Hoe het gaat met het aquarium?
Ergens in augustus hadden we twee discusvissen aan het aquarium toegevoegd. Het eerste exemplaar waren we met ons drietjes in de winkel gaan halen. Het voelde zich onmiddellijk thuis: hij zat de ganse dag vooraan te zwemmen, en de andere vissen lieten hem met rust. Maar niet zo lang daarna had ik ergens opgevangen dat de discusjes toch ook liever gezelschap hebben (van een soortgenootje), dus daarom heb ik die tweede in huis gehaald. Zonder er iemand anders van op de hoogte te brengen. Laat ik ze eens verrassen.
Maar na een week hadden noch Tessa, noch Henri –die toch regelmatig de vissen eten geeft– de nieuwkomer opgemerkt. Na twee weken nog steeds niet, ook niet na drie, na een maand, en dan, ergens in oktober heb ik hen de verstekeling getoond. Het tweede discusje verschool zich steeds achter de waterpomp, waardoor je het enkel achteraan, of, als je heel erg goed keek, langszij kon zien.
Ondertussen is eerst de eerste discus gestorven, en enige tijd later, ook de tweede. En die tweede heb ik pas heel laat –veel te laat– ontdekt. Zo laat, dat er achter de waterpomp enkel nog wat graten overbleven. Shame on me.
De rest van de populatie doe het heel goed: de tetra’s en de glasmeervallen. Behalve dan dat er twee van de zes glasmeervallen ‘verdwenen’ zijn.