Een van de belangrijkste onderdelen van een cello is de strijkstok. Reserveer zo ongeveer een derde van de aankoopprijs van uw cello voor de strijkstok, zo wordt mij ingefluisterd. In concreto: de gemiddelde studentencello van 3.000 euro wordt bespeeld met een strijkstok van 1.000 euro (niet dat zulks een verplichting is vanzelfsprekend). Ik slik nog steeds eens flink bij het zien van die bedragen, en speel lustig door op mijn –iets minder dan fantastische, maar ruimschoots volstaande– gehuurde cello. Al was er een kleine onderbreking, vorige week.
“Wel, er zat zo één haartje los,” legde ik uit aan de telefoon, “en toen ik daar aankwam, loste er nog eentje, en nog eentje, en dan plots kwam al de rest los, gelijk een gordijntje.”
Dat was vorige donderdag, en toen ik de strijkstok allengs kwam tonen in de V.E.M., was het rustige verdict dat ik hem gewoon moest laten herharen. Vrijdagochtend leverde ik hem af bij Luc Deneys in de Sint-Jacobsnieuwstraat. “Woensdag moogt ge erom komen”, gaf ook die luchtig mee, en toen hij de wanhoop op mijn gezicht zag, kreeg ik prompt een vervangstok in handen gedrukt.
Maar ziet, ik heb hem al terug, sinds vanochtend, en ik heb hem al wat ingespeeld ook.
Dat duet vorige week, is trouwens vlotter verlopen dan verwacht. Ik was ‘lichtjes’ gespannen, maar mijn klank werd goed bevonden, en ik kreeg weer een heleboel tips mee. Meer ontspannen, ik weet het.