voor en na (2)

Zelden heb ik zoveel off-line commentaar gekregen als over mijn voor en na entry. Gaande van “amai, daar moet nogal wat tijd inkruipen” tot “ge zijt zot om dat te tonen en zo uw geheimen weg te geven” had ik blijkbaar plots een of andere verborgen foto-doos opengetrokken.

Hoe langer ik er mee bezig ben, hoe duidelijker het ook voor mij wordt: in goede digitale fotografie kruipt (momenteel) minstens zoveel werk en tijd als in goede analoge fotografie. Wat digitale fotografie voor heeft op analoge, is dat het allemaal sneller kán dan analoog, wanneer het gaat om resultaten die enkel op het scherm moeten worden getoond.

Kleurenfilm moet nog altijd naar het fotolab, en los van het feit dat men daar uw foto’s in minder dan een uur kan ontwikkelen en afprinten, moeten ze daarna nog gedigitaliseerd worden, en moet u eerst al tot bij uw fotolab geraken. Met digitaal –voor scherm– kan u een foto in een kwestie van minuten op flickr posten.

Geheel anders wordt het, wanneer u die foto’s ook wilt afdrukken. Slechts zelden wordt de kwaliteit van (gewone) analoge afdrukken gehaald wanneer u een foto rechtstreeks vanuit de camera naar uw (foto)printer stuurt. Al moet worden vermeld dat de software daarvoor steeds beter wordt. U valt echter geheel door de mand wanneer u die foto’s zoekt te vergroten.

Om snelheidsredenen hebben we voor de afdrukken hierboven enkel JPEG (.jpg) gebruikt. JPEG is een lossy formaat, wat wil zeggen dat er, bij het comprimeren van het bestand, een deel beeldinformatie verloren gaat. Sterk vereenvoudigd, comprimeert JPEG door het beeld te verdelen in blokjes van gelijkaardige kleuren (stérk vereenvoudigd: voor een veel betere uitleg leest u er de informatie op wikipedia maar eens op na). Wanneer u het beeld nu gaat vergroten, zullen die blokjes steeds duidelijker worden, en het beeld steeds minder scherp.

Om het JPEG beeld te maken, berust u op de software die in uw camera zit ingebouwd. De camera maakt daarvoor gebruik van een aantal instellingen, die kunnen verschillen naar mate het door u gekozen programma (de verschillende modes: portret, zee, landschap, etc). De keuzes die worden gemaakt hebben o.a. te maken met witbalans, contrast en saturatie. Het nadeel van die JPEG methode is, dat eenmaal de keuze is gemaakt en het beeld werd weggeschreven, er slechts weinig aan de foto kan worden veranderd, zonder verder kwaliteitsverlies.

Enter RAW. RAW is zowat het tegenovergestelde van JPEG. In plaats van het beeld te gaan bewerken, alvorens het naar de geheugenkaart weg te schrijven, wordt bij RAW alle informatie vanop de sensor onverwerkt weggeschreven. Het onmiddellijke nadeel bij RAW is dan ook de bestandsgrootte. Het voordeel van RAW is dat je een soort digitaal negatief verkrijgt, waarmee je nog alle kanten uitkunt. Weinig of niets werd door de camera ingesteld, wat betekent dat je alle instellingen vanop je computer nog kunt aanpassen. Moet aanpassen, eigenlijk.

In een RAW beeld werden zaken zoals contrast en saturatie nog niet ingesteld. De RAW converter, de software waarmee u uw bestanden naar (pakweg) JPEG converteert, kan een aantal parameters suggereren voor de verschillende settings, maar de uiteindelijke keuze ligt niet langer bij de software in de camera, maar bij de fotograaf. Vandaar dat het verder onbewerkt geconverteerde RAW beeld, zoals bij mijn voor en na entry, behoorlijk laag scoort op die vlakken.

Meerdere factoren spelen een rol natuurlijk: er is niet alleen de software in de camera, maar er zijn ook de karakteristieken van de sensor, de paramaters tijdens het nemen van de foto (zoals de belichting), en vooral ook de gebruikte lens. Onderschat toch maar niet het belang van de lens.

Ziezo, een beetje technisch, en sterk veralgemeend, maar hier hebt u een deel van de verklaring. Keukengeheimen werden niet weggeven, die heb ik trouwens niet. Toch niet echt. Iedereen heeft zijn manier voor het verwerken van beelden, die zo de foto’s uw eigen signatuur meegeven. Maar dat is voor digitaal niet anders dan voor analoog.

8 gedachtes over “voor en na (2)”

  1. zeer interessant.
    ik ga volledig akkoord over het deeltje: analoog en digitaal.

    ik ben 2 jaar geleden digitaal er gaan bijdoen door toeval en noodzaak, maar voor mij mist het de ziel van fotograferen.
    snelle resultaten dat wel, maar om de een of andere reden is er steeds die check op het schermpje.

    ik ben er nog niet uit. naar kwaliteit: vorig jaar voor mijn eindwerk koos ik een beeld dat digitaal opgenomen was. jongens had ik spijt dat die niet analoog opgenomen was. die laatste had kunnen worden vergroot tot elk formaat. mijn foto echter had een maximum van 40/50. pijnlijk…
    je kan er op aan dat ik nu voor dergelijke projecten altijd een manuele camera bijheb. never again the same mistake…

  2. Niet confronterend bedoeld, maar de foto waarvan kwestie leek me eigenlijk gewoon onderbelicht. Zat er nog tekening in Henk zijn trui?

  3. idd daar komt het er in “eenvoudige” bewoordingen op neer…

    ik trek op hoogste jpeg-resolutie, ik had geen raw-formaat op mijn camera tot ik de filmware-update van nikon 5400 coolpix downloadde, maar ik heb dat nog niet uitgetest.
    mijn pa werkt ook op raw, en bewerkt iederee foto vanzelfsprekend ook om een mooi resultaat te krijgen met zijn D70.
    maar uw origineel ziet er wel heel flets uit moet ik zeggen lol

  4. Zie eerst: http://blog.zog.org/2005/10/de_trukendoos.html

    Ik zou bij Michel willen reageren (maar dat gaat niet langer meer vanop mijn werk, shhht!) Dus doe ik het hier.

    Michel schreef: “RAW files zijn het negatief, Photoshop is de donkere kamer.”
    Als je het zo bekijkt dan slik ik mijn woorden (gedeeltelijk) terug in.
    Anderzijds: schiet alles in RAW – het maakt maakt bijna niets meer uit. Saturatie en contrast, witbalans, eventuele cadrage en/of bijstellen van de horizon kan dan toch allemaal achteraf. Dan stel ik me de vraag of het allemaal wel echt is wat er op de foto staat.
    Ik herinner me fotoshoots waar ik (nadat die gedaan waren) met de fotograaf urenlang over de ‘contactsheets’ gebogen zaten. We waren er langer mee bezig dan de ‘shoot’ zelf. Iedere keer opnieuw had je hetzelfde resultaat: met een ‘goede’ fotograaf konden we 20 % van het materiaal (min of meer) gebruiken. Met een ‘minder’ goede fotograaf, euh – véél minder: dan mocht je al blij zijn als er hooguit 10 % foto’s bruikbaar waren.
    Nu zijn de op eerste zicht ‘mislukte’ foto’s zo te manipuleren dat niemand meer kan beoordelen of de fotograaf zijn vak wel kent.
    Ja, ik weet ook wel: vroeger kon je in de ‘doka’ door middel van je ontwikkeltijden je contrastomvang van de film aanpassen en bij de het afdrukken had je verschillende gradaties papier, zodat je daarmee je contrast van de afdruk kon “manipuleren”. Als het dan nog niet lukte dan ging je doordrukken en/of tegenhouden.
    Maar waar blijft nu het vakmanschap?
    Laten we stellen dat het zich verlegd heeft naar de PS-‘doka.’
    Ik blijf toch met het gevoel dat het een beetje ‘valsspelen’ is.

  5. Maar een goede RAW-conversie Huug vraagt ook enig vakmanschap. De meeste RAW-programma’s bevatten dusdanig veel mogelijkheden dat iemand die het programma goed onder de knie heeft uiteindelijk een grotere kans heeft om met een schitterende JPEG te eindigen, dan iemand die maar wat foefelt.

    Uiteindelijk blijft de basis dat je goede RAW’tjes moet schieten van bij aanvang. Wie goed cadreert, let op de belichting, goed scherpstelt … heeft een goede RAW om te starten. Als je al driekwart moet wegcroppen dan mag je al bij voorbaat vergeten dat je je foto ooit op posterformaat zal kunnen afdrukken.

  6. Valsspelen, het hangt er allemaal vanaf.
    Wat is de finaliteit van de foto ? Is het een reclame- of pr-foto, zoals Michel’s foto van het gebouw van Coleurop, waar hij de verkeersborden heeft verwijderd ? Dan is de foto het middel om een boodschap over te dragen, en is de mate van bewerking, van ‘valsspelen’ irrelevant.
    Of is het een modefoto ? Dan is het doel het zo goed mogelijk overbrengen van de modecollectie, het creëren van de sfeer. Dan is ‘valsspelen’ al wat minder toegestaan, het zijn de kleren die de boodschap moeten dragen, de foto mag dat enkel ondersteunen.
    Of is het een nieuwsfoto ? Dan moet de foto de feiten zo correct mogelijk weergeven, maar tegelijkertijd een zo volledig mogelijk beeld van de feiten weergeven. Dan zit je met een ethische, journalistieke discussie over retoucheren. Maar zelfs dan is het ‘valsspelen’ in bepaalde omstandigheden nog toegestaan, bijvoorbeeld als een dominant detail, dat niets met de nieuwsfeiten te maken heeft en er geen invloed op heeft, de aandacht van die feiten afleidt.
    En dan is er nog de Kunst. Daar lijkt alles mij toegestaan. Zolang het duidelijk is dat het Kunst of kunst is. De foto is dan het middel van de kunstenaar om zich uit te drukken, zoals de verf van een schilder. Maakt de kunstenaar een statement door bepaalde details te wijzigen ? Geen enkel probleem. Door heelder foto’s te wijzigen ?
    Geen probleem, de collagetechniek is een aanvaarde kunstvorm.

    Vandaar mijn vraag :
    Wat is Kunst, en hoe past de fotografie daarin.

  7. @Luc V. Helemaal mee eens. Het al of niet ‘geoorloofd’ zijn van nabewerking, hangt helemaal af van wat je met je foto’s wilt gaan doen. Aan ‘wat is kunst’ ga ik niet meer beginnen op dit uur 😉

Reacties zijn gesloten.