[Opent de voordeur om het huis te verlaten, en ziet zijn buurman die net met ontbijtkoeken terug thuiskomt.]
– Ha, buurman. Goed dat ik u tref, ik heb nog iets voor u.
[Stapt terug de gang in, en neemt een baksteen uit een stapel van drie.]
– Deze baksteen, nu ja, ik heb er zo drie, en ik weet niet of ge ze wel wilt…
[De buurman kijkt met lede ogen door hem heen.]
– …deze baksteen dus, komt van uw schoorsteen daar vanboven…
[Wijst ostentatief naar het dak. De buurman negeert de conversatie volkomen, en stapt van zijn wagen naar zijn voordeur.]
– Enfin, ik dacht dat ge misschien wel wilt weten dat uw schoorsteen in slechte staat verkeert en eigenlijk op instuiken staat en…
[De buurman stapt zijn woning binnen en slaat de voordeur dicht.]
Zo ongeveer had ik mij de conversatie een tijdje geleden al voorgesteld, behalve dan dat de buurman in mijn verbeelding iets interactiever was, en dat ik hem nog verder had kunnen uitleggen dat de mensen die de gaten in onze dakgoot hadden gedicht (een euvel, waarover hij reeds zijn ongenoegen had laten blijken, en waarvan er gelijk minstens één gat door een schoorsteenvallende baksteen was veroorzaakt), dat die mensen dus hadden gezien, niet alleen dat zijn schoorsteen bijna instort, maar ook dat er op zijn plat dak al een heleboel baksteenbrokken liggen. En dat het misschien aangewezen was om maatregelen te treffen voor zijn schoorstenen (want het zijn er eigenlijk twee) daadwerkelijk geheel afbrokkelen –en mogelijks een stuk (van onze) muur meetrekken en/of zich met ware doodsverachting door zijn plat dak storten. Of naar de straat vallen en mogelijks op het hoofd van een nietsvermoedende passant terecht komen.
Bij deze dus –u volgt mijn blog toch nog, buurman?
ik vind dat straf hoe mensen zelf zo nonchalant kunnen zijn en dan bij het eerste het beste hun beklag doen alsof de wereld vergaat.
OK, bedankt voor de waarschuwing. Ik maak dus in het vervolg een weide bocht om je huis 🙂
bindt er één met een touwtje aan zijn auto vanachter…
Hij zal dan wel willen klappen