Vandaag: muziekinstallaties. Net zoals zovele ‘hobbies’ slurpen ze geld op zoals Henri een versgeperst sinaasappelsapje door een buigzaam rietje. Een beetje zoals een motor. Of fotografie.
Euh, ik wijk af. Je kan in die audio net zo ver gaan als je portemonnee het toelaat. En in de meeste gevallen nog oneindig veel verder. Je hoeft niet eens zó zot te doen om voor een HiFi stereosysteem (CDspeler + versterker + twee luidsprekers + bekabeling) 25.000 EUR neer te tellen.
Bekabeling is daarin een touchy subject: de een zweert erbij, de ander beweert dat het allemaal hype is. Deze reporter nam de proef op de som, en ging langs bij Alpha High End in de Pelikaanstraat in Antwerpen (de straat langs het Centraal Station, aan de andere kant van de zoo). Niet noodzakelijk om uit te zoeken hoe het nu zit met die kabels, maar ik ben op zoek naar een nieuwe CDspeler: mijn +10 jaar oude NAD heeft het (bijna) begeven (random skips, en het is niet de lens die vuil is). Jammer, het was een cadeau voor mijn 21e verjaardag.
Zeer behulpzaam daar bij Alpha (een wezenlijk verschil met bvb BOHES –nu Stevens Hifi– in Gent). Service staat op de eerste plaats, en de mens die mij geholpen heeft was langs geen kanten te beroerd om mij naar de meest diverse apparatuur te laten luisteren. Ik had goede dingen gehoord over de Primare CD21, en ik wou die vergelijken met een aantal andere spelers. Op aanraden van de verkoper luisterde ik zo ook naar de Arcam CD192.
De CD21 hadden ze niet binnen, maar we de voorganger, de CD20. in vergelijking met de Arcam klonk de Primare veel wolliger, doffer zelfs. Maar dan kwam de man op het lumineuze idee de interconnects (de kabels die zorgen voor de verbinding tussen de CDspeler en de versterker) te vervangen.
Wow.
Iedereen die denkt dat kabels niets uithalen, moet maar eens dat experiment (laten) uitvoeren. De CD20 ging van wollig naar strak en beheersd, en kwam uitermate dicht bij de sound van de Arcam (dicht, maar het bleef een totaal andere sound). Het verschil was enorm. De oorspronkelijk kabel was een goedkopeer QED, de nieuwe kabel was de Siltech MXT Professional New York.
Wow. (Of had ik dat al gezegd.)
De beste kabel, zo luidt de boutade, is geen kabel. De kabel ‘moet’ zo weinig mogelijk beïnvloeden, en het signaal zo puur mogelijk doorgeven. Enfin, er is veel blah-blah over geschreven, als het jullie echt interesseert, wil ik er wel eens het een en het ander over samenschrijven. Maar de kabels maken dus wel degelijk het verschil. Toch in een goede set. Het houdt overigens niet op bij interconnects of luidsprekerkabels: er bestaan speciale netsnoeren, en netfilters, tot zelfs een heuse power regenerator toe. Allemaal voor evenveel (of zelfs meer) geld als een midrange hifi component.
Een nieuwe CDspeler heb ik toen nog niet gekocht (ik wil eerst nog o.a. de Naim CD5i beluisteren, en misschien ook de Opera Consonance Reference), maar die Siltech heb ik toch maar mee naar huis genomen. Bijna letterlijk: het bankcontacttoestel liet het afweten bij Alpha, maar ik heb de interconnects meegkregen, met het verzoek het geld zo snel mogelijk op hun rekening over te maken (en dat heb ik dezelfde dag nog gedaan).
Thuis gekomen kon ik het niet laten, en heb ik zelf een nieuwe luidsprekerkabel in elkaar geknutseld: 4 kabels van vijf meter, bestaande uit 1 kabel van 2,5mm en twee van 0,75mm, keurig in elkaar gedraaid. Ik wou ze eerst vlechten, maar dat was mij iets te veel werk voor een eerste experiment.
Het resultaat. De Siltech zorgde voor een veel opener geluid, vooral veel helder en meer gedetailleerd. De scène werd veel ruimer, de muziek kwam nu plots van tussen en rond de luidsprekers ipv enkel uit de ‘boxen’. (Ik weet het, het klinkt allemaal wat whacky, maar zelfs Tessa vondt dat de muziek ruimer klonk.) De zelfgemaakte luidsprekerkabel zorgde daar bovenop voor een beheerster, rustiger klank.
Wordt vervolgd.