Er was een feestje gisteren, en het was redelijk vroeg, vanochtend. Het is overigens reeds verbazingwekkend koud, zo ’s nachts, als de zon niet schijnt en zelfs de net-niet-volle maan zich ergens achter een pak wolken wegsteekt en de stappen op de straatstenen klinken vol en luid.
Er was een feestje gisteren, en het was redelijk vroeg, vanochtend. Alles was al gesloten maar we zijn toch nog ergens in één of ander nieuwsoortig yuppie druppeldrankding binnengeraakt, waar de drank van de avond pastis was (en cola light) en waar de rook mijn ogen heeft uitgedroogd, maar dat nam ik er graag bij in ruil voor het gezelschap waarin we ons mochten bevinden want dat was goed, dat gezelschap, maar dan toch gingen die ogen plots maar met moeite nog open. We zijn geen 33 meer, zoals sommige jongeren.
Er was een feestje gisteren, en het was redelijk vroeg, vanochtend. We hebben de fuifzaal gesloten, en we gingen alleen maar weg omdat de meneer er zo droevig uitzag omdat we na de vijfde keer dat hij kwam zeggen dat ze nu echt wel gingen sluiten nog niet opstonden en dat de tranen groot biggelend over zijn wangen bolden omdat hij zeven bloedjes van kinderen had die hij in geen vijf dagen meer had gezien omdat hij al de ganse week het fuifkot openhield. En dat was geeneens waar.
Er was een feestje gisteren, en het was redelijk vroeg, vanochtend. En er was redelijk veel volk, maar niet te veel zodat het manageable bleef en je iedereen kon zien die je wou, en dat heb ik ook gedaan, alleen heb ik er niet mee gesproken, want dat durf ik niet, maar ik heb jullie wel allemaal gezien en in het vervolg doet ge gerust maar een klapke met mij want ik bijt niet al zal ik soms wel niet weten wat gezegd maar als gij dan net zo zijt dan valt het even stil, maar dat geeft niet want ge zijt dan net zoals ik en wij weten dan dat die stiltes er zijn omdat we gewoon op dat moment niet het juiste aansluitingspunt vinden dat we anders zevenhonderd keer in gedachten als die andere er niet bij is wel vinden en ook als die persoon net weg is plots weer opnieuw, maar ik spreek wel graag met u en al nochtans en het was al zeker helemaal wijs om u daar te zien en ge komt allemaal toch terug op het volgende feest, en dat zal dan ergens in februari zijn. Hou die maand dus al maar vrij, want de exacte dag weten we nog niet.
Er was een feestje gisteren, en het was redelijk vroeg, vanochtend. En dat begon met aperitief en eten en daarna taart. Maar wij kwamen iets later dan voorzien.
Er was een feestje gisteren, en het was redelijk vroeg, vanochtend. Ik ga nog een beetje slapen.
Ik had graag een klapke gedaan met u, heel graag, over muziek, css 2.0 en de opvoeding der kinderen, weet u, maar mevrouw was een beetje onwel, de ochtendtaak lag al in ’t verschiet, en de muziek stond zo luid dat ik schrik had dat mijn kleurrijke bijzinnen en spitsvondige voegwoorden zouden zoekgeraakt zijn tussen de beats en riffs… Een mens moet toch op zijn minst wat coherent overkomen IRL. Een van dat bijten… i dunno… fear the dragon…
De volgende keer (die wel zal komen, vermoed ik), als wij niet languit gesneuveld in de zetel liggen met allerlei snotterige toestanden, zal ik met u een klapke doen. Ik ken u nu wel van de foto’s. En dan zullen we stiltes laten vallen, want al schrijvend kan ik het beter zeggen dan al zeggend.
Dat is zo typisch aan die feestjes (gelijk die bloggermeetings) . Je “kent” iemand vanop tinternet en denkt: “Als ik die ooit eens irl zie dan ga ik vanalles kunnen vragen en vertellen.” Eenmaal irl ben je krek vergeten wat je ging vragen en vertellen en sta je daar met een mond vol tanden. Ja, zelfs ik.
vrijdag was de eerste avond zonder avondwerk. Ik ben dan ook gecrasht in de zetel en niet op het feestje geraakt. Ben ook geen 33 meer. Volgende keer beter en dan zet ik mijn sociaalste pet op.