bijgeïnkt

Tattoo touch-ups

(D70, 400 ISO, 50mm, f/2.8 1/50s)

Terwijl u vandaag buiten doorbracht, zat ik in een geairconditioneerde tattookamer voor de finale touch-ups van mijn Draak. De schubben zien er nu weer heel donker uit, maar binnen een paar dagen is dat verbleekt om weer een mooi geheel te vormen met de rest –nu met meer dimensie in de tekening. (Zelfportret in de spiegel.)

de draak (vii): de vierde sessie

Tijd voor The Grand Finale: de schubben.

(Zie ook deel I, deel II, deel III, deel IV, deel V & VI)

Tessa ging pas een pak later komen, maar Henri bleef bij de grootouders slapen, zodat we achteraf nog naar de Martino snel een hapje konden eten. Vreselijk lang zou het niet duren, dacht Tanne, maar toen we ongeveer een derde hadden ‘beschubd’, was het plots al een uur later. We zouden de volle drie uur nodig hebben om mijn arm tot rauw vlees te kietelen.

Draak, sessie 4 (i) Draak, sessie 4 (ii)

De schubben waren ook een soort schaduwwerk, waardoor Tanne opnieuw gebruik maakte van de ‘kam’. De pijn is daardoor zeer dragelijk, maar door de hoeveelheid huid die wordt bestreken (of ‘gekamd’), had het voor mij toch niet veel langer moeten duren.

Nu staat de draak er dus (zo goed als) volledig op. Kort na nieuwjaar moet ik nog één keer terug, om kleine dingetjes bij te werken. De schubben zijn iets donkerder dan de rest van de tattoo op de foto’s, omdat de inkt pas was gezet. Maar ondertussen zijn ook de schubben een weinig verbleekt, zodat ze perfect bij de rest van de inkt passen.

Draak, sessie 4 (iii)

En de draak is al lang een deel van mijzelf geworden.

(Foto’s: Tessa)

de draak (vi): de derde sessie

(Zie ook deel I, deel II, deel III, deel IV & deel V)

Tijd voor het (betere) schaduwwerk. De tweede sessie had plaatsgevonden vlak voor het Filmfestival, de derde viel er pal middenin, waardoor ik het grootste deel van het festival met een potje Tattoo Goo rondtrok.

Draak, sessie 2 (i)Voor die derde sessie heb ik overigens Henri meegenomen. Tessa moest te lang doorwerken om op tijd op de afspraak te kunnen zijn, en Henri vond het natuurlijk vet cool om in de tattoo shop binnen te stappen (+ hij mocht daardoor extra lang opblijven op een weekdag). Het zou best wel een tijdje kunnen duren, had ik hem gewaarschuwd. “Geeft niks”, antwoordde hij, onderwijl een stapel Jommekes in zijn rugzak proppend. “Ik pak wel wat lectuur mee.” (Lectuur! Snotneus!)

Draak, sessie 2 (ii)Schaduwwerk gebeurt met een kam, zoals u zich misschien van deel III (de eerste sessie) herinnert. Het doet dan ook bijlange niet zoveel pijn als de outlines, meer een soort stevig gekietel of gekrab dat dicht tegen en een beetje over de pijngrens rondhangt. Aan de binnenkant van de arm –het stukje dat zich het dichtst bij de oksel bevindt– was het heel verwarrend. Daar doet het zowat het meeste pijn, maar tegelijkertijd werden op bepaalde plekken mijn lachspieren (of zenuwen) zodanig geprikkeld dat ik bijna de slappe lach kreeg. Een zeer bizar gevoel.

De schaduwen staan erbij, en Tessa was toch nog op tijd om een aantal actiefoto’s te maken, én een foto van het resultaat, voor het werd ingesmeerd en met folie ingepakt.

Volgende week: the grand finale!

(Foto’s: Tessa)

de draak (v): de tweede sessie

(Zie ook deel I, deel II, deel III & deel IV)

De tweede sessie ging iets moeilijker van start. De eerste afspraak moest worden verplaatst, en toen ik mij voor de tweede keer aandiende, stond ik voor een gesloten deur. Door de etalage zag ik evenwel Hettie en Dagmar ijverig een zwaar bestofte winkel poetsen, dus waagde ik mijn kans maar en klopte ik aan. De voorgaande nacht was er een lek ontstaan aan een wasmachine op de eerste verdieping, en daardoor was het plafond op het gelijkvloers onder de druk van het insijpelende water ingestort. Ondertussen was het wel hersteld, maar de winkel zelf zat nog danig onder het stof. Gesloten wegens werkzaamheden.

Draak, sessie 2 (i)Tanne was onze afspraak evenwel niet vergeten, maar door de chaos duurde het nog even voor we aan de sessie konden beginnen. (Geen probleem, en dank om de afspraak alsnog te laten doorgaan in deze omstandigheden.) Geen sjabloon deze keer, maar de rest van de draak werd gewoon rond mijn arm getekend. Eerst in een vettig dik zwart potlood, nadien met een marker om de lijnen fijner aan te duiden. Het uur der waarheid, maar Tanne ging uiterst consciëntieus en secuur te werk, en ik zag dat ze de vorm en de kronkeling van de draak volledig door had. Ik had er het volle vertrouwen in.

Vandaag zouden we enkel de outline van het drakenlichaam zetten, en dan volgen er nog twee sessies, eentje voor de schubben en eentje voor het schaduwwerk.

Draak, sessie 2 (ii)Het deed nog steeds pijn. Wat zeg ik, in de plooi van de arm (de binnenkant van de ellenboog), deed het verschrikkelijk zeer. Meer nog dan de vorige keer, in de buurt van de tepel. Ook alles wat de binnenkant van de arm is (en dus tegen het lichaam ligt), liet zich goed voelen. De buitenkant (van de triceps en biceps) daarentegen, was een fluitje van een cent.

Deze keer duurde het amper twee uur, maar omdat de tekening een veel groter oppervlak besloeg dan de eerste keer, gaf het de indruk dat de pijn –een soort branderig gevoel nu– erger leek dan het was. Geen flammazine, want dat heelt te snel, maar wel bepantol. En voor de rest terug een beetje Tattoo Goo.

Nog twee sessies te gaan.

(Foto’s: Tessa)

de draak (iv): nazorg

(Zie ook deel I, deel II & deel III)

Tijd voor wat bevindingen na die eerste sessie. De irritatie van de huid was al dezelfde avond eigenlijk noch amper voelbaar. We zijn eerst nog gauw een hapje gaan eten, en toen we thuiskwamen heb ik de tattoo afgespoeld met lauw water, drooggedept, en na een tiental minuten weer ingewreven met de Tattoo Goo die we van Tanne hadden meegekregen. Daarbovenop kwam een laagje vaseline (enkel voor die eerste nacht), en dat was het dan. Ik heb geslapen gelijk een roos.

De volgende ochtend plakte mijn T-shirt niet tegen mijn lichaam –Tanne had gezegd dat die mogelijkheid bestond, en in dat geval moest ik gewoon met T-shirt en al onder de douche zodat het zichzelf zou losweken. Na de douche even gewacht, en opnieuw een laagje Tattoo Goo aangebracht. Ook ’s middags op het werk lukte dat zonder problemen: we hebben een gehandicaptentoilet —for people with disabilties only! dreigt het bord op de deur– met daarin een eigen lavabo en spiegel.

’s Avonds werdt de tattoo opnieuw afgespoeld, en ingewreven met B-Pantol. De eerste twee-drie dagen toch; daarna wreef ik het gewoon opnieuw in met Tattoo Goo. Na de eerste week smeerde ik de Tattoo Goo ook nog slechts twee maal (ipv drie maal) per dag aan.

Waar ik voor vreesde (met mijn huid) is gebeurd: mijn draak heeft een puistje gehad! Net boven zijn rechteroog was er een klein geel puntje waarneembaar. Heel klein, maar ik werd er verschrikkelijk zenuwachtig van. Vooral niet aankomen, vooral niet uitduwen, had ik ergens gelezen. En jawel, op nog geen twee dagen was het onding al verdwenen, zonder enige schade.

De tattoo is ook beginnen jeuken (zoals voorspeld: na een dag of twee). Het vergde behoorlijk wat wilskracht om mijn handen van mijn drakenhoofd weg te houden. Na twee dagen was de jeuk weg, en is (de huid boven) de tekening beginnen te vervellen –vooral de velletjes niet wegtrekken. Maar ook daar: na een goede drie dagen waren de velletjes weg, en was de huid hernieuwd.

Op naar de tweede sessie (meer foto’s dus, volgende week).

de draak (iii): de kop

(Zie ook deel I & deel II)

Het doet pijn. Jawel. I kid you not. De ene plaats is al gevoeliger dan de andere, en blijkbaar behoort de borstkas tot de gevoeliger gedeeltes. Hoe dichter bij de tepel, hoe erger –vooral bij mannen, zo werd mij toegefluisterd. Maar ik loop op de zaken vooruit.

tattoo - de kop van de draakDaar gaat mijn borsthaar: een klein gedeelte van mijn pectus werd gekortwiekt. Vervolgens werd er –met iets wat eruit zag als een deostick– één of ander goedje op gesmeerd dat nog het meeste aanvoelde als vaseline. Daar werd de tekening tegenaan gedrukt, zodat Tanne (de tattoeur) een sjabloon had om op te werken. Die stond eerst net niet zoals ik het wou, dus werd de tekening gewist, en we begonnen opnieuw. Zonder morren –integendeel– want de tattoo blijft er voor de rest van je leven opstaan natuurlijk.

De sessie duurde ongeveer drie uur, met twee pauzes. In het begin was het redelijk lastig, maar naarmate de sessie vorderde raakte ik de pijn min of meer gewoon. De huid voelde wel verschrikkelijk rauw aan, en op den duur was het een beetje alsof er iemand op een open wonde zat te wrijven. Tijdens het derde deel werden de schaduwen geplaatst, met een kam (zo heet die naald), en dat was niks in vergelijking met wat voorafging. Aangenaam werd het evenwel nooit.

tattoo - de kop van de draak(Waarmee kan je dat gevoel vergelijken? Je kan het waarschijnlijk het beste omschrijven alsof er iemand is die met een scheermesje in je huid snijdt. Tenminste, zo stelde ik me voor, want ervaring heb ik daar niet mee.)

Regelmatig kreeg ik een stuk ‘huishoudrol’ over mijn tattoo, waarover een ontsmettingsmiddel werd verstuifd. Zeer verfrissend in het begin, maar tegen het einde balanceerde ook dat maar wankel op de grens tussen pain and pleasure.

Mijn tattoo heeft niet gebloed. Er kwam wel een minimale hoeveelheid wondvocht vrij, maar bloed hebben we niet gezien. Uitzonderlijk blijkbaar, al hangt het af van persoon tot persoon.

Op het einde werd de tattoo nog eens goed ontsmet, ingesmeerd met zalf, en ingepakt in folie. Eens thuis diende ik de folie en de zalf te verwijderen, en in te smeren met Tattoo Goo, een mengeling van o.a. olijfolie, zonnebloem olie, bijenwas, cacaoboter, vitamine E, rozemarijn, en lavendel. (Verkrijgbaar via amazon overigens.)

Wordt vervolgd.

(Foto’s: Tessa)

de draak (ii)

(Cfr deel I)

Eerst zou het ontwerp met vettig zwart potlood op mijn lichaam worden getekend, om nadien met een marker gedetailleerder te worden uitgewerkt. Een pot zwarte inkt stond al klaar (geen kleur in mijn tattoo).

Ondertussen zat op de tweede tattoobank een gespierde kerel, die was langsgekomen om één van de tattoos op zijn bovenarm te laten bijkinkten. Hij gaf geen krimp toen de inkt werd aangebracht, maar staarde een beetje verveeld naar de lampen aan het plafond. Dat valt mee, dacht ik opgelucht. Toen ze bij mij begonnen, sloeg hij op zijn beurt het tafereel geïnteresseerd gade.

Het duurde ongeveer een uur eer alles was uitgetekend en ingevuld. Het fototoestel werd bovengehaald, en Dagmar klikte er ijverig op los, met de belofte mij de foto’s achteraf door te sturen. Eigenlijk had ik er meer van verwacht.

“Veeg ik het nu al af, of laat ik het er liever nog staan, om thuis zelf ook nog eens te kijken?” vroeg Dagmar, die waarschijnlijk de ontgoocheling van mijn gezicht had afgelezen. “Het wast gemakkelijk weg hoor, zo’n bodypaint.”

de draak (i)

Iedereen heeft wel een lijst(je) met things to do before you die. Sommige van de items op mijn lijst heb ik reeds gerealiseerd, en aan de rest blijven we geduldig verder werken. Geduld blijkt immers een sleutelwoord in die zaken, en zeer tegen mijn eigen verwachtingen in, blijkt dat geduldig zoeken toch maar steeds weer zijn vruchten af te werpen. Al houd ik mezelf (nog) steeds voor dat ik absoluut geen lange-termijnplanner ben.

Een aantal wensen, waarmee ik reeds sinds mijn late tienerjaren, vroege twintigerjaren bezig was, kwamen echter met ‘ouder’ worden dan toch binnen de mogelijkheden te liggen. De B&O-installatie bijvoorbeeld, waar ik meer dan tien jaar smachtend naar in de etalage stond te kijken voor we tot aankoop overgingen; of de motor, waarvan ik verschrikkelijk blij ben dat ik hem niet heb gekocht (niet heb kunnen kopen) voor mijn dertigste.

Hoe lang ik al een tattoo overweeg, kan ik niet met zekerheid zeggen. Zoals voor de meeste tieners leek het destijds een noodzaak als teken van rebellie in de puberjaren, waar gelukkig paal en perk werd aan gesteld door de toen (over)heersende oudermacht. Enkele jaren later zou ik met Tessa overwegen samen een tattoo te laten plaatsen. Maar na een paar jaar zoeken naar het juiste ontwerp, was het er nog steeds niet van gekomen.

Toch stapten wij op een druilerige dag in augustus opnieuw binnen bij Bodydesign op de Nederkouter. We waren er in de loop der jaren al een paar keer langs geweest om de voorbeelden in de zwarte kaften door te nemen. Tribal, polynesisch, klassieke harten of popeye toestanden noch Kana, hadden ons destijds weinig kunnen bekoren. Internet had ondertussen wel al voor inspiratie gezorgd, en deze keer had ik mijn voorbeelden alvast uitgeprint.