analoog

Ach kijk, ik ben geen fan van herman De Conincks dichtkunsten, al ben ik dat ooit misschien wél geweest. Het lijkt evenwel al te gemakkelijk om zijn poëzie naar mijn puberteit (late tens early twenties) te verbannen. Misschien te vroeg gelezen, en niet meer willen herlezen? Want ik heb nog gedweept met HDC, u mag het best weten.

Later heb ik dan ook zijn essays gelezen, de standaard Over Marieke van de bakker op kop. En als hekkensluiter heb ik dan zijn verzameld werk gekocht, al was dat meer onder een impuls op iets te beëindigen dan om te herbeginnen.

Vandaag in DSLetteren stonden enkele brieven in voorpublicatie. Ik had bijna –achteloos– de middenpagina dichtgevouwen, toen mijn oog viel op deze brief (txt bestand), die hij destijds naar Jean-Luc Dehaene had gestuurd. Verbazend, hoe een tiental jaar nadien eenzelfde situatie zich nog steeds voordoet.

Uit de inleiding, die ik dan maar, samen met alle andere brieven op die dubbele pagina, ook heb gelezen, leer ik dat volgende week zijn briefwisseling bij De Arbeiderspers wordt gepubliceerd. Een selectie van achthonderd bladzijden brieven, kattebelletjes en faxen weliswaar, want hij schreef zo’n 500 brieven per jaar. (Een beetje een analoog weblog.) En ik denk dat ik me die collectie maar ga aanschaffen. Ik ben altijd al een sucker geweest voor brievenromans. Een interesse die waarschijnlijk is gestart met Choderlos de Laclos (Les Liaisons dangereuses), tijdens die puberjaren…