ironie

Nog geen tien minuten (10!) nadat ik gisteren de citruspost op dit blog had gepubliceerd, ben ik de inhoud van mijn maag aan de wc-pot verloren. De rest van de dag heb ik in bed doorgebracht, alle licht en geluid geweerd, en getracht te slapen. Migraine.

Uiteindelijk toch een paar keer wakker geworden, en ’s avonds kon ik al opnieuw (een beetje) voedsel verdragen (“hoe meer gij eet, hoe zieker ge zijt“, vindt Tessa). De nausea is ondertussen verdwenen, de bonkende hoofdpijn nog niet, maar ik heb straks een belangrijke lunch. En dan misschien nog wel een halve scoop die natuurlijk eerst op Het Project zal te lezen zijn. (Als het zover is, stuur ik u wel de goede richting uit.)

De coherentie in mijn gedachten is duidelijk ook nog niet alles, dus ik denk dat ik het voorlopig hierbij ga laten. Tenzij er nog vragen zijn?

sumatriptan

Toen ik vanochtend wakker werd, zag ik de bui al hangen. Niet letterlijk natuurlijk, want buiten hing er een heerlijke mistbank, en toen ik een uurtje later met Henri langs de Blaarmeersen passerden werden we –gratis ende voor niets– getrakteerd op schitterende taferelen. Hopelijk krijgen we morgen iets vergelijkbaars voorgeschoteld, en dan trek ik erop uit met mijn fototoestel en tripod.

Maar goed, die bui. In eerste instantie voelde het nog aan als een verkoudheid: een beetje een waterig gevoel, met een zeurderige hoofdpijn. Dat loop ik er wel uit, dacht ik toen nog, want het zou niet de eerste keer zijn dat de frisse ochtendlucht mijn hoofd weer helder maakte. Lopen bleek evenwel geen goed idee, want tegen dat we –Henri heeft vrij vandaag– de Blaarmeersen bereikten, kwamen er heelder vloedgolven kotsneigingen opzetten. Twee rondjes zaten er niet in, en dat ene rondje heb ik eerst heel rustig afgelegd, dan toch iets sneller (te snel) om gauw weer thuis te kunnen zijn.

De natuurlijke manier getracht, met een aaangename douche en een verkwikkend ontbijt, maar de malaise nam alleen maar toe. Dus heb ik zopas een Sumatriptan (50mg) genomen, om de opkomende migraine te bezweren. Voorlopig zonder gevolg, de hoofdpijn linksvoor blijft aandringen, en de nausea neemt niet echt af. Ik ga maar eens een dutje doen, terwijl Henri leest.

migraine

’t Was lang geleden, maar ik heb nog eens migraine (ik bespaar u de gedetailleerde uitleg)

Dat betekent evenwel dat al mijn zorgvuldig geplande activiteiten voor de rest van de dag niet kunnen doorgaan. Jammer, want ik had een bijzonder drukke en belangrijke dag voor de boeg, en ware het niet dat ik er bijna een uur over gedaan heb om dit te tikken wegens betraande gen en kotsneigingen, zou ik alles toch afgehandeld hebben. Zo belangrijk was mijn dag. (Jaja, dat is een referentiepunt, want als persoon met hypochondrische neigingen zoek ik mijn bed op zodra ik het begin van een hoofdpijn voel opkomen.) Ik hoop in elk geval dat ik morgen naar de Flemish Jazz Meeting kan, want dat zou een regelrechte ramp zijn, als ik daar niet naar toe kon.

Naast migraine heb ik bovendien ook veel ideeën, en misschien is het ene wel met het andere in verband te brengen. Dat of een teveel aan koffie natuurlijk.

vervloekt

Ziet, dat is één van de redenen waarom ik deze periode van het jaar[*] vervloek: de ziektes. Tijdens deze grauwe periode valt een mens ten prooi aan alle mogelijk (hypochondrische) ziektekiemen, gaan de van half-depressiviteit en kregeligheid tot verkoudheden, griep en zelfs longontstekingen.

De verkoudheid ben ik net doorgekomen, maar nu zit ik al de ganse ochtend met een penchant tot migraine opgescheept. Ik had gisterenavond al nattigheid gevoeld, en vanochtend wist ik dat het prijs was. Kotsmisselijk en koppijn en nekpijn en een trillend ooglid [**].

Pijnstillers zijn uw vriend. Als ze zouden werken tenminste.

[*] Niet dat ik iets tegen seizoenen heb overigens, maar tijdens de winter verwacht ik sneeuw. De aanzet van de herfst is een mooie tijd –vooral de nazomer dan– maar de echte herfst is grauw en zwartgallig. En de winter zou mooi moeten zijn, niet guur maar wit.

[**] Betreffende dat ooglid, daar zit ik nu al twee maanden mee geplaagd. Het is ook niet echt af-en-aan, maar bijna constant bibbert het bovenste lid van mijn linkeroog. Zolang mijn madam maar niet denkt dat ik gedurig naar andere vrouwen knipoog.