woordbeeld

Het lijkt wel alsof ze het erom hebben gedaan. Onlangs verscheen in het taalblog van DS een artikel over de invloed van het opgeslagen woordbeeld op de spelling. Kemel, zo heet de post, en het werd geschreven naar aanleiding van een dt-fout in de krant. Het stond in koeien van letters in de krant: “van de 400 euro voor een eenmansshow houdt ik 210 euro over”.

Er werd beweerd dat vooral het woordbeeld (de woordvorm) dat (die) het meest frequent wordt gebruikt, zich opdringt: Zelden zult u lezen “de prijs wordt door de verkoper bepaalt”; veel couranter is de fout in “de verkoper bepaald de prijs”. En inderdaad, vandaag, in het artikel Baas over eigen scherm, vinden we dit terug:

Leemans wijst ook nog op ander voordeel. “De doorsnee kijker heeft weinig geduld om week na week een serie te volgen. Maar toch is het opvallend dat het kijken naar dvd’s het normale kijkgedrag niet verstoord.”

Iedereen, de schrijver van het artikel en de hoofdredacteur van DS incluis, zal best weten dat het ‘verstoort’ had moeten zijn. Mogelijks stond er eerst “Maar toch is het opvallend dat door het kijken naar dvd’s het normale kijkgedrag niet wordt verstoord.” en is men vergeten het voltooid deelwoord naar een persoonsvorm te wijzigen. Maar ik ben het volmondig met Ludo Permentier eens, wanneer hij schrijft:

Kortom: een dt-fout is, zeker voor een professional zoals een journalist, geen teken van een gebrekkige taalkennis, en nog minder een kwestie van domheid. Wel een gevolg van verstrooidheid. Doorgaans is de ‘dader’ dan ook de eerste die de fout opmerkt. In de gedrukte krant, als het te laat is.

(Meer over dat verdomde woordbeeld leest u ook in Waarom nog zwaar tillen aan t of d… bij Taalschrift. Al ben ik het niet eens met hun conclusie dat de dt-regel achterhaald zou zijn.)