“Tiens,” zei Tessa toen we richting Vancouver reden, “die koffie met die blauwe taskes, waar ge zo zot van zijt en die zoveel geld kost om te laten overkomen, komt die ook niet uit Canada?”
De branderij van 49th Parallel zit in Burnaby. Maar! Ze hebben een showcase cafe pal in Vancouver, op West 4th Avenue, wat telkenmale op een boogscheut bleek te zijn van waar wij heen moesten. We zijn er minstens vier keer koffie gaan halen. En fantastische chocoladekoeken en croissants, waar ge zélfs in België moeite moet voor doen om ze zo lekker te vinden.
En ik heb er een beker gekocht. En koffie (net zoals bij Blue Star). Blue Star had de beste espresso, 49th Parallel had de beste cappuccino. Eindelijk een koffiedrank met melk i.p.v. de melkdrank met wat koffie waar ik al de ganse reis aan overgeleverd was. Het was van bij OR in Gent geleden (waar ik altijd een doppioccino neem) dat ik nog eens een lekkere cappuccino had gedronken. (Vandaag heb ik overigens nog een heerlijke macchiato gedronken bij Caffé Vita hier in Queen Anne.)
Maar we zaten dus nog in Vancouver, waar Henri en ik de Girl in a Wetsuit ontmoetten (in Stanley Park, waar ook het VanAqua gelegen is). Het was net eb, en het strand lag vol zeewier en mosselen en halflevende krabben waar de meeuwen zich te goed aan deden.
En dat is de Lions Gate Bridge, die we tot op een boogscheut zijn genaderd, maar waar we uiteindelijk zelfs niet met de wagen zijn overgereden. Geen nood, bruggen genoeg in Vancouver, we hebben er wel zeker drie-vier verschillende gebruikt om van de ene kant naar de andere kant te rijden.
De grensovergang gaf overigens geen enkel probleem. Het was raar om nog eens met een wagen aan een grenspost te moeten stoppen, en uw pasport te laten afstempelen. Zowel in de USA als in Europa is het tegenwoordig gewoon doorrijden. Ik ben eigenlijk blij dat ik dat allemaal nog heb mogen meemaken (al ben ik nog wat blijer dat het allemaal niet meer hoeft).