“Ge ziet mij niet graag,” klinkt het met een zucht.
“Hoezo ik zie u niet graag? Ge zijt het licht in mijn ogen, de ruis in mijn hart, de lucht in mijn longen.”
Een diepe zucht weerklinkt. “Maar ge zégt dat nooit.”
“Ik zeg het nu toch?”
“Maar ik wil dat ge dat uit uzelf zegt, en niet omdat ik het u vraag.”
Bovenstaand scenario werd vroeger met gretigheid gecatalogeerd onder mannelijk onbegrip, maar ondertussen zijn de actanten onderling uitwisselbaar geworden. Mja, ik neem het misschien wat te serieus op, dat onderwerp, maar de boutades kloppen gewoon niet (meer). En dan kan ik er mij ook niet genoeg in inleven om er iets interessants over te schrijven.
Lees meer wijvenblogs tijdens de wijvenweek.