar niet zo goed als bij Café Presse, er vlak naast), een hot chocolate (mét whipped cream), een cinnamon doughnut, en een stuk pompoencake (heel lekker!). Dat hebben we verorberd langs Madison Street richting downtown, waar we op 5th net op tijd waren om de door Rem Koolhaas ontworpen Seattle Public Library te zien opengaan. Dus zijn we nog even mee naar binnen geglipt, en ik heb er nog wat (zonlichtloze) foto’s gemaakt.

Nog een beetje verder naar beneden zijn we op 1st een uitnodigende boekenwinkel binnengestapt (Arundel), waar een norse meneer mij met waar genoegen wist te vertellen dat nee, ze niks van Ira Levin hebben. (Ira Levin is de auteur van Rosemary’s Baby en The Stepford Wives, en ik ben op zoek naar de hardcover versie van elk.) Zo’n onvriendelijkheid waren we al een tijdje niet meer gewoon. (Gisteren zijn we bij Peter Miller binnengestapt, zoals aangeraden, en die was heel vriendelijk, maar hij verkoopt enkel designboeken, en dan nog voornamelijk architectuur.)

Nog een beetje verder beneden kwamen we bij Sound Sports, een loopwinkel! En gezien ik op zoek was naar betere schoenen, en Henri geen bezwaar opperde, zijn we meteen binnengestapt. Een uiterst vriendelijke verkoper heeft mij wel tien paar schoenen laten passen, mij met elk paar laten lopen, gekeken hoe ik liep, aandachtig geluisterd naar mijn feedback, en daardoor steeds beter aanvoelende schoenen laten passen. Ik heb mijn Nike Vomero 2 opnieuw gepast; de nieuwe Vomero 3; de Asics Nimbus 9 en de nieuwe 10 en de Gel-Kayano 14 (die bij ons stukken van mensen kosten). Uiteindelijk ben ik met de Nike Triax 11 naar buiten gestapt, zeer redelijk geprijsde schoenen, die gewoon fantastisch aanvoelen.

Uiteindelijk kwamen we dan toch nog op Alaskan Way, en langs de kaaien zijn we naar het Seattle Aquarium gewandeld. Het aquarium is niet zo groot, er zijn weinig spectaculaire vissoorten te zien, maar het is eerder opvoedkundig geconcipieerd. Het begint met een aquariummuur, waar duikers elkaar bijna continu aflossen, en een team van medewerkers de vele kinderen die ervoor gegroepeerd zitten, een algemeen inzicht proberen te geven in het marine leven.

Een beetje verder komen we in een interactief gedeelte, waar de bezoekers zeesterren en anemonen kunnen aanraken; waar kwallen in een ring ronddwalen; een (echte) octopus tegen de ruit plakt; af en toe demonstraties worden gegeven. Veel koraal, een paar nemo’s (cfr. de iPhone foto’s hieronder), en een soort viswormpjes die regelmatig hun kop uit het zand kwamen steken. Grappig.

we're in Seattle, baby! we're in Seattle, baby!

In het tweede gedeelte kwamen we zeevogels tegen (zoals de schattige Tufted Puffins); otters; zeehonden; en een zalmladder, een soort terrasjes waar de zalmen tegenstroom kunnen opspringen. En toen was er de shop, en dan stonden we weer buiten. Het was niet meteen het Aquarium of the Americas (New Orleans, waar ik in 1999 met Henri in de draagzak rondwandelde terwijl Tessa op congres zat), maar we hebben toch serieus pret gehad.

Esbjörn Svensson gestorven

Het zal wel al in de Europese kranten hebben gestaan, maar ik heb het pas nu in de NYTimes gezien: Esbjorn Svensson, Leader of E.S.T. Jazz Trio, Dies at 44

Vorig jaar viel hij nog te bewonderen op het Blue Note Records Festival (nu: Gent Jazz Festival), en nu zaterdag werd hij verwacht op het New Yorkse JVC Jazz Festival. Dit weekend is de frontman van het Esbjörn Svensson Trio (E.S.T.) gestorven toen hij met vrienden aan het duiken was in Stockholm.

e.s.t. (v)