Vanmiddag dus bij bric en brac. In het naar huis komen van de autostrade, had ik in een flits de menu op het krijtbord aan de voordeur gezien. Rogge.
Nu is rogge niet meteen mijn favoriete vis. Niet gemakkelijk om klaar te maken, wel gemakkelijk om halfrauw of keihard op tafel te brengen. Meestal krijg je het op je bord als net iets te rauwe loddervis.
Toen men kwam vragen of het OK was voor de lunch, was ik nog steeds aan het twijfelen. Maar uiteindelijk heb ik besloten de kans toch maar te wagen; het is niet alsof ik al teleurgesteld ben geweest in de B&B (met zulk een initialen natuurlijk).
We lieten een flesje witte huiswijn aanrukken, en dat bleek een goede keuze. Een lichte, beetje fruitige wijn, die onmiddellijk een stukje zomer terugbracht. En dat paste al helemaal bij het voorgerecht: een slaatje van gerookte zalm met grijze garnalen (op witloofsnippers en vergezeld van citrusfruit). Licht en lekker.
En dan kwam de roggevleugel. Aan weerszijden gebakken, met savooikool en (kookvaste) aardappeltjes, en bestrooid met spek. En daarbij een heerlijk sausje met kappertjes. O-ver-heer-lijk. De beste roggevleugel ooit. Het deed denken aan een Brusselse stoemp, maar veel verfijnder: echte winterkost, zonder ‘zware kost’ te zijn. Om mes en vork bij af te likken. Bravo Fred!
(En dat voor 13 EUR –koffie inbegrepen). Ik kan niet wachten tot de volgende keer.