son of jazz

Gisteren mocht hij mee, de zoon. Door allerlei omstandigheden moest Tessa haar verlof immers een dag onderbreken (long story), waardoor ze Henri niet kon opvangen tijdens BNF.

Gewapend met een rugzak vol Jommekes had Henri me eerder al vergezeld naar de jazz aan de Duvel Droomtent –er is ook kinderanimatie, maar dat weigert hij pertinent (dat is voor kindjes, ik wil naar de jazz). Hij vraagt ronduit over, en vergaapt zich aan, de muzikanten en hun instrumenten, en vaak gaat hij tijdens de pauze achter het ‘podium’ staan om een beter zicht op die instrumenten te krijgen.

Voor BNF had hij datzelfde rugzakje-met-jommekes mee, waarin ik al gauw een geluidsdemper had gestoken (zo’n ‘koptelefoon’ die ik ooit heb gekocht voor het geval ik werk moet uitvoeren met lawaaierige machines —though I’m no handyman) en waar hij de ganse tijd mee op zijn hoofd liep. Hij mocht immers mee vooraan, aan het dranghekken, terwijl papa zijn ‘werk’ deed. Al duurde het niet lang, of hij stond aan de andere kant van het dranghekken, tegen het podium.

Om 19u (na de eerste drie liedjes van de tweede set), toen Tessa hem aan de ingang kwam halen, had hij absoluut geen zin om naar huis te gaan. Hij was in de ‘perskamer’ geweest, had daar een stuk baguette gekregen, had op de tribune gezeten, de ganse ‘weide’ doorlopen, en vooraan met papa aan het podium gestaan.

Ik denk dat hij het leuk vond.

de zoon gaat werken

Om 6u15 stipt ging het alarm in zijn kamertje af. Een oorverdovend lawaai maakt zo’n klein Braun wekkertje. Nochtans viel er geen gestommel op zijn kamer waar te nemen (hij slaapt vlak boven ons –dat belooft voor de puberteit). Toen het gepiep bleef aanhouden, is Tessa dan maar boven gaan kijken, terwijl ik mijn ochtendlijke routine verder afliep.

Oorverdovend was het goede woord niet, zei ze achteraf, maar hij was met geen stokken wakker te krijgen (een knuffel daarentegen). Eenmaal wakker stormde hij echter zijn kamer uit, en nog voor ik goed en wel aangekleed was en al mijn spullen had samengesprokkeld, stond hij reeds beneden, geschoeid en ingejast, vol ongeduld op mij te wachten.

“Papa, we gaan te laat zijn voor de trein. We zullen flink moeten doorstappen!” Het was toen 6u42. Normaal gezien zet ik aan rond 6u50, en ben ik ruimschoots op tijd. Vandaag waren we om 6u55 op perron 10.

De trein had vertraging. Wat zeg ik, de treinen hadden vertraging. We hebben de 6u48 zien passeren, daarna de 6u56 naar Brussel en Tongeren, en de Thalys die normaal gezien op spoor 8 halt houdt. Dan kwam er nog een trein, en onze trein presenteerde zich pas om 7u17. We konden geen andere nemen, want Henri keek enorm uit naar de dubbeldekkertrein waar hij ’s ochtends op de benedenverdieping zou meerijden, en ’s avonds op de bovenverdieping. Kwestie van het alletwee eens te hebben meegemaakt.

Maar hij heeft van alles met volle teugen genoten. Van de ontbijtkoeken die hij in de hal van het Noordstation mocht uitkiezen, tot ons terras waar je vandaag niet in de zon, maar in de regen kon baden, en waar hij minstens drie keer op de kiezels is uitgegleden. (Ons terras bevindt zich op de negende verdieping, maar de volle muren die het afbakenen, zijn hoger dan Henri groot is.)

Tijdens de regen hield hij zich bezig met o.a. de CD-ROMs van Vos en Haas, waarbij hij gretig gebruik maakte van de kleuren-laserprinter in ons bureau, de invulboekjes die we zaterdag nog hadden gekocht, en de Kiekeboe waarvan hij de tekeningen van het papier kijkt. Uit gaan lunchen wou hij niet; hij moest en zou per se doen wat zijn papa doet: een slaatje halen in de Delhaize, en in de lunchruimte op het werk opeten. Nee, hij wou geen vettige pastasla, maar een groentensla met tomaat, olijven, komkommer en hmmmmm… paprika. Slechts met veel moeite kon ik hem overhalen er een broodje en wat koude kip bij te eten (want kijk, papa eet ook kip).

Het was de leukste dag die hij ooit al had gehad, en hij wil deze vakantie zeker nog een paar keer mee. Veel leuker dan school, en dat verklaarde hij alsof hij geen groter compliment kon maken.

le déluge

Welk een gerief. De nieuwe boiler oogt massief, en doet zijn werk voorlopig naar behoren. De temperatuur wordt precies beter beheerd; dwz we moeten de warmwaterkraan nu iets verder opendraaien om tot dezelfde temperatuur te komen, maar ik hoop eigenlijk dat dit resulteert in een lager electriciteitsverbruik.

Vanochtend was ik niet iets langer aan ’t genieten van mijn douche, toen plots de druk uit de douchekop wegviel. De rijkelijk parelende waterstroom (ik heb die zinsnede uit de reclame voor de spaardouchekop) kwijnde weg tot een mager gedrup.

Onderaan, waar de waterdarm van de kraan naar de douchekop vertrekt, spoot een krachtige straal de badkamer in.

Euhm. Water. Badkamer. Nat. Kraan toedraaien! En toen begon alles van voor af aan. Of tenminste het gedeelte waarin de badkamer onder water staat, en het water moet verwijderd worden.

Ik heb de kaboutertjes er maar weer op uitgestuurd. (Zodat ik vanavond een nieuwe waterslang aan mijn douchekop terugvind.) Benieuwd wat morgen zal brengen 😀

après le déluge

Et voilà, de kaboutertjes hebben mooi hun werk gedaan. Al hebben ze helaas ook een niet zo malse factuur achtergelaten.

De boiler werd volledig vervangen: naar boven gedragen, aan de muur vastgemaakt, aangesloten en getest. De electriciteit werkt terug, al mogen we het licht in de badkamer voorlopig niet aansteken. Nog goed dat het zomer is, of we konden ons bij kaarslicht wassen. Ik geef het nog een paar dagen, en anders laat ik (op kosten van de verzekering, we hebben een zeer goede verzekeringsagent) een elentrieker komen.

(Daar gaat het vakantiebudget –want de slechtfunctionerende boiler is natuurlijk niet gedekt door de verzekering, enkel de schade die er –letterlijk– uit voortvloeit.)

après nous, le déluge

Hm. Het bad lekt. Uh, nee, wacht, dat kan niet. Ik had net drie stappen gezet in de (donkere) badkamer, toen mijn voeten nat werden. Het badkamertapijt was drijfnat, de tegels errond ook. Het licht in de badkamer werkte niet, op de gang gelukkig wel.

Ah. Niet het bad lekte, maar de badkamerlamp. Drup-drup-drup op het reeds wakke tapijt. Ah, kijk, en langs (ipv door) die buizen stroomt er precies ook water.

In de kamer boven de badkamer bevindt zich de boiler. Verder dan dat moest ik het niet zoeken. De naden waren gedeeltelijk uitgezet, en ook waar het verwarmingselement zat drupte het water eruit aan een bangelijk tempo. De plankenvloer was drijfnat.

Oh well. Er zat nog warm water genoeg in om normaal te kunnen douchen, Tessa zit tóch thuis met haar longontsteking, mijn moeder en mijn schoonvader komen straks tóch langs voor de kleuterproclamatie van hun kleinkind, dus ik ben er zeker van dat het tegen vanavond allemaal wel zal opgelost zijn. De kaboutertjes en al. Niet?

uitgeteld

Tessa is nog steeds uitgeteld. Gisteren ben ik kort voor de middag naar huis gekomen, en heb meteen bijna meer mogen werken dan in Brussel (boodschappen, iemand?). Heel sympathiek van mijn chef overigens.

Vandaag heb ik mezelf ook tot onroerend goed laten verklaren, zodat het verschrikkelijk goed uitkomt dat de zoon, eerst door de grootouders werd meegenomen naar de opening van een of andere provinciale molen, en deze namiddag naar een verjaardagsfeestje mag. Al ben ik deze voormiddag eerst nog alleen naar ’t centrum mogen trekken om een paar films in de fnac te halen (ik beperk mijzelf tot 1 vooraf duidelijk gepland fnacbezoek per maand), bij Timmermans langs te gaan, en brood, groenten en fruit te kopen.

De beschikbaarheid van vers fruit is duidelijk hét grote voordeel van dit seizoen. We hebben net een paar verschrikkelijk goede nectarines achter de kiezen, en kersen, jongens, ik kon er met moeite van afblijven.

Of ik die wagen niet van voor mijn deur zou laten slepen, vroeg een (verre) buur toen hij mij foto’s van de werken zag nemen. Hij grijnsde breed en wees naar het bestelwagentje voor mijn poort, dat toebehoort aan de werkmannen, die dit weekend de laatste tramsporen vervangen. Het is hier eigenlijk best aangenaam wonen.

dicht

Geen oog dicht gedaan vannacht. Niet alleen waren er de niet aflatende warmte en de nog minder aflatende muggen (die open spel hadden gekregen nadat de ramen wijd werden opengezet in de ijdele hoop op verkoeling), nee, vooral het gebrek aan zuurstof speelt ons parten.

Of liever Tessa, die dezer dagen met piepende longen van een astma-aanval mag genieten, die nog eens gepaard gaat met hevige koorts. Ze geraakt al twee dagen haar bed niet uit, de minste inspanning is haar teveel. Voeg daaraan toe de verschrikkelijke hitte in de kamer waar Henri slaapt, en ik heb plots twee redenen om mij zorgen te maken.

Mag ik nu naar huis alstublieft?

da-ag zaterdag

De zaterdag is bijna voorbij, en wat is het belangrijkste nieuws dat wij van vandaag onthouden?

  • Ik heb een nieuwe zonnebril.
  • Timmermans bekijkt voor mij of ze nog de Visconti Wall Street kunnen bestellen, in het grijszwart, met een Extra Fijne penpunt.
  • Schone foto’s van de werken op de Albertlaan coming your way soon. Waarschijnlijk vergezeld van een artikeltje voor gent.blogt
  • We hebben ontbeten bij Bloch, oesters gegeten op de Groentenmarkt, een tajine in de Sarabande, en ijs in de Korte Dagsteeg.
  • Een prachtig kleedje gekocht voor Tessa van Chris Janssens. Oelalala. Een fotosessie dringt zich op.
  • Ik heb een nieuwe zonnebril.

En morgen is ’t BBQ! U zit toch ook niet binnen?

afhankelijk

Gisteren heeft onze microgolf (combi-oven) de geest gegeven (de vlammen sloegen er letterlijk uit). Na 10 jaar een van de goedkopere toestellen (destijds op de markt) te hebben gebruikt, mag dat een mooie investering genoemd worden.

Na het avondmaal maak ik me meestal een koffie verkeerd, inclusief melkschuim. Daartoe zet ik koffie in een mokkapot, en warm melk in de microgolf, die ik daarna tot schuim verwerk.

– Oh! bracht ik uit toen ik er vanavond aan wou beginnen. De microgolf is kapot. Geen warme melk vanavond.

Waarop Henri, de mond rood van de pastasaus aan Tessa vroeg: “Waarom kan papa de melk niet gewoon in een pan opwarmen?”

– Omdat ge mij de tijd niet gaf om ze te pakken snotneus, probeerde ik nog, maar ze lagen allebei al in een deuk van het lachen.

opties

Om de zoveel tijd moet ik zaken veranderen. Of dat met de cyclus van de seizoenen te maken heeft, weet ik niet, maar het is niet onwaarschijnlijk. De Verwandlung (ik zit duidelijk in een Duitse fase –geen nood, mijn kennis van het Duits is heel gering) beperkt zich meestal tot een reorganisatie van het meubilair. (Soms, als ik meer tijd heb (een half jaar bijvoorbeeld) durf ik wel eens grotere taken aan te vatten, die dan even abrupt worden onderbroken als er aan begonnen was.)

Het aquarium staat niet langer op een geschikte plaats, de opstelling van de zetels laat te wensen over, de televisie op de slaapkamer is niet ideaal, en de locatie van de slaapkamer an sich is voor mij al langer een vraagteken (al zal dáár in de nabije toekomst geen verandering in komen).

Normaal gezien bekruipen die neigingen mij op een zondagavond. Iedereen is uitgerust van het weekend, net gevoed en klaar om het bed op te zoeken. Wat als ik nu eens die kast daar plaats? Of die stoelen naar boven verhuis, en dan die andere kast daar… Het fenomeen is mijn gezinsleden niet vreemd, maar wordt –steeds tegen mijn verwachtingen in– niet alleen getolereerd, er wordt slechts met mondjesmaat geprotesteerd wanneer ze –daartoe genoopt– zelf ook de handen uit de mouwen dienen te steken. Oók als aan het einde van het experiment alle meubels opnieuw op hun oude plaats terecht gekomen zijn.

Goh, vanavond zet ik mij samen met Henri aan het werk. Hilariteit alom.