Gezien de pijn van de aftes ’s avonds (en ’s ochtends als ik wakker word) het ergst is, kan ik reeds een tijdje geen verhaaltje meer voorlezen aan Henri. Eventjes ging ik dan ook niet meer bij hem op zijn kamer om slaapwel te wensen. Eergisteren had hij er echter zelf iets op gevonden.
“Weet je wat papa, ik zal jou een verhaaltje vertellen.”
Eergisteren heeft hij een verhaaltje verzonnen. Weliswaar voortbouwend op een verhaaltje dat ik voor hem verzonnen had, over een jongetje dat voortdurend “sorry” zegt. Had het zo geen pijn gedaan, ik was in bulderlachen uitgebarsten. En zoals ik het verhaaltje duidelijk op hem had afgestemd, had hij –de boodschap duidelijk goed begrepen– ook in zijn verhaal echt gebeurde zaken verwerkt.
Gisteren wou hij niet zomaar een verhaaltje vertellen, maar voorlezen. Vier jaar, tellen kan hij al een tijdje, en hij kan al zijn eigen naam schrijven, maar lezen, hmm, nee, toch niet. Maar ik moest en zou het Jip en Janneke boekje nemen. Op de bladzijde over “scheren” (het laatste verhaaltje dat ik hem had voorgelezen).
Hij kende het bijna volledig uit zijn hoofd. Zo goed, dat, indien ik niet beter had geweten, hij mij bijna had kunnen overtuigen dat hij wél kon lezen. Hij zat er ook zo bij, met zijn vingertje de regels aflopend, en op het prentje toonde hij wat er juist gebeurde in het verhaal. (“Kijk, dat is het scheermasjien. En dat is het scheerschuim. En hier gaat Janneke hem van de stoel trekken.”)
Benieuwd wat hij vanavond gaat brengen.