Gisteren mocht hij mee, de zoon. Door allerlei omstandigheden moest Tessa haar verlof immers een dag onderbreken (long story), waardoor ze Henri niet kon opvangen tijdens BNF.
Gewapend met een rugzak vol Jommekes had Henri me eerder al vergezeld naar de jazz aan de Duvel Droomtent –er is ook kinderanimatie, maar dat weigert hij pertinent (dat is voor kindjes, ik wil naar de jazz
). Hij vraagt ronduit over, en vergaapt zich aan, de muzikanten en hun instrumenten, en vaak gaat hij tijdens de pauze achter het ‘podium’ staan om een beter zicht op die instrumenten te krijgen.
Voor BNF had hij datzelfde rugzakje-met-jommekes mee, waarin ik al gauw een geluidsdemper had gestoken (zo’n ‘koptelefoon’ die ik ooit heb gekocht voor het geval ik werk moet uitvoeren met lawaaierige machines —though I’m no handyman) en waar hij de ganse tijd mee op zijn hoofd liep. Hij mocht immers mee vooraan, aan het dranghekken, terwijl papa zijn ‘werk’ deed. Al duurde het niet lang, of hij stond aan de andere kant van het dranghekken, tegen het podium.
Om 19u (na de eerste drie liedjes van de tweede set), toen Tessa hem aan de ingang kwam halen, had hij absoluut geen zin om naar huis te gaan. Hij was in de ‘perskamer’ geweest, had daar een stuk baguette gekregen, had op de tribune gezeten, de ganse ‘weide’ doorlopen, en vooraan met papa aan het podium gestaan.
Ik denk dat hij het leuk vond.