dagje zee

Toegegeven, het was waarschijnlijk niet de beste dag om aan zee door te brengen. Gisteren was echter de dag waarop Henri (en oma) van de zee terug kwamen, dus hadden we al een tijdje het briljante idee gehad hen af te halen. Met de trein. (Want dat is nog altijd een beetje reizen.)

Het regende in Gent, maar het waaide alleen maar in Oostende. Niet eens een springtij waardig, maar de wind was fors genoeg om drommen mensen op de pier te lokken. Onszelf incluis, want zowel Tessa als ik hebben nog steeds goede herinneringen aan het springtij van zo’n 14 jaar geleden. En ik die er nog aan had getwijfeld of ik wel mijn fototoestel zou meebrengen.

Een juffrouw in een fluo blauw trainingspakje probeerde ijverig bij elke foto die ik maakte mee in beeld te zijn. Niet omdat ze per se op mijn geheugenkaart wou vereeuwigd worden, of omdat ze met mij of mijn camera wou flirten –er dreven twee kinderen een een zwaar getatoeerde man in haar zog– maar wel omdat ze eerst links, dan weer rechts, of nee, daar helemaal aan het einde eerste dat kleine zeilschip, dan de grote overzetboot, en daar die ‘school’ lesbootjes wel heel schattig op de woeste baren zag dobberen. (Uiteindelijk heb ik ze dan maar haar zin gegeven, en op minstens één van mijn foto’s haar kleur geïncludeerd.)

fluo blauw

Na het middageten voelden we ons moreel verplicht –toe papa, toe-oe-oe– om met go-cart (of hoe noem je zo’n trapfiets-op-vier-wielen) de dijk vanaf de pier totaan de thermen onveilig te maken. Een fiets voor vier, met slechts twee paar trappers, waardoor eerst Tessa en ikzelf, dan mijn moeder en ikzelf (de constante reeds ontdekt?) het beste van zichzelf konden geven. Lance zou trots geweest zijn. En de troostprijs, aan het einde van een half uur geploeter door wind, heuvels en een mensenmassa, was een lolly. Zeg nu zelf.

Met het openbaar vervoer zijt gij gekomen, met het openbaar vervoer zult gij wederkeren. De trein vanzelfsprekend, maar natuurlijk ook een stukje kusttram. Waarop weer tekenen van ouderdom op duidelijke wijze werden geïllustreerd. Punk is not dead, zo bleek, maar beleefdheid en common sense des te meer. Het blijkt niet langer modieus om eerst de mensen te laten afstappen alvorens zelf op stappen. Niet onmiddelijk een teken van verouderde principes, maar eerder een blijk van niet genoeg het openbaar vervoer tijdens spitsuren te gebruiken. En al evenemin een fenomeen eigen aan de Kooningin der Badsteeden.

Toe we in Gent van de trein stapten hoorde ik nog een man –in het Frans– zijn zoontje dwindend toespreken —Non, Eduard, on laisse d’abord les gens descendre. Un peu de patience s’il te plaît.— en ik heb niet nagelaten een zeer appreciërende blik zijn richting uit te sturen.

de moeite niet

Door het kl…weer niet meer aan motorrijden toegeraakt, maar gisteren en vandaag mijzelf vooral Ikea-waarts begeven. Nog even getwijfeld tussen Ternat en Zaventem (ik moest toch in de buurt zijn), maar het is uiteindelijk Ternat geworden.

Ugh. Zo kalm als het de vorige keer was, zo druk was het nu. Enfin, ik kon gelukkig recht op het doel af, vier Billy-kasten gekocht, met (6) CD-inzetstukken, onmiddellijk tot de constatatie gekomen dat die niet in de wagen kunnen, en dan maar de ganse zwik laten afleveren.

Vandaag teruggekeerd, 6 extra CD inzetstukken en wat extra schappen gaan kopen, eh voila, de CD-collectie kan er bijna volledig in (op de filmmuziek na).

(Om al vooruit te lopen op uw vraag: tsja, wat wilt ge, ’t is vakantie: weinig tijd on-line, veel tijd voor saaie jobkes –ik kom er zelfs met moeite toe om de krant te lezen.)

gone swimmin’

Wat doet een mens op een drukkend hete dag als vandaag? Juist ja, hij laat zich overtuigen om te gaan zwemmen.

Na de website van Stad Gent te hebben geconsulteerd, blijkt de keuze beperkt: Neptunus, het openluchtzwembad in Mariakerke, of de Rozebroeken in Sint-Amandsberg. De rest is gesloten. (Er is ook nog het universitair zwembad, GUSB, maar dat is op zondag enkel in de voormiddag open.)

Gezien we ergens gelezen hadden dat de capaciteit van Neptunus nogal beperkt was, vooral op piekdagen (en vandaag was er ongetwijfeld zo een), zijn we maar naar Sint-Amandsberg uitgeweken.

De Rozebroeken zien er nog net hetzelfde uit als twintig jaar geleden (binnenkort vieren ze overigens hun 30-jarig bestaan) –enkel de toegangsweg is iets gewijzigd. Weinig volk, maar dat bestond wel voornamelijk uit moeders met kinderen, zodat het kinderbad toch een aardige bezetting kende. (En warm: het kinderbad was een goed aantal graden hoger verwarmd dan het ‘volwassen’ bad.)

Sympathieke mensen ook: “Ik zal u maar in stukken van 50 cents weergeven zekers, want anders kunde uw kabineken nie toedoen natuulijks. Allez, veel plezier hé.”

tattoo

’t Moeten niet altijd Japansche namen zijn. Vlinders of tribals doen het ook nog altijd goed. Ik loop momenteel met een draak(je) op mijn arm, en Henri een vlinder (cfr hierboven).

Tattoos bij de chips. Tot op de bus zitten de gasten erover te praten en flashes uit te wisselen. “Ei maat, maar de dienen moetekik nie èn zulle. Die is roze, en da is voor de meiskes.” (Kwam uit de mond van een achtjarig ventje op wiens armen al vier tattoos prijkten.)

Henri heeft nog een vlindertje, maar dat gaat hij bewaren voor als ’t school opnieuw begint. Als de rage tegen dan nog niet voorbij is, tenminste.

cat(wo)man

Gisteren nog ben ik bij mijn moeder langs geweest om haar kat eten te geven –of liever, mijn kat.

Biche (don’t ask) is een kruising tussen een Pers en een ongekende vader –ze had maar niet zo lang aan de vuilniszakken moeten staan snuffelen, vertelden de goedlachse eigenaars. Ik had hem –om een of andere onverklaarbare reden– gekregen, toen we nog in Lochristi woonden, ergens rond 1985. Het was meteen grote liefde. De eerste twee of drie jaar heeft hij de buurt onveilig gemaakt, ongeknipt, en meteen voor een nageslacht gezorgd. Toen dat –tijdens een nachtelijke escapade– door mij werd ontdekt, werd zijn mannelijkheid daags erna gekortwiekt.

Ondertussen is hij zo’n 20 jaar oud, mist een tand (of meer dan één), hoort en ziet wat minder goed, en heeft hij een verhuis naar Sint-Amandsberg achter de rug, waar ik hem heb moeten achterlaten, omdat (1) mijn moeder er erg aan gehecht was geraakt en (2) ik hem geen tweede verhuis wou aandoen. (Tijdens de eerste verhuis heeft hij een dag of twee-drie in een kast op mijn kamer doorgebracht, trillend van angst.)

Het is een ernorm lief beest, erg speels (mijn armen werden destijds dagelijks volgekrabt), en heeft ondertussen ook vriendschap gesloten met een merel, waarmee hij –zoals ik gisteren met eigen ogen heb mogen aanschouwen– heel gemoedelijk zijn kattebrokken deelt.

(En telkens krimpt mijn hart een beetje als ik eraan moet denken dat ook aan zijn bestaan een einde gaat komen.)

uitputtend

Op deze, de ongetwijfeld warmste dag van 2004, hebben wij een (uit)stapje gewaagd naar Ikea (Ternat), RAD (Willebroek) en Tom & Co (Gent).

Daarvan hebbende meegebracht:

  • dekbedovertrekken voor aan zee (eind augustus)
  • een nieuwe motorvest (dainese), met zwart en zilver en geel
  • (bijna een nieuwe helm –shoei)
  • een discusvis voor in ’t aquarium, met prachtig goudgeel en rood (een klein beetje) en oranje en precies vuurschietende ogen

En waarbij we vooral de befaamde Zweedse gehaktballetjes hebben genuttigd. (En Henri bij het binnentreden al gauw uit het ballenbad mochten vissen.)

soms blijf je

De huidige reclame van Belgacom is van de meest geestdodende en minst motiverende die ik de laatste tijd heb gezien. De slogan “soms blijf je beter waar je bent” wordt vergezeld door boodschappen van gefnuikte pogingen om vooruit te komen.

Waarschijnlijk zoek ik het allemaal te ver, en is de bedoeling gewoon om de verdwaalde medemens vooral in eigen stal te houden, maar op welk een deprimerende wijze. “Probeer vooral niks nieuws, want je slaagt toch niet in wat je ambieert.” Nice going, Belgacom.

lokomotiv

En voor ik het vergeet: Lokomotiv – Cirkus in beweging heeft de publieksprijs gewonnen van het Internationaal Straattheaterfestival. (De grote winnaar was Teatro Pachuco.)

Cirkus in beweging bracht een wervelend, opzwepend spektakel (stelten, drums, kleuren), en wees het publiek er na elke voorstelling ook op dat er kón gestemd worden voor een publieksprijs. Een prijs die ze welverdiend hebben.

Foto’s hier, hier, hier, hier, hier en hier.

time to wake up

Dankuwel voor de lovende woorden. Ik ben net (een klein beetje) wakker aan ’t worden van een (alcoholloze) Gentse Feesten-roes –daarnet mijn laatste optreden voor vandejaar gezien.

Tevens ook de laatste foto’s genomen, al had Tessa (ook) al gesuggereerd dat ik naar de Vlasmarkt moest afzakken morgenochtend, maar ze is net begonnen op spoedwacht, komt pas morgenavond terug, dus ik kan onmogelijk Henri meepakken om zo vroeg op den ochtend ter plaatse te geraken. ’t Zal voor iemand anders zijn.

Morgenvroeg dus de laatste keer GF foto’s op tpv –al kan ik niet garanderen dat er hier of daar nog wel eens een opduikt; tpv schakelt waarschijnlijk meteen ook weer over op 1 foto per dag.

Soit, ik werk me langzaam weer in dit internetgebeuren in (waarbij ik ook nog een pak andere katjes heb te geselen –binnenkort meer daarover). Dan u voor uw geduld.

kalmer

Vandaag gaat het wat kalmer aan. De Feesten hebben mij al behoorlijk uitgeput, en dan ben ik eigenlijk nog geen enkele nacht op stap geweest.

Eindelijk wat in bed blijven liggen, waarschijnlijk net te laat mijn foto’s naar ’t stad doorgestuurd, en tot nu bezig geweest met editeren. Volgende week trek ik best wat tijd uit om eens in detail door de foto’s te waden: 1500+ foto’s van de Feesten tot nog toe.

(Edoch slechts mondjesmaat Feesten voor vandaag: straks enkel naar ’t Emile Braunplein voor het Frederik Leroux Quartet (jazz), maar vanavond komen er vrienden langs voor BBQ.)

De kwaliteit van de entries hier wordt hoe langer hoe bedenkelijker, maar laat het ons op tijdsgebrek steken (meer energie in tpv, minder hier).