Eindelijk! Op anderhalve week van de eindmeet, zijn we tot in het Seattle Aquarium geraakt. Niet goedkoop (25 USD voor ons beiden), niet te groot, niet te spectaculair, maar niettemin plezant.
Woensdag is een rustdag voor deze loper, en na even traag wakker worden in bed begonnen we onze reis bij Stumptown voor een Americano (OK, maar niet zo goed als bij Café Presse, er vlak naast), een hot chocolate (mét whipped cream), een cinnamon doughnut, en een stuk pompoencake (heel lekker!). Dat hebben we verorberd langs Madison Street richting downtown, waar we op 5th net op tijd waren om de door Rem Koolhaas ontworpen Seattle Public Library te zien opengaan. Dus zijn we nog even mee naar binnen geglipt, en ik heb er nog wat (zonlichtloze) foto’s gemaakt.
Nog een beetje verder naar beneden zijn we op 1st een uitnodigende boekenwinkel binnengestapt (Arundel), waar een norse meneer mij met waar genoegen wist te vertellen dat nee, ze niks van Ira Levin hebben. (Ira Levin is de auteur van Rosemary’s Baby en The Stepford Wives, en ik ben op zoek naar de hardcover versie van elk.) Zo’n onvriendelijkheid waren we al een tijdje niet meer gewoon. (Gisteren zijn we bij Peter Miller binnengestapt, zoals aangeraden, en die was heel vriendelijk, maar hij verkoopt enkel designboeken, en dan nog voornamelijk architectuur.)
Nog een beetje verder beneden kwamen we bij Sound Sports, een loopwinkel! En gezien ik op zoek was naar betere schoenen, en Henri geen bezwaar opperde, zijn we meteen binnengestapt. Een uiterst vriendelijke verkoper heeft mij wel tien paar schoenen laten passen, mij met elk paar laten lopen, gekeken hoe ik liep, aandachtig geluisterd naar mijn feedback, en daardoor steeds beter aanvoelende schoenen laten passen. Ik heb mijn Nike Vomero 2 opnieuw gepast; de nieuwe Vomero 3; de Asics Nimbus 9 en de nieuwe 10 en de Gel-Kayano 14 (die bij ons stukken van mensen kosten). Uiteindelijk ben ik met de Nike Triax 11 naar buiten gestapt, zeer redelijk geprijsde schoenen, die gewoon fantastisch aanvoelen.
Uiteindelijk kwamen we dan toch nog op Alaskan Way, en langs de kaaien zijn we naar het Seattle Aquarium gewandeld. Het aquarium is niet zo groot, er zijn weinig spectaculaire vissoorten te zien, maar het is eerder opvoedkundig geconcipieerd. Het begint met een aquariummuur, waar duikers elkaar bijna continu aflossen, en een team van medewerkers de vele kinderen die ervoor gegroepeerd zitten, een algemeen inzicht proberen te geven in het marine leven.
Een beetje verder komen we in een interactief gedeelte, waar de bezoekers zeesterren en anemonen kunnen aanraken; waar kwallen in een ring ronddwalen; een (echte) octopus tegen de ruit plakt; af en toe demonstraties worden gegeven. Veel koraal, een paar nemo’s (cfr. de iPhone foto’s hieronder), en een soort viswormpjes die regelmatig hun kop uit het zand kwamen steken. Grappig.
In het tweede gedeelte kwamen we zeevogels tegen (zoals de schattige Tufted Puffins); otters; zeehonden; en een zalmladder, een soort terrasjes waar de zalmen tegenstroom kunnen opspringen. En toen was er de shop, en dan stonden we weer buiten. Het was niet meteen het Aquarium of the Americas (New Orleans, waar ik in 1999 met Henri in de draagzak rondwandelde terwijl Tessa op congres zat), maar we hebben toch serieus pret gehad.
Enkele kilometers noordelijker dan Seattle – the Vancouver Aquarium. Ik was er 12 jaar geleden en was toen heel erg onder de indruk. “Danger Bay” (“Avonturenbaai”) werd in en rond dit aquarium opgenomen en was een van mn favoriets jeugdseries … dus dat zal ook wel meegespeeld hebben.