logica

“Ik heb het wel gezien hoor, Henri”
-Maar papa, dat kan niet, want je staat met uw rug naar mij.

“Héwel, ik heb ogen op mijn gat, dat weet ge toch.”
-Jamaar papa, je hebt toch een onderbroek en een broek aan, en daar kan je toch niet door zien?!

En wat kan je nu tegen zo’n logica inbrengen?