exit fnac

Het is genoeg geweest. De spreekwoordelijke druppel.

Minder dan een maand geleden koop ik in de Fnac een monopod, met het oog op de Festivalzomer, waarvan ondertussen reeds Parkjazz (Kortrijk) en het Blue Note Records Festival achter de rug zijn. Achter de rug is veel gezegd, want die uitdrukking gebruikt men veelal voor iets waarvan men tevreden is dat het voorbij is, want in deze gevallen geheel niet opgaat.

De monopod, een Manfrotto 676B, waarvan ik in eerste instantie geheel tevreden was omdat hij gemakkelijk te openen en op een bepaalde positie vast te klemmen was, laat het na een paar dagen BNRF reeds afweten. Het middenste van de drie segmenten blijkt niet meer uit te schuiven. Slechts onder extreme dwang geeft het ding zijn extensie nog prijs, wat, gezien de omstandigheden waarin hij wordt aangewend, de bruikbaarheid tot quasi nul herleid.

Geen probleem, zo dacht ik, na Het Festival loop ik gewoon eens binnen in de Fnac, alwaar men mij in de kortste keren zal kunnen helpen. Bij de fotografie, waar ik vanochtend mijn defuncte hulpstuk aanbied, verwijst men mij door naar de hersteldienst. Men maakt er weinig spel van: “ik zal u een nieuwe monopod ter vervanging meegeven, meneer” zo beweert de behulpzame man mij.

De man trekt vervolgens naar de dienst fotografie, vanwaar hij onverwijld terugkeert met het middelste deel van de poot ook uitgetrokken, waarop hij mij twee kleine deukjes aanwijst. “En dit, meneer? Wat is dit dan wel?”, vraagt hij mij. “Sorry, maar dit dekt onze garantie niet.”

Hij wou de monopod wel nog naar Manfrotto opsturen, om te zien of er nog iets te herstellen valt, maar voor de vervoerskosten zou ik waarschijnlijk zelf moeten opdraaien. Vervoerskosten op een item dat 38,25 EUR heeft gekost, kunnen makkelijk oplopen tot 20 EUR, zo wist hij me nog te vertellen. “Als ik u was, dan kocht ik gewoon een nieuwe.”

Wel beste mensen van de Fnac, ik zal inderdaad een nieuwe kopen. Maar in uw zaak zet ik geen voet meer binnen. In 2006 heb ik reeds meer dan 140 items bij u aangeschaft; laten we heel conservatief à ratio van 15 EUR per stuk, maakt dat een budget van 2.100 EUR. Voeg daarbij de Xbox 360, de monopod, een geheugenkaart en wat andere parafernalia die niet in mijn catalogus zijn opgenomen, en we zitten makkelijk aan een totaal van 3.000 EUR voor de eerste zeven maanden van het jaar. Een uitgave die overigens redelijk representatief is voor de laatste 5-10 jaar, en dat had kunnen blijven voor de komende jaren. Blijkbaar volstaat dat niet om op service en fair play te kunnen rekenen.

Ziet u, die monopod heb ik wel degelijk gebruikt. Gedurende tien dagen, in de frontstage op het Blue Note Records Festival. En als het ding die tien dagen niet overleeft, dan schort er iets aan. Tenzij u enkel zaken verkoopt om braafjes in de kast te bewaren.

Door een gelijkaardig debacle had u mij reeds verloren aan Limerick voor boeken en De Poort voor strips. Enkel uw monopolie op klassiek en jazz maakte het voor mij min of meer noodzakelijk uw vestigingen nog te frequenteren. Ik vind mijn gading vanaf heden wel in Media Markt of op Amazon; bij de locale fotohandelaren in de buurt en op het internet. Ik heb in geen 15 of 20 jaar beroep gedaan op een garantie. Ik had er meer van verwacht.

noodzakelijk! noodzakelijk?

(Naar analogie met All That Jazz! vs All That Jazz?)

Absolute noodzaak:

  • Epson Stylus Photo R2400 (ok, ok, eigenlijk de Epson Stylus Pro 4800, maar ik zie me nog zo gauw geen A2 formaat printen). Het wordt tijd dat ik iets met mijn foto’s doe, zoals afrdukken. En vergroten. En inkaderen. Want als ik het zelf niet kan doen, maar naar de fotowinkel moet stappen, zal het er niet van komen. Deze printer is een noodzaak, en een logische (volgende) stap in mijn fotografische exploten.
  • Een iMac 20inch, met minstens 1GB RAM, en een ‘zware’ grafische kaart. En met Aperture. Tuurlijk zou ik liever de MacBook Pro hebben. Maar die kost twee keer zoveel, en ik ga niet genoeg gebruik maken van de draagbaarheid om dat prijsverschil te verantwoorden. (Tracht ik mijzelf wanhopig wijs te maken.) In elk geval, een nieuwe computer –Mac of PC– is een noodzaak; ik prijs mijzelf gelukkig dat de PC de geest niet heeft gegeven.

Noodzaak, maar kan ik nog geduld voor opbrengen (lees: zal ik nog geduld voor moeten opbrengen):

  • Een nieuw fototoestel. De D70 gaat het niet lang meer uithouden. De spiegel hapert al eens; er is een aarzeling bij het scherpstellen; ik heb te weinig (en te grote) AF-punten. Een D2X zou leuk zijn, maar een D200 evenzeer, of het nieuwe toestel dat Nikon binnen 14 dagen introduceert (D80?) misschien?
  • Een groothoek lens, bij voorkeur de AF 14 f/2.8, al heb ik verschrikkelijk goede dingen gelezen over de AF 28 f/1.4D. Maar ja, op een digitaal wordt dat het equivalent van resp. 28 en 45mm, en vooral die laatste is bezwaarlijk nog breed te noemen.

Geen noodzaak, maar erm… erm…:

Te vervangen:

  • De monopod: een van de drie delen houdt halsstarrig het been stijf, en laat zich niet meer uittrekken. De fnac-garantie even aanspreken.
  • Een oplader voor de batterij van de D70. Zoekgeraakt in het strijdgewoel. Een tamelijk essentieel iets, dacht ik zo.

BNRF (vii): eddy wally

De vraag is ondertussen geworden wat er als eerste gaat begeven: de D70 (de spiegel durft al eens te haperen) of mijn computer. En dan heb ik het over de PC, want op mijn prehistorische mac moet ik er niet aan denken beeldbewerking te verrichten. Komen bij op het verlangenlijstje (voor de volgende editie –meer van deze blahblah volgende week):

  • een macbook (pro versie helaas, want ik heb de screen estate nodig voor beeldbewerking op locatie –een ferme hap uit het budget)
  • een groothoek, de AF 14 f/2.8 bijvoorbeeld.

De monopod heeft het ondertussen al laten afweten: slechts twee van de drie gedeeltes zijn nog uit te schuiven. Nog geen maand oud; ik zal maandag eens in de fnac moeten langsgaan (hopelijk heb ik mijn betalingsbewijs hier nog ergens liggen).

Skeemz is eigenlijk totaal mijn ding niet. Ik heb mezelf een tijd lang wijsgemaakt van wel –al had dat vermoedelijk meer met twee van de groepleden te maken dan met de eigenlijke muziek. Want een goede groep is het wel degelijk. “Je croyais que c’étaient des noirs,” vertelde een Fransman mij, die me vroeg waar hij hier ergens ‘des gauffres‘ kon kopen. Vermoedelijk had hij ergens tussen Liège en Brussel een verkeerde afrit genomen.

Lien en Isolde op eenzelfde podium, daar kan geen man aan weerstaan. Voeg daarbij funk en groove, en dan neem ik er het beetje rap nog wel met plezier bij. Een dun maar niettemin enthousiast publiek. Met reden!

Het optreden van Us3 alleen al verantwoordt de aanschaf van de groothoek. Die mannen blijven niet staan. Geen seconde. Op welgeteld vier seconden heeft een van de rappers een fles water van de grond opgepakt, voor de helft geleegd, en terug neergezet. Ik heb de sequentie en de exif info om het te bewijzen. Niet één scherpe foto zit daartussen. Veel te snel voor een telelens.

Niet meteen mijn muziek, al associeerde ik het te snel met rap volgens juffrouwen i. en Elize, en kon ik de opzwepende muziek best op prijs stellen. Nadeel was wel het volume; oordopjes in, want mijn maag begon het erg lastig te krijgen van die bassen. Tof om mee te maken, iets erover –voor mijn smaak– om te kopen. Maar het publiek was er wild van.

Sergio Mendes was slapstick. Vond ik Tania Maria al een beetje te commercieel en teveel een best of, dan was het bij Mendes al helemaal om zeep. Hij valt niet beter te omschrijven als een Braziliaanse Eddy Wally –met mijn excuses aan die laatste. Slechtste optreden tot nog toe, en een sisser voor een anders uitstekende reeks op deze festivaldag.

BNRF (vi): kieken zonder kop

Het begon al bij de kortgeknipte Sioen, waar ik telkenmale opnieuw de fronstage bekroop in de schampere poging de frontman te betrappen op het beroeren van het orgel dat de groep had meegebracht. Helaas (?) ipv Frederik werd het uiteindelijk Laurens, maar het publiek was er niet minder enthousiast om. Gerateerd dus, al was dat veel minder erg dan de foto-op die ik heb gemist toen Frederik S. tijdens dat stukje plots met Laurens S. in duet ging. Even dacht ik nog, dat doet hij straks opnieuw, dus bleef ik het ganse nummer maar rondhangen, tot hij uiteindelijk opnieuw achter de piano plaatsnam. Jammer, het was een mooi beeld geweest.

Raul Midón is voor mij de ontdekking van Het Festival. Ik ben al best te vinden voor vrouwelijke singer-songwriters, en Midón is een van de weinig mannen die mij met zijn stem meteen heeft ‘gepakt’. Één (blinde) man, en twee gitaren (en een heuptas met daarin o.a. een fles water geborgen), en toch wist Midón het publiek gedurende ruim anderhalf uur te boeien. Dikke pluim.

Dr. John is blues. De man draait al, wat, dik veertig jaar (?) mee, en was voor een aantal bluesfans dan ook dé reden om naar Gent af te zakken. Ik denk niet dat ze op hun honger zijn blijven zitten.

De opkomst wordt bovendien steeds talrijker. Dat leverde een potentieel mooi beeld op, opzij van de tent, ware het niet dat ik geen enkele groothoek bij me had —Jos had me graag zijn 14mm geleend, maar toen ik dat besefte stond ik al lang op een van de containers van het goed weggestoken bouwwerf-gedeelte van de Bijloke site met de Leica en daarop een 50mm. Misschien hang ik nog wel eens op een ander moment de held uit. (Opgelet kiddies: dt was wel mét toelating van de organisatie én op eigen risico. Do not try this at home. Of op Het Festival, alwaar u met recht en reden én sneller dan u erop geraakte, er opnieuw van zal worden afgesleurd.)

Randy Newman was alles wat u ervan kon verwachten. Tot en met het obligate Short People (let’s get it over with, moet hij gedacht hebben toen hij het als derde nummer programmeerde). En amper stonden wij weer buiten van de frontstage of het begon te regenen. Waarna ik als een kip zonder kop, met het fototoestel in een vuilzak gewikkeld, de site begon af te lopen, om toch maar ergens sfeerbeelden te kunnen vastleggen. Halsbrekende toeren uitgehaald, met een publiek dat het toonbeeld was van geduld en vriendelijkheid.

Gisteren heb ik alleen gelukkige mensen gezien overigens. Ook toen het publiek na Newman naar buiten stroomde in de regen, had –zonder uitzondering– elke passant een brede glimlach op het gezicht. En dat is toch wel het mooiste wat je als organisator kan overkomen.