saai!

Niet zo leuk, dit boek. Het is zelfs zo saai dat je het niet helemaal uit zou lezen.

Aan het woord is mijn fluks herstellende zoon, die net –onder zachte dwang van zijn moeder— een kinder-/jeugdboek heeft uitgelezen in het kader van de jeugdboekenweek.

Al even kieskeurig als zijn vader. (Maar hij heeft het tóch uitgelezen.)

boeken 200702

Middelmaat troef, in februari. Goed, van Child ben ik een overtuigd fan, maar meer dan twee sterren is dat eigenlijk niet waard. Het is gedegen erm ‘literatuur’, die ik met veel plezier verslind, en waar ik graag alle clichés bijneem. Verstand op nul, en uitrusten in de trein na een stresserende werkdag (niet lachen, daar vanachter).

Van overgehypete noordelijke literatuur in hetzelfde genre zoals Anne Holt, ben ik dan weer geen fan. Vooral het einde is verschrikkelijk gekunsteld, alsof ze niet alleen de moeite nemen om nog eens uit teleggen waarover het gaat, maar daar meteen achter nog een ander einde –compleet uit de lucht gegrepen– aan toevoegen. Nah. ’t Is maar dat ik het gekocht had, en dat ik het moeilijk alleen maar kan laten bestoffen.

En wat met de driehoek Mortier-Vandenhaute-Reve? Cringe van de bovenste plank, interessant om lezen, maar het lijkt zo vergezocht dat het bijna op een slecht geschreven boek met een onwaarschijnlijk plot gaat lijken. En dat maakt het allemaal nog een beetje schrijnender. Nog meer. Goed om lezen, in een walm van walging, ongeloof en ongemakkelijk voyeurisme.

  1. One Shot / Lee Child / 2005 / **
  2. Zonder Echo / Anne Holt / 2000 / *(*)
  3. Avonden op het Landgoed / Erwin Mortier / 2007 / **

0 te vermijden / * slecht, maar leesbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch (meer uitleg bij de quotering)

(boeken vorige maand)

idolatrie en liefde

Eigenlijk ben ik nooit echt fan geweest van iemand. Mijn kamer hing niet vol met posters (behalve een korte tijd Duran Duran, maar dat had vermoedelijk meer te maken met de tekeningen van Patrick Nagel dan de groep zelf). Nog voor ik het adagium van Greenaway kende (I really, sincerely believe that one should trust the work, and not the author.) was ik al een blind gelover in de essentie ervan. De ontdekkking van de poëzie tijdens de puberteit was een openbaring: Keats, Shelley, Byron, Poe, Kloos, Gorter, Verlaine, Baudelaire, Rimbaud. Het orgasme nabij. Of voorbij.

En eigenaardig is dat nu, dat ik toch namen vernoem terwijl ik eigenlijk de werken zelf wou benadrukken. Maar goed, ik heb het dan ook voornamelijk over de romantische periode. Neem nu Verlaine en Rimbaud. Verlaine was tien jaar jonger dan Rimbaud, maar volledig in diens ban. In die mate dat hij zijn vrouw (Mathilde) achterlaat voor een hevige, twee jaar durende romance met Rimbaud. Tijdens een ruzie, en wanneer Rimbaud dreigt hem te verlaten, beschiet Verlaine zijn geliefde Rimbaud met een pistool. Hij smeekt Rimbaud om genade, in die mate dat hij hem zelfs smeekt hem te doden. Rimbaud ontkomt en geeft Verlaine aan bij de politie. In een daaropvolgend proces wordt Verlaine tot een gevangenisstraf veroordeeld, gedurende welke periode zijn vrouw hem verlaat en Rimbaud naar Africa vlucht. Tijdens zijn straf schrijft Verlaine een hoop prachtige gedichten, opgedragen aan zijn geliefde, waaronder dit, onweerstaanbare, gedicht:

Il pleut doucement sur la ville
(Arthur Rimbaud)

Il pleure dans mon coeur
Comme il pleut sur la ville,
Quelle est cette langueur
Qui pénètre mon coeur?

O bruit doux de la pluie
Par terre et sur les toits!
Pour un coeur qui s’ennuie
O le chant de la pluie!

Il pleure sans raison
Dans ce coeur qui s’écoeure.
Quoi! nulle trahison?
Ce deuil est sans raison.

C’est bien la pire peine
De ne savoir pourquoi,
Sans amour et sans haine,
Mon coeur a tant de peine!

Verlaine, Romances sans paroles, 1874

uitstapje

Kijk, daarnet waren we nog met een paar mannen van Het Project op uitstap in Brussel (’t is gelijk een schoolreis). Dat ‘paar’ mag u bijna letterlijk nemen, want het ging om deze meneer en deze meneer, met wie ik had afgesproken, eerst aan de bollekesfontein, en dan aan de beurs.

Wij gingen er de tentoonstelling van deze fotograaf meneer bekijken in Galerij Excellence, Anspachlaan 94 – 96 (vlak naast de beurs: al ge naar de trappen kijkt, gaat ge naar rechts, een huis of drie verder). Doen!

Vlak daarnaast bevindt zich Brüsel (bandes dessinées – stripverhalen – comics), waar Michel mij binnensleepte, maar al te goed beseffende wat hij mij (en mijn portemonnee) aandeed. De strips waar ik al een hele tijd naar op zoek was –een waarvan ik een tijd geleden verkeerdelijk veronderstelde dat ze oorspronkelijk in het Engels werden geschreven– lagen daar gewoon te grabbel.

Een snelle (koude) hap in de Food Factory later, en ik zat om 14:02 terug achter mijn bureau. Slechts twee minuten te laat, maar ik heb wel anderhalf uur pauze genomen (eens zien welke trein ik een uurtje of zo later kan nemen).

boeken 200701

  1. Harry Potter and the Order of the Phoenix / J.K. Rowling / 2004 / ***
    Wijs! Met veel genoegen gelezen –al heb ik er behoorlijk lang over gedaan. Enkel Grawp is er een beetje met de haren bij gesleurd. Binnenkort lees ik deel zes, al heb ik daar voornamelijk minder goede zaken over gehoord.
  2. Feldman en ik / Abdelkader Benali / 2006 / *
    Hoe entertaining Harry Potter ook was, zo verschrikkelijk saai en kitschkunsterig was Feldman en ik. Het zal allemaal wel een reden hebben, en het is ongetwijfeld Kunst, maar dit boek zet in geen geval aan tot lezen. Hoogdraverij.

0 te vermijden / * slecht, maar leesbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch (meer uitleg bij de quotering)

(boeken vorige maand)

gedichtendag

Lange tijd ben ik fan geweest van Herman De Coninck –ik heb de man zelfs ontmoet. Dat was vóór ik Tom Lanoye leerde kennen, ergens in het vijfde middelbaar, en de teksten van De Coninck eindelijk zo puberaal bleken als ze eigenlijk waren. Al was ik destijds dermate aangetrokken tot poëzie dat ik mijn poëtica heb overgedaan. Lanoye bracht ik mee in de les, toen de leraar Nederlands, in een wanhopige poging modern over te komen, zijn leerlingen had uitgedaagd ook eens met wat hedendaagsere poëzie af te komen. Hedendaagser dan wat er in onze bloemlezing van de Nederlandse poëzie te lezen was, althans. (Ik ben er nu niet uit welk boek het juist was. Ik kijk het vanavond na.)

Dus ik bracht Bagger mee, en In de piste, waaruit ik een drie-vier gedichten mocht voorlezen. “Dat kan natuurlijk maar bezwaarlijk poëzie genoemd worden”, was de repliek van die leraar. “Die Lanoye zou maar beter iets anders doen dan schrijven.” Ach, het is ondertussen een boutade geworden.

Een van mijn favoriete Nederlandstalige dichters is François Haverschmidt, u beter bekend onder zijn pseudoniem Piet Paaltjens. Internet is Paaltjens genegen, want zowat al zijn gedichten –waaronder de Immortellen en de Tijgerlelies— kan u online lezen via de site van Laurens Janszoon Coster. Over Aan Rika ben ik altijd al heel enthousiast geweest.

En een van mijn lievelingsgedichten is zonder twijfel Alone van Edgar Allan Poe.

From childhood’s hour I have not been
As others were–I have not seen
As others saw–I could not bring
My passions from a common spring.
From the same source I have not taken
My sorrow; I could not awaken
My heart to joy at the same tone;
And all I lov’d, I lov’d alone.
Then–in my childhood–in the dawn
Of a most stormy life–was drawn
From ev’ry depth of good and ill
The mystery which binds me still:
From the torrent, or the fountain,
From the red cliff of the mountain,
From the sun that ’round me roll’d
In its autumn tint of gold–
From the lightning in the sky
As it pass’d me flying by–
From the thunder and the storm
And the cloud that took the form
(When the rest of Heaven was blue)
Of a demon in my view.

(De dag is nog lang, nietwaar.)

Slauerhoff

Goddelijk. Het gedicht van de Vrienden van Gentblogt Vrienden van de Poëzie in Man Bij Hond was er deze avond eentje van Slauerhoff. “Jan Jacob Slauerhoff. Wat een naam”, vond Wim Helsen. “Slauerhoff maakt de winnende goal voor Beerschot.” (En het was alsof ik een sterk aan het Instituut gelijkende stem een spannende voetbalmatch hoorde verslaan.) “Slauerhoff. We want Slauerhoff!”

“Slauerhoff Helsen”, zucht hij nog. En als een jammerlijk addendum voegt hij eraan toe: “Maar ’t is Wim geworden.”

Ik wilde een gedicht op een waaier schrijven,
Zoodat je de woorden je kunt toewuiven
En de strophen, wanneer je wilt blijven
Mijmren, weer achtloos dicht kunt schuiven.

Maar liever wilde ik dat ze binnen
In je gewaad geschreven stonden,
Zoodat tegelijk met batist of linnen
Mijn gedachten je streelen konden.

Ik zou deze dwaze wensch niet uiten,
Als mij een krankzinnige was vervuld:
Je eenmaal zelf in mijn armen te sluiten…
Maar ik heb engelengeduld.

Billet Doux, van Jan Jacob Slauerhoff. En onderwijl speelde Moanin’ van Art Blakey and the Jazz Messengers (compositie van Bobby Timmons). Voorwaar een vreemde combinatie.

Geen copyright-problemen, overigens, want Slauerhoff is overleden in 1936 (slechts 38 jaar geworden), wat hem sinds vorig jaar auteursrechtenvrij heeft gemaakt.

Het Grote Jaaroverzicht (i): boek

2006 is voorbij, en hoewel de warmterecords pas goed en wel gesneuveld zijn in de tweede helft van dit jaar, droeg de eerste helft –met stip– mijn voorkeur weg. De kentering is ergens gekomen tijdens de herfst, toen op een of andere manier mijn normale vrolijkheid een beetje haar weg verloor. Niet dat er geen goede dingen zijn gebeurd: ik denk aan Henri’s trompetlessen en zijn inzet op school; Tessa’s feest, haar afstuderen en haar benoeming; en mijn tattoo; om maar drie dingen op te noemen. De eerste helft was gewoon beter, maar misschien is dat (a) omdat het al verder weg is en (b) ik hoegenaamd geen winterpersoon ben, en we in de eerste helft van het jaar zicht op lente en beter weer hebben –terwijl het op dat vlak in de tweede helft enkel bergaf kan gaan.

Wij onthouden twee ronduit schitterende boeken uit de oogst van 2006: Saturday van Ian McEwan bijvoorbeeld (gelezen in maart), en (het nog net iets betere) The Good Life van Jay McInerney (gelezen in juni).

Goede pulp was er ook, met maar liefst vijf Childs (Tripwire, Echo Burning, Without fail, Persuader, The Enemy); een excellente Ruth Rendell (Live Flesh) in oktober; The Holcroft Covenant van Robert Ludlum (in augustus); en een heleboel slechte Scandinaviërs.

Wat betreft het Nederlandse taalgebied waren we (op zijn minst een beetje) onder de indruk van het onderdeel Manhattan on the left bank uit Alfa Amerika van Jan Van Loy en Joe Speedboot van Tommy Wieringa (maart); de New Yorkse nachten van Herman Portocarero –wij kijken reikhalzend uit naar het tweede deel– (mei); en ook Thomas Blondeau heeft onze aandacht getrokken met zijn Ex (november).

En al was de oogst goed, toch hebben we slechts 43 boeken gelezen –wat een pak minder is dan de 59 van het jaar ervoor. Geen idee wat er allemaal op stapel staat voor 2007 (hopelijk de nieuwe Portocarero).

boeken 200612

  1. The Enemy / Lee Child / 2004 / **
    Child keert terug in de tijd. Jack Reacher is een eigengereide MP, op zoek naar de juiste weg. Klinkt allemaal al veel zwaarder dan het is, maar dit is ontspannende literatuur van de bovenste plank. Maak er niet meer van dan het is.
  2. Oracle Night / Paul Auster / 2003 / ***
    Pijn en smarten, toeval en samenloop; het noodlot is een constante in het werk van Auster. En het is meteen ook een van de zaken die ik enorm apprecieer. Net zo ontspannend als Child, maar dan op een andere manier. Heerlijke lectuur.
  3. Lion’s Honey / David Grossman / 2005 / *
    Ik had gedacht dat ik de ‘Myths’-reeks mij niet kon ontgoochelen, maar ik was duidelijk verkeerd. Grossman gaat zwaar de intellectuele toer op, en wordt daardoor zeer saai. Zijn Samson verhaal is meer tractaat dan verhaal. Niet de moeite.
  4. A Short History of Myth / Karen Armstrong / 2005 / **
    Hier weten we tenminste dat het als tractaat bedoeld is. Interessante inleiding tot de ‘Myths’-reeks, maar niet meteen mijn favoriete soort lectuur. Wel interessant (of had ik dat al gezegd?).

0 te vermijden / * slecht, maar leesbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch (meer uitleg bij de quotering)

(boeken vorige maand)

boeken 200611

  1. Ex / Thomas Blondeau / 2006 / **(*)
    Een auteur om in het oog te houden. In het begin dacht ik te moeten schrijven “dit boek is zo slecht dat het goed is” (zuigt u daar maar eens een puntje aan), maar ik moet toegeven dat er goede elementen en een mooie evolutie in zit.
  2. The Black Dahlia / James Ellroy / 1987 / *(*)
    Absoluut niet mijn ding. Veel te langdradig, probeert te hard als ‘authentiek’ over te komen. Aangenaam ‘alternatief’ (eigenlijk: origineel) einde, maar ik vond de recente verfilming beter. En dat was dan al niet meteen een van De Palma’s hoogvliegers. Geen Ellroy meer voor mij, dank u.
  3. Het verleden / Alan Pauls / 2003 / 0
    Dit onding werd –ik dacht in DM Uitgelezen– aangeprezen als het beste van het Spaanse taalgebied sinds Schaduw van de Wind. Maar wat een driestuiverroman. De schrijver van deze rommel heeft waarschijnlijk een nog niet verwerkte relatie achter de rug, die hij meende in dit boek te moeten uitschrijven. Het zit vol nodeloze complexiteit en een schier eindeloze reeks herhalingen. Net voor de helft had ik het bijna finaal dichtgeklapt, maar ik heb het dan toch maar naast het toilet gelegd, en diagonaal uitgelezen. (Nog goed dat ik er niet van geconstipeerd raakte.)

0 te vermijden / * slecht, maar leesbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch (meer uitleg bij de quotering)

(boeken vorige maand)