retour à Liège / analoog

Awel? Terug naar film? En digitaal dan? vroeg Opa Pettson naar aanleiding van mijn wish list.

Beide systemen zijn complementair. Voor de concertfotografie was ik meer dan tevreden dat ik over een digitaal systeem beschikte. Ik moet er niet aan denken dat ik nu door 1500+ Middelheimnegatieven moest waden om er een paar scherpe uit te halen, waarbij bovendien de belichting én de kleur nog goedzaten ook. ‘Echte’ fotografen deden het misschien zo, vroeger, maar ik kan de moderne digitale vooruitgang alleen maar toejuichen.

Alles wat bovendien voor digitale publicatie bestemd is, ondervindt alleen maar voordelen van de digitale fotografie. Dat lijkt me ook weer logisch. Geen gefoefel met een scanner, resulterend in een 30 MB groot ‘digitaal’ filmnegatief.

Maar ik ben nog steeds niet tevreden over digitale prints. En laten we het gemakkelijkheidshalve bij zwart/wit prints houden, zodat we gans het kleurenmanagement verhaal even links kunnen laten liggen.

Mijn 10×15 prints van mijn digitale foto’s wegen zelfs niet op tegen de (digitale?) proef(af)drukken die ik van mijn fotolab terugkrijg. Tenminste als ik met een C-41 z/w film (zoals de Kodak T400CN) heb gewerkt die ik zelf niet kan ontwikkelen, en waarvoor ik dus het fotolab moest inschakelen.

En dan heb ik het nog niet over vergrotingen.

Als je prints wil lijkt het (voorlopig) simpel: analoog (de meningen verschillen). En medium format (Hasselblad, Rollei, Mamiya, etc) is beter dan 35 mm, om de simpele reden dat het negatief groter is. 6×6 is beter dan 6×4,5; 6×7 is beter dan 6×6. En een view camera is nog beter, maar helemaal niet meer praktisch om overal mee naar toe te sleuren (al zijn er best mensen die het wel doen).

Interessante tips in dat verband vind je ook hier:

Kortom, als ik over een betere analoge workflow zou beschikken, zou ik ook veel meer analoog werken. Maar de instant gratification van digitaal blijft zo verschrikkelijk aantrekkelijk. En bruikbaar als je voornamelijk op het web publiceert.