slaapkamer

Na ongeveer een maand bij ons op de kamer te hebben geslapen, hebben we Henri gisteren terug naar zijn eigen kamer verhuisd. De dakkapel op zijn kamer was afgebroken tijdens de werken aan ons dak, en in de plaats werden twee veluxen gestoken.

De isolatie was reeds (ruw) afgewerkt, maar zaterdag werd ook de verwarming in zijn kamer opnieuw aangesloten (een massieve gietijzeren radiator –loodzwaar). Onze kleerkasten stonden echter nog altijd in die ruimte, en die hebben we gisteren naar een andere kamer verhuisd. Of toch drie van de vier.

(Dan denkt een mens dat hij regelmatig oude kleren van de hand doet…)

De kamer is nu bijna volledig de zijne, enkel nog die ene kast eruit (volgende week), wat plaksel op de gyproc-platen, dan behangen en schilderen. Henri was al dolenthousiast.

noeste arbeid

Ahem. Mijn schoonvader en een van zijn vrienden waren deze namiddag isolatie aan het leggen op onze zolder. Het hoogste punt van de vloer naar de nok van het dak zal toch zo’n vier meter zijn –als het er geen vijf zijn.

Mijn schoonvader, van geen kleintje vervaard, klimt lijk een gazelle tot het hoogste punt alwaar hij gezwind de driehoeken rockwool tussen de kepers klemt. Zijn vriend, in niets onderdoend, werkt even noest door op een stelling van zo’n twee meter hoog.

Alles schiet vlot op, tot schoonvaders vriend plots een stap te ver opzij zet, waardoor hij van de stelling tot op de vloer dondert. Bril kapot, bloed uit het oor, en een fameuze zwelling verschijnt vlak onder het oog.

Mijn schoonvader blijft gelukkig kalm, belt de 100 op zijn GSM, waarna de MUG, en nadien ook de brandweer uitrukken. De ganse buurt staat op straat, de halve rijweg is afgezet, en de brandweer moet tussen de bedrading van de tram langs de ene kant, en de stellingen voor ons huis langs de andere kant, een ladder/kraan tot bij het dak brengen.

Met minstens acht man krijgen ze de gewonde op een brancard –door de nieuwe velux in ons dak– veilig naar beneden, de ziekenwagen in. Dokters, verplegers, brandweerlui, en later ook een monumentenwachter hebben geholpen alles snel en veilig te laten verlopen.

In het ziekenhuis wordt schoonvaders vriend ondertussen aan een ganse rist onderzoeken onderworpen.

Ahem. Dát is het bericht dat op het antwoordapparaat stond toen ik thuiskwam.

oeps

Geen boren meer. Eventjes geprobeerd de balken (6,5 op 7 cm) erin te nagelen, maar wijselijk besloten dat dit toch niet de goede oplossing was. Morgen of overmorgen nog eens proberen met één van de twee stukken overblijvende boor om toch tenminste door 1 balk te geraken, en dan hopen dat we door (in) de tweede balk kunnen vastvijzen zonder voor te boren.

Ondertussen is bijna de ganse zolder voorzien van een eerste laag isolatiemateriaal, en ongeveer een vijfde van een tweede laag. Wij geven voorlopig niet op, al kan ik nu bijna voorspellen dat we voor het vastzetten van de gyproc platen op grotere hoogte (boven 2,5 meter) toch de hulp van onze professionele medemens zullen moeten inroepen.

En dan moet ik nog aan de vloer beginnen…
{ETA krokusvakantie}

Om van de mediatheek (kast/schappen hybride) nog te zwijgen.
{ETA zomer 2004}

boren

Dju. Zonet de derde boor van 20 cm in frieten geboord. Letterlijk in drie stukken gebarsten. Een andere is in twee, omdat ik de boormachine laten vallen heb, en de eerste is afgebroken net toen de boor volledig in het hout zat.

Hopelijk is de Brico open vandaag, anders is het afgelopen met balkjes steken op de zolder. Wel fun, behalve dan dat ik ofwel steeds boven, ofwel onder mijn krachten moet werken; dat het stof van mijn haar tot in mijn kousen zit; en dat de glaswol overal begint te jeuken.

Maar het schiet op…

isolatie

Ik heb glaswol in mijn haar, op mijn gezicht, op mijn handen, mijn armen, en mijn rug. Er zit glaswol in mijn neus, mijn oren en ik heb zelfs glaswol in mijn ogen gekregen (niet aan te raden). En dan hebben we eigenlijk nog niet eens de helft gedaan.

Maar plezant, dat wel. En uiteindelijk zal het wel veel voldoening schenken. Het leukste is eigenlijk de tweede laag aanbrengen. De eerste laag is immers werken tussen de bestaande balken van het dak, en natuurlijk heb ja dan altijd ofwel teveel, ofwel te weinig ruimte.

Voor de tweede laag moet je zelf de dikke balken bevestigen (mijn favoriete gedeelte van het werk: voorboren, 120mm vijs erop, en vastdraaien), op een afstand net iets kleiner dan de breedte van de isolatiestukken, éh voilà: de isolatie zit er op één-twee-drie tussen.

Wij werken gezwind verder. Want daarna komt er nog een zwevende vloer, en een bibliotheek- (erm mediatheek-) kast tegen een van de twee rechte zoldermuren.

herfst

Het herfstoffensief werd eindelijk ingezet. Natuurlijk zijn ze net nu aan ons dak aan het werken, en vooral: wij hoopten dat alles zou klaar zijn tegen het bouwverlof volgende week.

Zaterdagavond thuisgekomen na een dagje stappen, toen er bleek dat er een klein lek was in de voorlopige dakbedekking. Het water was tot in de badkamer doorgedrongen (een verdieping lager). Gelukkig stond de aannemer een kwartiertje na ons telefoonfgesprek aan de voordeur, en aan het euvel werd snel verholpen.

Het probleem van de binnengoot wordt ook opgelost: na overleg met de buur (met wie we de dakgoot delen), komt er een regenpijp aan zijn kant van het dak. (Langs onze kant was wegens praktische problemen niet doenbaar.)

Laatste hindernis is de lichtstraat, die normaal gezien vandaag of morgen zou moeten klaar zijn.

En dan nog de pannen –als het stopt met regenen. Want pas daarna kunnen mijn schoonvader en ik beginnen aan de isolatie.

te luid

Weer iets te rap geroepen natuurlijk. De entry stond nog niet goed en wel op de site, of ik zag hier weer scheel van de hoofdpijn. Een paar sedergines en een soepken verder is het euvel weer geweken. Migraine? Een aanloop tot een griep? Who know, who cares. We zijn er precies weer vanaf. Voorlopig toch.

Gisteren, pardon eergisteren was Henri –zoals vermeld– bij een vriendje blijven slapen. Geen probleem, alleen “hij eet wel niet zoveel hé?” De kastaar had er niks beters op gevonden dan bij het avondmaal het volgende te verkondigen: “Tjsa. Soms eet ik veel, soms weinig. Soms eet ik twee boterhammen, soms maar een. Vanavond eet ik er maar een.” Miljaar.

To top it off was gisterenavond zijn kamer nog niet klaar. De werklui hadden een rotte (steun-)balk ontdekt, die de vorige aannamer over het hoofd heeft gezien (en hij moet het zeker gezien hebben toe hij de roofing op de dakkapel heeft vervangen). Dus iets langer werk, en Henri iets langer niet in zijn kamer.

“Euuuh tsja, dan kan ik misschien bij jullie op de kamer slapen?” (Hij was er al weken voor aan het zagen.) Zijn matras een verdiepje lager gesleept, en meneerken kon bij ons slapen –tot zijn grote vreugde.

(Wonder boven wonder is hij ook zowat op zijn normale uur gaan slapen –terwijl wij nog wat verder naar TV zaten (lagen) te kijken. En snurken! ’t Wordt tijd om eens naar zijn amandels te laten kijken.)

thuis

Ze zijn weer thuis. Alletwee. Gezond en wel. Hm.

Henri heeft het begin van ‘de’ (?) griep, snotteren en hoesten en de ene keer “maar neen ik ben niet ziek”, en de andere keer –als hij naar tv wil kijken of als hij iets zou moeten doen– “zeg ik ben wel ziek hé”. Niks te ernstigs (voorlopig) dus.

En Tessa heeft last van allergie en problemen met de ademhalingswegen. De lucht was precies beter in de USA. Thuis zijn er de katten, het stof van de werken, en de kleine stofdeeltjes in de lucht wegens het vriesweer. Gelukkig (?!) gaat het vanmiddag regenen zodat tenminste die weg zijn.

Mijn hoofdpijn was al weg op zondag, maar nu krijg ook ik het gesnotter. Zolang het daarbij blijft, ga je mij niet horen klagen…

slaap

Vannacht gaat Henri voor de eerste keer bij een vriendje thuis gaan slapen. De meest exotische plaats waar hij daarvoor al zonder ons heeft geslapen, was bij Peter Hugo. Waarschijnlijk ben ík weer nerveuzer dan hij is.

Ondertussen is het van zondagavond geleden dat ik hem gezien heb, en bij Tessa van woensdag. Morgen zijn ze allebei terug, al wordt het schrikken: Tessa heeft nog bijna niks van de werken gezien, en Henri weet niet in welke toestand zijn kamer verkeert. Vandaag is de lichtstraat eruit gegaan, en waar de dakkapel zat in zijn kamer, is er nog steeds gewoon een groot gat.

Hopelijk komt er morgen een raam in de plaats (vanaf overmorgen voorspellen ze regen).

dak IV

Your wish is our command. Zo leek het toch toen ik gisterenavond thuiskwam. De werkmannen waren er nog (ik kom thuis rond 17u), dus ik ging even naar de zolder om de stand van zaken te bekijken.

“En hebt ge de kinderkamer hieronder al gezien?”

Eh? De dakkapel was gewoon al weg. Op een afstand van het raam (ongeveer een derde van de kamer) was een blauwe doorzichtige plastic gebruikt om de rest van de kamer af te sluiten. Daarachter was een groot gat –dat ze hopelijk vandaag gaan dichten (vergeten te vragen).

Vandaag gaat ook de lichstraat weg. Of wat ervan overbleef. Ons huis staat rechtover het hoofdkwartier van de vroegere CVP, en in de tijd van de CCC hadden ze daar een bommetje tot ontploffing gebracht (bij de CVP, niet in ons huis). Dat bommetje heeft indertijd menige ruit doen sneuvelen, waaronder de glazen lichtstraat in de nok van ons dak (allemaal gebeurd voor wij het huis gekocht hadden). Het glas werd niet vervangen, maar er werd van die doorschijnende golfplaat op aangebracht (genre half-overdekte binnenkoer). Die golfplaat gaat er nu uit, en er komt opnieuw een –onderhoudsvrije– glaspartij in.

Ik heb een aantal foto’s, maar ik ben ze natuurlijk thuis vergeten (ik moet er echt eens werk van maken).

Ondertussen worden ook de schouwen (maar liefst vijf !) afgebroken, en heropgemetst. En dan resten er nog twee dilemma’s: hoeveel raamoppervlak op zolder, en wat doen we met de binnengoot (heeft ongetwijfeld een schone technische naam). Spannend allemaal.